Mauritanië 13 t/m 23 november

© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina

Together on tour

Varaan tussen Mauritanië en Senegal

 

Mauritanië

 

Onverwachte wendingen

 

Vrijdag 13/11

 

Vandaag staat op de planning om van Nouadhibou naar Nouackchott te rijden. We kiezen voor de geasfalteerde route van 470km. Onderweg zijn nauwelijks dorpjes te vinden. Het woestijnlandschap onderweg is prachtig en zeer afwisselend. In het noordelijke deel heeft het blijkbaar onlangs nog geregend want de hele woestijn heeft een groene waas van verse grassprietjes. Het geeft de vaak zo harde woestijn een zachte tint, erg verrassend en erg mooi.

 

De weg van Nouadhibou naar Nouackchott is volledig onder controle van de verschillende overheidsdiensten. Om de 30 kilometer is wel een checkpoint waar ze alles van je willen weten. We zijn hier op voorbereid en hebben papieren bij ons met daarop alle gegevens die ze hebben willen. Dit verkleint de wachttijd bij de checkpoints enorm. Onderweg hebben we wat problemen met de auto, de auto verliest vermogen als we gas geven dus stoppen we even. Het blijkt dat het voorfilter helemaal vol met rommel zit. We halen het los en reinigen het in benzine. We starten weer en rijden verder naar Nouackchott.

In Nouackchott rijden we alle waypoints af op zoek naar een slaapplaats om er vervolgens achter te komen dat het waypoint van camping Sahara niet klopt. We staan voor de poort van één of ander zwaar beveiligde afdeling van het ministerie van defensie. Zodra Jorina uitstapt om poolshoogte te gaan nemen komt er een auto het terrein af. Jorina vraagt de man of hij weet waar de camping dan wel is. De man probeert het uit te leggen maar heeft vrij snel door dat dat een zinloze missie is gezien onze franse talendeuk. De man maakt een groot handgebaar en zegt, instappen en volg me. Zo vliegen we kruipdoor sluipdoor van de ene kant van de stad naar de andere. Onderweg is het goed uitkijken om de elektradraden niet van de huizen te rijden. Onze Engelse reisgenoten hebben hier namelijk sinds deze morgen al ervaring mee.

De man brengt ons tot aan de poort en Jorina moet zich haasten om hem te bedanken, want hij zou zo weer weggereden zijn.

 

Zaterdag 14/11

 

Op naar Senegal. We vertrekken lekker op tijd aangezien er op de route naar de grens (Diama) een behoorlijke afstand offroad inzit. In 2009 was dit stuk zo’n 80 kilometer lang. Ook hier heeft de ontwikkeling niet stilgestaan en is men bezig met het asfalteren van de bestaande pistes en er worden nieuwe wegen aangelegd. Het eerst stuk van 33 kilometer is klaar en de rest volgt binnenkort (African time). De dijk langs de Senegal is nog steeds even slecht als altijd. De snelheden liggen zo rond de 20 á 30km/h en voeren door een prachtig natuurreservaat, Parc National de Diawling. We zien hier vogels in alle soorten en maten, o.a. Flamingo’s, Pelikanen, zilverreigers, grijze reigers, bijeneters en allerlei andere vogels. Bijna aan het einde van het park steekt er een Wrattenzwijn de dijk over, we zijn net op tijd om er een foto van te maken.

 

