Marokko 11 t-m 24 januari

© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina

't Is 'n Gekko
Gravures

Together on tour

Bij de Draa

Marokko

Hobbelige piste van Foum Zguid naar Assa

Maandag 11/01

 

Vanaf vandaag reizen we weer alleen, Marcel en Yvon en Mike en Marion hebben er voor gekozen om gisteren alweer verder te rijden terwijl wij graag zondag nog een dag stil wilden blijven staan. Heel grof lopen onze routes in dezelfde richting waardoor de kans aanwezig is dat we elkaar nog ergens treffen.

 

Na het ontbijt komt Rachid, de campingbaas langs en rekenen we af. Jorina krijgt nog een erfstuk uit de familie mee wat eigenlijk bedoeld was als decoratie voor het nieuwe restaurant wat duidelijk nog lang niet af is getuige de roze glitterverf welke over de authentieke leemstuc is aangebracht, als dat ooit goed komt dan komt alles goed.

 

Halverwege de ochtend rijden we Foum Zguid uit naar het zuiden om even later rechtsaf een piste op te gaan welke uiteindelijk uitkomt in de buurt van Tissint. Het begin van de piste loopt lekker, is breed genoeg en het landschap is afwisselend. Na verloop van tijd worden de sporen op de piste dunner tot we op een gegeven moment uitkomen bij een Oeud waar allemaal harde kleiplaten en hopen liggen, de meeste nog resterende sporen gaan linksaf en heuvel op en wij moeten volgens de geplande route rechtsaf door de Oued. Er gaan twee verse sporen die kant op, het zijn de sporen van de MAN van Mike en de Steyr van Marcel (denken we). Als de kleiplaten en bulten te heftig worden stoppen ook deze sporen en staan we voor de keus, rechtsomkeert maken of het een kans geven en doorrijden.

 

We kiezen voor het laatste schakelen de Unimog in de allerlaagste versnelling en laten hem verder maar rollen, we sturen om de grootste hobbels, kuilen en struiken heen en zo stuiteren we met 2km/h door het landschap. Na enige tijd kruisen we een piste welke de goede kant op gaat. We kunnen weer opschakelen en de snelheden worden weer wat normaler. De piste waar we op zitten wordt zo te zien niet veel gebruikt, verse sporen staan er niet. Zo komen we aan bij een duinengebiedje. Mooie lage duinen met vrij veel begroeiing er in. De piste stopt hier abrupt, althans er gaan alleen wat oude, half verwaaide motorsporen het gebied in. Dat zijn over het algemeen niet de beste sporen om te volgen, daarom stappen we uit en verkennen we het gebied uitgebreid te voet. Na een uur komen we tot de conclusie dat we ons eigen plan maar moeten trekken aangezien er geen duidelijke route meer is vanaf dat punt. We kiezen zorgvuldig onze weg om zodoende zo min mogelijk planten kapot te rijden. Als we het lastigste stuk gehad hebben vinden we het mooi geweest en zoeken een mooie plek tussen de duinen waar we de avond en nacht doorbrengen.

 

Dinsdag 12/01

 

Na een heerlijke wandeling met Joppe in de duinen en wat opgebakken oud brood hobbelen we vrolijk verder richting Tissint. Voordat we de piste verlaten rijden we ons nog even vast in een dorpje waar we plotseling op een pleintje uitkomen en er geen weg meer verder loopt. De juiste weg is snel gevonden en via een geschoven piste (wordt waarschijnlijk asfalt) komen we weer op de N12 die naar Tissint loopt.

In Tissint kijken we even bij de waterval, nou ja; het is eigenlijk meer een waterdrempel. Joppe kon er wel even lekker zwemmen wat samen met rennen door de duinen toch wel Joppe’s favoriete bezigheden zijn deze reis.

 

We verlaten Tissint en rijden naar het westen richting Tata. 20 kilometer buiten Tissint slaan we rechts af om vervolgens na een kilometer of 15 linksaf een piste op te gaan welke van Targannt naar Akka Iguiren loopt. De piste was ooit geschoven, maar dat is inmiddels niet echt meer te merken, de meeste sporen gaan om de ooit geschoven stukken heen en ook deze nieuwe stukken zijn plaatselijk weggespoeld. Onderweg moeten we veelvuldig steile af en opstappen maken om uitgespoelde riviertjes over te steken, Het regent al maanden niet in Marokko dus water komen we nergens tegen behalve is oases en bronbeekjes. De pistes die we deze dagen rijden zijn waarschijnlijk ook totaal onbegaanbaar als het regent of heeft geregend. Aan het einde van de middag vinden we een prachtige plek waar we mooi beschut staan voor de nacht.