Eenmaal het park uit moet er voor het bezoek aan te park betaald worden. Na wat onderhandelen komen we uit op €7,50 per persoon. We vervolgen onze weg naar de grens en krijgen dan opnieuw problemen met de brandstof. Dit is al de tweede keer vandaag en het wordt er niet echt beter op. Het voorfilter is niet schoon maar zit nog lang niet vol. Ik haal daarom de gewone filters los en de voorste is bijna helemaal zwart aangekoekt. Omdat we zo snel niet bij nieuwe filters kunnen spoelen we ze uit in de benzine en zetten we ze weer terug. We maken een foutje met ontluchten waardoor we de auto niet meer aan de praat krijgen. Terwijl we bezig zijn stopt er een fransman die er wat verstand van heeft en ook deze krijgt het niet gefixt. Hij reist samen met in totaal bijna 60 fransen welke 28 auto’s naar Senegal brengen. Hij adviseert ons om naar de grens te slepen (6 kilometer) daar is onder andere een vrachtwagenmonteur uit hun groep. Wellicht dat hij gouden handjes heeft. Ed zet zijn Leyland Daf voor de Unimog en we knopen het sleeplint er tussen. Met een gangetje van 20km/h hobbelen we naar de grens. Daar blijkt dat er een rem is heetgelopen door het slepen terwijl er bijna geen lucht meer in het remsysteem zat. Inmiddels weten we via Unimogdonald dat je dit kunt voorkomen door de auto tijdens het slepen in zijn hoogste versnelling te zetten, dan blijft de compressor lopen en hou je dus lucht.

 

De franse vrachtwagenmonteur staat ons al op te wachten en rommelt wat (niks nieuws ten opzichte van wat we zelf al geprobeerd hadden) en na een paar minuten vraagt hij mij te starten. De tweede poging lukt en de motor loopt weer.

De motorkap gaat dicht en Jorina gaat naar de douane en politie aan de Mauritaanse kant. Dat gaat vrij soepel maar bij beide officials moet er €10,- worden afgerekend. Dit klopt niet, maar toch moet je het betalen, zonder betalen ga je gewoon niet door naar de volgende ronde. Na de douane en politie moet er een slagboom open, daar staat Kabouter Plop. Althans, hij lijkt er wat op. Mooi rond koppie, spierwitte baard en een koddig mutsje en hij noemt zich “afgevaardigde van de burgemeester”. Aan hem moeten we een gemeentelijke belasting betalen, “tax du village”. Er is geen dorp in de buurt te bekennen, maar daar gaat het nou effe niet om. Plop dreigde trouwens ook nog met een boete omdat Joppe een jong boompje heeft bemest. Ik stond al klaar met een zakje om het op te ruimen maar dat hoefde niet van een rondslenterende douanier, dit leverde me een standje op van de kabouter.

 

We rijden over de dam, die momenteel enorm veel water doorlaat uit de Senegal. Aan de overkant staat weer een slagboom waar ook weer een mannetje om geld vraagt, €25,- deze keer. Omdat we niet helemaal van lotje zijn, stap ik uit en loop naar zijn kantoortje. Ik vraag om de prijslijst, die er gewoon netjes hangt en het blijkt dat vrachtauto’s tot 10 ton €20,- moeten betalen. Weer een leuk gesprek over waarom dan toch €5,- extra te durven vragen. Antwoord; This is Africa, sometimes different….. Jaja zo lusten we er nog wel een paar, “You can my back up” zou Jorina zeggen.

 

Slagboompje gaat open, parkeren bij hokje politie. Dat gaat vrij soepel, een 'gratis' stempel. Dan door naar douane. Dat is even een ander verhaal. We hebben in aanloop naar deze reis overwogen of we wel of geen Carnet de Passage zouden aanschaffen. Dit tijdelijke invoerdocument wat je in Duitsland bij de ADAC moet aanvragen geeft de landen waar je doorheen reist de zekerheid dat je niet illegaal je auto verkoopt en dat dus netjes aan belastingen en zo voldaan wordt. Nadeel van een Carnet is dat dit best prijzig is en dat er een borg gestort moet worden. Ik heb hiervoor veel uitzoekwerk gedaan op internet en ben tot de conclusie gekomen dat het voor onze reis niet echt noodzakelijk is om een Carnet te hebben. Senegal zou wat moeilijk kunnen doen, maar dat moet aan de grens op te lossen te zijn. Meneer de douanier doet niet mee met ons idee en weigert ons de toegang tot Senegal. Later krijgen we via een regelmannetje te horen dat het toch wel kan, we krijgen dan 5 dagen de tijd om in Dakar de autorisatie te regelen of om het land weer te verlaten. Wel graag even €250,- aftikken. Over de prijs viel trouwens niet te onderhandelen.