 

Woensdag 13/01

 

Tijdens de ochtendwandeling spotten we een grote haas of ander konijnachtig beest. Joppe en de haas doen gezellig een achtervolgingsspelletje, de haas wint. Joppe verrekt in al zijn enthousiasme iets in zijn pootje als hij tijdens de wedstrijd met de haas verkeerd terecht komt en kan dus weer een dag verzorgd worden.

 

Eenmaal van de piste af rijden we in één keer door naar Tata. Er moet gepind worden en we willen weer even tanken. We zoeken een voor ons bekende bank en Jorina gaat heel beleefd in de rij staan. Er staat een man of 10 te wachten en er vertrekt niemand met geld. Het blijkt dat de automaat in storing staat. En zoals het een goed burger betaamt wachten we dan met zijn allen tot het allemaal vanzelf weer in orde komt. Dat is Jorina na 10 minuten beu en gaat dan ook maar even de bank ik om te vragen wanneer er weer geld uit de muur komt. ‘Is de automaat stuk dan?’ Is de vraag van de manager? Er komt wat beweging en de automaat wordt even opnieuw opgestart ofzo. Na verloop van tijd komt er weer wat beweging in de rij en kan ook Jorina de nodige Dirhammetjes tappen.

 

Buiten de stad tanken we even en kopen we 10 liter motorolie, normaal gezien zouden we hiermee thuis moeten kunnen komen. Vanuit Tata gaan we vervolgens de R109 op naar Imitek. De weg loopt door mooie glooiend berglandschap. Vanaf Imitek loopt een piste naar het zuiden, naar Akka. Eenmaal op deze piste blijkt deze ook zijn beste tijd wel gehad te hebben. Het is een wasbordpiste geworden wat dus een garantie is voor het betere stuiterwerk. Het wordt dus een stukje blik op oneindig en rammelen maar.

 

Ten noorden van Akka gaat de piste weer over in asfalt, we slaan hier rechtsaf en gaan op zoek naar rotstekeningen welke hier zouden zitten. Om bij de tekeningen te komen moeten we eerst door een gebied heen waar het water sporen in het landschap heeft getrokken van 2 tot 3 meter diep. Het is dan ook even zoeken naar de juiste route en uiteraard rijden we een keertje verkeerd. De rotstekeningen zelf zijn wel de moeite waard, het zijn voornamelijk afbeeldingen van koeien, gazelles en ander wild.

We rijden nog een kilometer of 4 verder naar het westen waar we uitkomen bij een prachtige kloof in de bergen. De piste stopt voor de kloof en deze is dan ook uitsluitend te voet te bezoeken. In de kloof zit een bron waardoor er een oase is ontstaan met palmen, oleanders en andere planten en dieren. Net voor de kloof parkeren we de auto en slaan ons campement op voor de nacht. Midden in de nacht worden we wakker van het gehuil van dieren. Het zijn geen honden, maar het lijkt eerder op het geluid van wolven, maar aangezien deze volgens ons niet voorkomen in Marokko zouden het wellicht ook gestreepte Hyena’s of Jakhalzen kunnen zijn welke wel in Marokko leven.

 

Donderdag 14/01

 

’s Morgens rijden we via Akka naar Aït Ouabelli over asfalt. Daarvandaan gaan we via een wasbordpiste naar Tadakoust. Tadakoust is een heel mooi en oud dorpje met huizen van leem. Het hoger gelegen en oudste gedeelte van het dorp is in zwaar verval maar desalniettemin is het bezoek aan Tadakoust absoluut de moeite waard.

 

Terwijl we rustig rondlopen komt er een man aan met grote sleutelbos. Eigenlijk weet je dan al genoeg. Mannen met grote sleutelbossen vertonen niet zelden compensatiegedrag, want waarom zou je anders met een grote sleutelbos slingeren. Deze sleutelbosman is waarschijnlijk de “officiële gids” van Tadakoust en doet net of hij de sleutels heeft van de belangrijkste gebouwen.

 

De man snapt ook wel dat wij keihard nee zeggen als hij zich eerlijk presenteert als gids. Hij gooit het daarom over een andere boeg;

‘Dat is ook toevallig’ begint hij zijn relaas nadat we elkaar begroet hebben. ‘Gisteravond lag ik in bed en toen ik eenmaal in slaap viel kreeg ik een droom. In deze droom zag ik mensen die ons dorp kwamen bezoeken, maar de mensen waren niet alleen. Ze hadden een hele mooie hond bij zich. En nu zijn jullie hier’ zo jubelde hij het bijna uit. Een geanimeerd gesprek volgt en wij steken onze bewondering voor de voorspellende gave van de sleutelbosman niet onder stoelen of banken. Het duurt dan ook niet lang of de aap komt uit de mouw. Sleutelbosman wijst ons de weg welke we het beste kunnen lopen in het dorp en op deze manier komen we ook langs het ‘ecomuseum’ waar hij de sleutel van heeft. We bedanken de man vriendelijk maar gaan uiteraard in tegenovergestelde richting het dorp door. Halverwege zien we sleutelbosman nog een keer halverwege de helling staan terwijl hij ons wat toeristische informatie in ons oor schreeuwt. Jorina is hier niet zo van gecharmeerd en probeert hem de Nederlandse woorden ‘Ophouden nou’ bij te brengen. De man druipt af en als een echo horen we hem nog een paar keer ‘OPHOUWE NOU’ ‘ophouwe nou’ ‘ophouwe nou’ zeggen.

 

We vervolgen onze weg door het dorpje en voelen ons regelmatig een paar indringers die een vredig tafereel verstoren, op verschillende plaatsen zijn vrouwen en kinderen druk bezig met het schoonmaken en snijden van groenten en kruiden, de meeste mannen die we tegenkomen zijn in ‘business’ ergens in de schaduw.

 

Na ons bezoek aan Tadakoust rijden we een klein stukje terug en slaan rechtsaf de piste op. De piste slingert gemoedelijk in het dal tussen twee bergruggen door en wordt omzoomd door fraaie Acacia’s en hier en daar een Arganboom. In het dal staan diverse tenten van rondtrekkende herders (nomaden) die met hun kuddes schapen en geiten de omgeving afstruinen op zoek naar alles wat eetbaar is. De piste loopt lekker, het enige wat minder is dat de remschijf linksachter vrij warm wordt terwijl we de rem niet of nauwelijks gebruiken. Vermoedelijk loopt er een remblokje aan. We rijden daarom rustig aan door naar de camping in Icht waar het toch wat makkelijker is om even te sleutelen dan zomaar langs de piste.

 

Vrijdag 15/01

 

Het linker achterwiel blijkt inderdaad te schaven dus moet er even naar gekeken worden. Ik overleg even met Donald (Unimog Donald) en het lijkt een regelmatig voorkomend probleempje te zijn. Ik stel de remblokken opnieuw af en na een testritje verklaar ik de Unimog vooralsnog als genezen. De dag wordt verder gevuld met zaken die bij zo’n klusjesdag horen.

 

Zaterdag 16/01

 

Aangezien Icht niet echt een dorp is om heel erg lang te blijven hangen gaan we vandaag weer op pad. We hebben een offroad route gepland van Icht naar Assa en willen proberen om ergens langs de piste een mooie plaats te vinden in de natuur waar we de rest van het weekend door kunnen brengen.

 

Het begin van de piste is erg mooi, we volgen een brede rivierbedding en rijden vrij soepel over de ronde keien. Eenmaal uit de rivier volgt een leuke uitdaging. Langs het pad staat een Arganboom die te oud, te taai en te laag is om zomaar langs op te rijden in de hoop dat het allemaal wel buigt. Links naast de piste staat het vol met struiken en rechts van de boom is een helling. We verkennen de helling en na wat zoeken en overleg kiezen we er voor om via de helling om de boom heen te rijden. Jorina geeft de aanwijzingen terwijl ik behoedzaam en met samengeknepen billetjes tegen de helling op kruip. Eenmaal voorbij de boom en weer terug op de piste realiseren we ons dat dit een mooi moment was geweest om te filmen.

 

Na de boom wordt het er niet veel beter op. De piste gaat veelal over vlaktes met veel grote keien en is met regelmaat wat aan de smalle kant. Wat het er ook niet gezelliger op maakt is de wind die is opgestoken. Hierdoor hangt er ontzettend veel stof in de lucht dat de broodjes tijdens de lunch voorzien zijn van ‘een snufje zand’.