 

Omdat de procedure van autorisatie niet helemaal helder is en of deze ook zoveel gaat kosten besluiten we dat we hier niet zo’n zin in hebben. We besluiten er nog een nachtje over te slapen op de dam bij Diama.

 

Zondag 15/11

 

’s Morgensvroeg belt het regelmannetje of we nog interesse hebben. Na een kort gesprek blijkt dat de prijs nog steeds absurd is en besluiten we dat we dit niet gaan doen. Dit systeem is ontstaan door Europeanen die een doorvoer naar Gambia willen om daar hun auto te verkopen. Zij hebben geen zin in gedoe en blijken gewoon dit soort bedragen neer te tellen. Volgens de verhalen lopen de bedragen op tot €450,- per voertuig.

 

Op de plaatst waar we staan worden we ’s morgens gemaand te vertrekken want het is geen officiële parking. We nemen afscheid van Ed, Claire en hun kinderen Jack en Harry die samen met moped Allen die nacht bij ons gestaan hebben. Zij gaan door naar Senegal, wij stappen in en draaien om.

 

Dit is een heftig moment. Een jaar lang hebben we gewerkt aan de voorbereiding van onze reis, die eigenlijk pas zou beginnen in Senegal. Nu omdraaien en terug naar Marokko voelt zo slecht… Het is niemand aan te rekenen dan onszelf. Wij hebben ervoor gekozen om één of ander bureaucratisch systeem te negeren en hadden gehoopt dat in een lokaal systeem goedkoop op te kunnen lossen.

 

We rijden terug naar de Mauritaanse kant en laten ons weer instempelen bij de politie. We zijn van plan om na de grens een mooi plekje in het park op te zoeken om de rest van de dag door te brengen en alles even op een rijtje te zetten. De beambten vinden het heel erg voor ons en verontschuldigen zich zelfs. Dan willen we door naar de douane. Daar wil men ons niet helpen omdat het binnenkomen van Mauritanië niet zou kunnen langs deze grens. Ze kunnen hier namelijk geen Laissez passer afgeven dat kan alleen in Rosso. Ze willen daarom dat we via Senegal naar Rosso gaan. Ze weigeren te begrijpen dat dat onmogelijk is voor ons en daarom gaat Jorina terug naar de politie. De baas daar maakt zich kwaad, komt in slowmotion overeind en sloft naar de douane, daar geeft hij ongezouten zijn mening. Zodra hij wat kalmeert zegt hij tegen ons dat ze het gaan regelen.

 

Douanemeneer pakt telefoon en gaat bellen. Duurt lang en veel gepraat en geschreeuw. Dan hangt hij op en moeten we vijf Afrikaanse minuten wachten. Drie Europese kwartieren later gaat de telefoon en komt er wat beweging. Jorina wordt weer binnengeroepen en terwijl ik buiten zit te wachten hoort ik het geluid van stempels. Zonder stempels wordt er hier niks voor elkaar gemaakt. Jorina komt weer naar buiten en meldt dat we onder escorte naar Rosso moeten om daar de papieren te regelen. Hadden we nu toch maar die €250,- betaald schiet het door mijn hoofd. Nu zijn we de sjaak en zullen we wel flink moeten betalen. Terwijl ik rondkijk of er ook auto’s staan waarmee een escorte zou kunnen gedaan worden, meld zich een douanechef. Hij gaat met ons mee. Niet met eigen auto, maar gewoon gezellig knusjes bij ons en Joppe voor in de cabine. Hij is heel aardig maar spreekt helaas geen Engels. Een echt goed gesprek zit er dus niet in en onze stemming is daar ook niet echt naar. We hobbelen weer 50km terug over de dijk, zien onderweg weer twee Wrattenzwijnen en de vele vogels, we beleven er weinig plezier aan deze keer.

 

Na de middag komen we aan op het hoofdkantoor van de douane in deze provincie. Ik moet meelopen met onze escorte en we moeten ons melden bij de directeur. Deze statige man woont op het terrein van de douane en we moeten daar naar binnen. De douanier die ons begeleid heeft gaat naar de kamer van de directeur en kruipt op zijn knieën naar binnen met de gestempelde papieren voor zich uitgeschoven. De directeur leest ze door en zet zijn handtekening. Vervolgens wendt hij zich tot mij en vraagt naar het hoe en waarom. Hij verteld dat de juiste papieren die middag nog in orde gemaakt zullen worden. Daarna nodigt hij ons uit om de rest van de middag in zijn huis te verblijven waar het lekker koel is. We bedanken voor de gastvrijheid meer geven aan dat we liever samen met Joppe bij de auto willen blijven.

 

Om vier uur worden we bij de chef du bureau geroepen, hij hoort ons verhaal aan en geeft een mannetje opdracht om eens even met een Senegalees regelmannetje in Rosso te bellen. Ook hier is het mogelijk om voor vijf dagen het land in te gaan. Gezien de daaropvolgende onzekerheid gaan we daar verder niet op in. Het nieuwe Laissez passer wordt opgemaakt en geeft ons toestemming om nog 10 dagen in Mauritanië te verblijven, hetgeen ons de tijd geeft om nieuwe plannen te maken en alles nog eens goed uit te zoeken. Het laissez passer moeten we betalen, maar voor alle andere formaliteiten wil men niks van ons hebben, ook de escorte hoeft niet betaald te worden. De chef du bureau probeert ons nog van allerlei adviezen en alternatieven te voorzien zodat we toch verder kunnen. We mogen op de parkeerplaats blijven staan om de nacht door te brengen. We hebben weleens mooiere kampeerplekken gehad, maar we staan op een plek waar niemand ons lastigvalt.

 

Maandag 16/11

 

’s Morgens voordat we wegrijden vervang in de brandstof filters en check of alles nu schoon is. Als we weg willen rijden valt de auto spontaan uit, maar weer eens ontluchten en dan start hij weer. Omdat alle filters nu schoon zijn kan het probleem bijna niet meer terugkomen denken we. We stappen vol goede moed in en de eerst 160km gaat prima. De laatste 40 kilometer tot aan Nouackchott moeten we echter vier keer stoppen omdat de auto telkens uitvalt. Zodra we in Nouackchott aankomen bel ik met Ahmedou, zijn nummer heb ik van Hein (Twiga Travelcars) gekregen voor het geval er problemen zijn in Mauritanië. Ik probeer via internet en door te appen met familie en vrienden achter de oorzaak te komen. Langzaam ontstaat het vermoeden dat we last hebben van zogenaamde dieselbacterie. In het voorfilter is namelijk ook soort alg te zien.

Na een paar uur komt de bevestiging van Ahmedou, morgenvroeg komt Abdullah en dan komt alles goed. Omdat we het gevoel hebben in goede handen te zijn en omdat we vanuit Nederland heel veel tips hebben gehad hoe we het probleem moeten aanpakken gaan we lekker naar bed.

 

Dinsdag 17/11

 

Even na 8 uur komt Abdullah. Hij komt echter niet alleen. Hij brengt een man mee die goed Engels spreekt, een werkplaatschef zonder werkplaats en drie monteurs. Na wat heen en weer gepraat wordt er besloten om de auto lekker te laten staan en begint men de tank er onder uit te schroeven. Deze wordt meegenomen naar een wasplaats waar ze hem schoonspuiten met hoge druk, drogen en spoelen met diesel. Inwendig is wat roest zichtbaar, het zou dus kunnen dat er wat water onder in de tank gestaan heeft waardoor de bacterie ontstaan is. Na een paar uur zijn de Mauritaanse hulptroepen weer terug en wordt alles weer in elkaar gezet, ondertussen zijn alle leidingen doorgeblazen en het tankfilter schoongemaakt, deze zat van boven tot onder helemaal vol met drab en vuil.