 

De omgeving waar we doorheen rijden is overigens wel prachtig (maar deels ontrokken aan het zicht door stof) de piste slingert tussen de bergen en riviertjes door en in totaal hebben we deze dag misschien wel 75 keer een riviertje gekruist. Door de hoeveelheid keien vinden we geen goede plek om langer dan een nachtje te staan waardoor we besluiten om door te rijden naar Assa. Aan het einde van de middag ben ik dan ook blij als we weer aan het asfalt staan. We drinken er even een glaasje cola terwijl ik met mijn neus naar de grond nog wat rondloop. We vinden een aantal bijzondere stenen objecten waarvan we vermoeden dat het artefacten, gebruiksvoorwerpen uit de steentijd zijn. We hebben het idee dat we op een plaats staan waar deze artefacten gemaakt werden, zeg maar de smederij uit de steentijd.

 

Eenmaal in Assa blijkt er geen fatsoenlijke plek te zijn waar je kunt overnachten, noodgedwongen strijken we neer bij het enige hotel waar we op de parkeerplaats mogen staan.

 

Zondag 17/01

 

vandaag geen bijzonderheden, we zijn moe na een intensief weekje op de piste en rusten wat uit en verder lezen we wat en werken we aan wat nieuwe filmpjes.

 

Naar El Ouatia

 

Maandag 18/01

 

We hebben in totaal een keer of drie de route gewijzigd welke van Assa richting de kust gaat. Een zuidelijke via Msied die we niet doen omdat we gelezen hebben dat deze nogal saai is en veel stenen heeft, een noordelijke route die we ook niet doen omdat we deze nog moeten intekenen en niet precies uit kunnen vinden hoe we aan het eind op de asfaltweg tussen Guelmim en Tan Tan kunnen komen. Als laatste heb ik een route van Chris Scott deze loopt zo’n beetje midden door van oost naar west. Deze route is 238km waarvan ongeveer de helft asfalt.

 

De eerste 45km zijn in ieder geval asfalt en zijn dan ook vlot afgelegd. Net buiten Aouinet Torkoz begint het eerste gedeelte off-road. Vlak voor ons rijd een andere truck de piste op. De auto komt ons bekend voor van de camping in Icht. Het is een Italiaans stel wat in de truck in Spanje woont. Na enige kilometers achter elkaar aangereden te hebben stoppen ze om van ons te horen wat onze plannen zijn. Zij volgen een route uit één van de boeken van Gandini en deze is nagenoeg identiek aan die van Chris Scott welke wij aan het rijden zijn. In hun route staat een plaats beschreven waar rotstekeningen te zien zouden zijn en waar Alessio en Katharina graag even een kijkje willen nemen. We besluiten om gezamenlijk verder te rijden.

 

Het eerste stuk van de piste loopt goed, we passeren een paar drooggevallen zoutmeertjes waar de snelheden oplopen tot ruim 60km/h. Na deze snelle stukken gaat de snelheid er uit en blijft er niet veel meer over dan een smalle slingerende piste met veel stenen. Langs de piste staan regelmatig bomen waar we omheen moeten laveren om geen schade te rijden. Halverwege het eerste off-road gedeelte in de buurt van een dorpje wordt de piste alleen maar smaller en lastiger, veel krappe bochten en vrij vaak doorwadingen door riviertjes. De meeste doorwadingen zijn droog zoals gewoonlijk, maar in een aantal stroomt water wat het toch leuker maakt.

 

Bij een kleine oase met stromend beekje stoppen we voor de lunch. Tijdens de lunch passeert er een grote kudde met schapen en geiten. Het zijn er honderden. Er lopen ook meerdere mannen vrouwen en kinderen met honden bij om alles in het gareel te houden. Eén man loopt over de toppen van de bergen en overziet de hele situatie met een verrekijker, zijn bevindingen roept hij naar zijn ‘collega’s’ die met de kudde in het dal en op de hellingen lopen. Het is een mooi schouwspel. Als we denken dat de kudde gepasseerd is rijden we weer verder. Zodra we de eerste bocht door zijn blijkt dat er nog wat achterblijvers zijn. Het zijn de hoogzwangeren en de ooien met de pasgeboren lammetjes. Het lammeren gaat gewoon door terwijl de kudde verder trekt. We zijn er live getuige van hoe er een paar lammetjes geboren worden. Als de bevalling te veel op de helling is pakt ‘de vroedvrouw’ de pasgeboren lammetjes in het nekvel en legt ze op een vlakker stuk zodat moederschaap ze schoon kan maken en ze rustig kunnen wennen aan hun nieuwe leven in de woestijn. De kudde trekt al grazend verder en is vanavond groter dan toen ze vanmorgen vertrok.