 

Op verzoek brengen de mannen 8 nieuwe brandstof filters mee zodat we even vooruit kunnen. Nadat alles getest is en goed werkt vraag ik om de rekening. Hoe graag ik ook wilde, het is ons niet gelukt om te betalen. Zelfs een cadeau wordt niet aangenomen. We zijn op de wereld om elkaar te helpen, nietwaar? Oei, daar kunnen we dus weer veel van leren als we denken aan de Nederlandse gastvrijheid tegenover o.a. buitenlanders.

 

In de middag gaan we even bij de Senegalese ambassade langs om te kijken of ze daar nog iets voor ons kunnen betekenen in het douaneprobleem. Dat blijkt niet het geval te zijn. Aan het eind van de middag is het spreekuur op het Nederlandse Consulaat, helaas is de consul er niet dus sturen we een mail naar de Nederlandse ambassade. Tussen de bedrijven door rijden we naar zee waar Joppe even heerlijk kan ravotten, hij komt de laatste dagen wat aandacht te kort door al het gedoe. Hij speelt heerlijk in de golven met een fles die hij op het strand gevonden heeft.

 

‘s Avonds zoek ik op de officiële website van de Senegalese Douane naar wat extra informatie. Daar staat gewoon, zoals wij ook dachten, dat je aan de grens een Laissez Passer kunt krijgen voor max 10 dagen, deze kun je maximaal twee keer laten verlengen met 15 dagen. We blijven nog even zoeken naar mogelijkheden, voor de zekerheid stuur ik de tekst en de site door naar de Ambassade in Dakar in de hoop op een spoedig antwoord.

 

Woensdag 18/11

 

Jorina is druk met het uitzoeken van de foto’s en monteert wat filmpjes. Ik check de auto, maakt het voorfilter weer schoon en kom tot de ontdekking dat er onder in de tank een klein lekje zit. De hulptroepen worden weer gebeld en binnen no-time is de tank er weer onderuit en gaan ze naar een lasser. Als de tank terug komt kijk ik er nog eens goed in en zie dat er toch wel wat roest in zit. Laten we hopen dat alles nu een paar maanden heel blijft. Even een paar weken niet sleutelen zou ook wel leuk zijn. Ook nu weigeren de mannen iets aan te nemen, nou ja, een glaasje koude cola gaat er wel in.

 

 

Aan het einde van de middag rij ik nog even bij het consulaat langs. De consul is er en staat me uiterst vriendelijk en behulpzaam te woord. Volgens hem moet de ambassade in Dakar contact opnemen met de douane in Senegal om er voor te zorgen dat we gewoon het land inkunnen. We sturen op zijn verzoek nogmaals een mail naar de ambassade met de laatste informatie. Inmiddels is in de omgevig van de Auberge wel bekend dat we naar Senegal willen, maar teruggekeerd zijn van de grens. Er komen dus allerlei regelmannetjes op ons af die het beste met zichelf voorhebben. Er zit er één tussen die wel serieus iets zou kunnen betekenen. We wachten donderdag nog even af voordat we de knoop definitief doorhakken.

 

Grensperikelen

 

Donderdag 19/11

 

Van de kant van de Ambassade blijft het stil. In de loop van de ochtend waag ik er een telefoontje aan. Ik had een naam doorgekregen van de Consul van de persoon welke onze zaak zou moeten behandelen. Na een keuzemenu (is ook zo heerlijk Nederlands; een telefoontje wat ik pleegde naar de Senegalese Ambassade in Den Haag in aanloop naar onze reis werd na 20 seconden gewoon opgenomen met het magische woord “Hallo?”) doorlopen te hebben kreeg ik de telefoniste aan de lijn, althans een telefoniste van MinBuZa in Den Haag. Ik was doorverbonden vanuit Dakar omdat men er daar blijkbaar ook Afrikaanse werktijden er op na houd. Halverwege de middag kon ik mijn geluk nog een keer beproeven in Dakar was het advies, tevens wist mevrouw me alvast te melden dat “MinBuZa normaliter adviseert om de geldende regelgeving van het desbetreffende land op te volgen”. “Goed opgelet op school, meisje” schiet door mijn gedachten en houd het nog net binnensmonds.