 

Het laatste gedeelte van deze route is geschoven piste. Dit rijd lekker door op een enkele uitspoeling na dan. Na een kleine 50km piste bereiken we het asfalt waar we westwaarts rijden in de richting van Tiglit. Onderweg passeren we het waypoint waar de rotstekeningen zouden zijn. Het ligt op ruim 3 kilometer van de weg en tussen ons en het waypoint zitten een lange bergrug, we kunnen geen piste vinden die door deze bergen heengaat en moeten daarom de tekeningen links laten liggen.

 

Na Tiglit gaat de weg stijl omhoog, in een stuk of 6 haarspeldbochten wordt een groot hoogteverschil overbrugd. Vanuit het dal is heel mooi te zien hoe ze weg loopt dus stapt Jorina uit om het hele stuk te filmen. Dit betekent wel dat ik dus boven moet omkeren om Jorina weer op te halen.

Bij het plaatsje Aouint Ighoman stopt de asfaltweg en rest er nog zo’n 40 kilometer off-road voordat we in de buurt van Tan Tan weer op de N1 uitkomen. Buiten het dorpje vinden we in de buurt van een oued een plek voor de nacht. Er staan een paar nomadententen in de buurt, dus als ik met Joppe aan het wandelen ben komt er een vrouw op me af. Ze spreekt geen woord Frans dus een echt zinnig gesprek wordt het niet. Als ik haar goed begrijp denkt ze dat we de weg kwijt zijn. Met grote hand en armgebaren naar het westen wijzend maakt ze duidelijk dat Tan Tan die kant op is. Ik leg haar, eveneens met gebaren, uit dat we morgen verder rijden en hier blijven slapen. Dat vind ze best en ze sloft weer terug naar haar tent.

Dinsdag 19/01

 

Zoals gisteren al gemeld liggen er nog 40 kilometer piste voor ons. We zitten een beetje te rekenen en gaan er dan ook gemakshalve vanuit dat dit vandaag makkelijk moet lukken. We doen het daarom ’s morgens lekker rustig aan en zoeken in de buurt nog wat naar steentjes. Eenmaal onderweg zetten we koers naar Ayoun du Draa, een verlaten nederzetting uit de tijd van de Franse kolonisatie. Bij aankomst blijkt deze nederzetting niet helemaal verlaten, nou ja de Fransen zijn wel weg. Er zijn drie mannen en twee vrouwen neergestreken die de minst beschadigde panden wat opgelapt hebben en er wonen. Ook niet zo verwonderlijk. De nederzetting is gebouwd naast een oase met een goed stromende bron. Er kan hier dus gewoon van alles en nog wat verbouwt worden. De mannen zijn heel gastvrij en voordat ik het door heb zit Jorina binnen al aan de thee terwijl ik buiten nog bij de bron loop te kijken.

Na dit leuke uitstapje rijden we weer terug naar de hoofdroute, de piste is slecht en met regelmaat daalt de snelheid tot dichtbij het nulpunt. Rond lunchtijd beseffen we dat het nog een hele tour gaat worden om vandaag Tan Tan te halen. Dat is ook helemaal niet erg want de route is prachtig om te rijden en we hebben de tijd.

 

Aan het eind van de middag komen we aan bij de Draa. Deze langste en belangrijkste rivier van Marokko ontspringt in de Hoge Atlas en loopt vervolgens dwars door de woestijn naar zee. Grote delen van het jaar staat de rivier droog. Op het punt waar wij de Draa nu oversteken is een heel diep gedeelte in de rivierbedding over een lengte van honderden meters. Hier staat wel altijd water in wat door de rondtrekkende schapen, geiten en kamelen als drinkwater gebruikt wordt. We zetten de trucks op de met gras begroeide oever van de Draa en slaan hier ons kamp op voor de nacht. Tegen de avond passeert er een kamelenboer met 24 kamelen. Over het precieze aantal ontstaat wat verwarring. Ik ging namelijk even een praatje maken met de kamelenboer. Deze sprak geen woord Frans en dus weet ik met pijn en moeite te vragen hoeveel kamelen hij heeft. Hij pakt een steen en krast daar een 2 op en links van deze 2 wordt een 4 gekrast; 4 2 dus. Ik denk dan ook dat hij 42 kamelen heeft. Tot Jorina uitlegt dat ‘Den Arabier’ ook de getallen van rechts naar links schrijft. Het zijn er dus 24.

Woensdag 20/01

 

Voor ons ligt nog 12 kilometer piste tot aan het asfalt. De korte versie van het verhaal is dat we daar 2,5 uur over doen zonder onderweg te stoppen om gezellig te klessebessen.

 

Het eerste stuk van vandaag gaat over de oevers van de Draa. Het is een oppervlak van klei en hard als steen, we stuiteren dan ook lekker door de cabine. Joppe maakt het allemaal niks uit en ligt met zijn pootjes breed te slapen. We moeten nog een bergrug over. De route die we volgen gaat via een bergriviertje omhoog. Zoals elk bergriviertje slingert ook deze nogal en zitten er veel haakse bochten in. Het is daardoor echt werken geblazen om de auto daar heelhuids doorheen te krijgen. Als we het asfalt inmiddels al kunnen zien moeten we nog één steile uitgespoelde helling op. Eén stuk daarvan is zo slecht dat Alessio en ik eerst met stenen de uitspoeling moeten dichten voordat we er overheen kunnen.

 

In Tan Tan doen we de hoogstnodige inkopen voordat we doorrijden naar El Ouatia waar we een paar dagen aan zee op de camping gaan staan.

 

Terwijl we Tan Tan uitrijden hebben Jorina en ik het er over hoe ik in 2009 hier een boete kreeg omdat ik een stopbord op een hele vervelende kruising over het hoofd gezien had. De situatie terplaatse was zo onoverzichtelijk dat ik een paar ogen tekort kwam en daardoor tegen de boete aanliep. Inmiddels is de kruising omgebouwd tot rotonde en is het stopbord verwijderd, wat kan ons nog gebeuren zou je zeggen. Eenmaal buiten de stad is er een afslag naar Smara. Een bijzondere kruising waar het verkeer wat linksaf wil rechts moet voorsorteren. Op de weg tussen Tan Tan mag 80km/h gereden worden, wij hebben geen haast en rijden tussen de 65 en 70. Met 68km/h passeer ik de kruising en tot mijn verbazing wordt ik door een oom agent naar de kant gedirigeerd. Ik ben er zo van overtuigd dat we daar gewoon 80 mochten rijden dat ik denk dat we in de maling worden genomen. Een lang en enerverend getouwtrek volgt en Jorina maakt er een heel theater van. Ze zet zelfs de bril van één van de agenten op om de foto te bekijken welke van onze auto gemaakt is. We trekken helaas aan het kortste eind want blijkbaar staat er een bord bij de kruising met 60km/h. De boete bedraagt 300 dirham.

 

Ondertussen hebben Alessio en Katharina een rondje om hun auto gelopen en zagen een behoorlijke scheur in de wang van de linker achterband. Alessio is van plan om er mee door te rijden naar de camping, maar dat lijkt ons niet zo’n goed plan. We weten ook wel dat het een heel gedoe is om hier een wiel te wisselen maar het is altijd beter dan een klapband te riskeren. Dat het een gedoe is blijkt wel als we de wielmoeren met geen mogelijkheid loskrijgen. Na ze ingespoten te hebben met kruipolie en wat verlengpijpen op de sleutel krijgen we samen de moeren los. Het is een lekker klusje zo in de warmte. Uiteindelijk zit er weer een goed wiel onder de truck en kunnen we verder naar El Ouatia.

 

We strijken neer op een grote camping aan zee. Hier gaan we de komende dagen even vakantie houden.

 

Donderdag 21/01 t/m Zondag 24/01

 

Het zijn rustige dagen, we doen de was, werken aan de website en de auto wordt nagelopen. Verder doen we het vooral rustig aan, wandelen lekker met Joppe die een loops teefje heeft gespot, waardoor we een nacht slecht slapen. In zee worden verse mosselen geplukt, verder proberen we vis te zwengelen op de bbq wat geen succes is. De vis is droog en taai geworden.

 

 

 

Piste tussen Foum Zguid en Assa