 

In de middag bel ik met Dakar en krijg ik na twee mislukte pogingen dan toch echt iemand aan de lijn die iets weet van mijn mails. “Ja, het ging over mensen die met een “Karravan” over land naar Senegal wilden?” “Oh? Hoort u dan misschien ook bij die groep?” Meneer ging dat zelf niet uitzoeken maar had het bij een ambassademedewerker neergelegd. Deze beste man was inderdaad bezig met de mail en was wat dingen aan het uitzoeken. Zodra hij enig resultaat had zouden we dat horen.

 

Aan het einde van de middag kom er bericht uit Dakar;

 

“Geachte,

Ingevolge uw e-mails en ons telefonisch gesprek.

Uit opzoekingen blijkt dat alle voertuigen van toeristen over een “carnet de passage en douane” dienen te beschikken. Aan de grenspost wordt een “passavant de circulation” afgeleverd om zich tot Dakar te begeven om het voertuig in te schrijven bij de Douane; en de carnet ATA te laten afstempelen voor binnen-, en uiteindelijk buitenkomst.

 

Geldigheid is 10 dagen, twee maal verlengbaar met 15 dagen. De verlening is gratis, maar enkel mogelijk in Dakar.

Voertuigen die niet over een carnet ATA beschikken, moeten achtergelaten worden op een parking waarna u een Senegalees voertuig huurt.

 

Er zou echter ook een systeem van borgstelling bestaan. U betaalt een bedrag aan de grens ter garantie dat u Senegal terug met de (niet-reguliere) wagen zal verlaten. De hoogte van dit bedrag is ons niet bekend, het is wel verschillend naargelang de afstand tussen de grenspost en Dakar. Dit zou de 250 Euro kunnen zijn waarover u schreef.

Helaas is Senegal niet vrij van lokale corruptie, zodat de theorie al eens kan verschillen van wat in de praktijk gebeurd, of mogelijk is.

 

Met vriendelijke groeten,

Consulaire Afdeling”

 

Bovenstaande tekst is dus een beetje een domper aangezien “Het systeem van Borgstelling” waarschijnlijk het gene is waar wij op vastliepen. Over de lengte van het passavant welke je dan krijgt lopen de verhalen uiteen. Vanuit St Louis zou dit maximaal vijf dagen zijn volgens de berichten aan de grens. Daar werd ook gesproken over maximaal één verlenging van 10 of 15 dagen en dus blijkbaar uitsluitend in Dakar te regelen. Als we niet om het systeem van borgstelling heen kunnen op the African way dan wordt het lastig om diep in Senegal te gaan reizen en vanuit Senegal naar Guinee, Guinee Bissau en Gambia te reizen.

 

Senegal is voor ons spreekwoordelijk “het eiland van rust, in een zee vol onzekerheden” Het land waar we gedurende ons bezoek aan de zuidelijk gelegen landen op zouden kunnen terugvallen om welke reden dan ook. We hebben ook overwogen om via Rosso naar het oosten langs de Senegal te rijden en dan bij het drielandenpunt Mali, Mauritanië, Senegal de grens over te steken naar Senegal. Dit blijkt later toch niet mogelijk met een auto maar dat zou dan 50km verderop kunnen naar Mali en daarvandaan naar Senegal of direct naar Guinee.

 

Na uitvoerig overleg met locals en vooral ook met elkaar besluiten we dat deze beide opties voor ons niet de beste zijn. Jorina heeft na onze dieselavonturen nog niet voldoende vertrouwen in de Unimog om langdurig offroad te gaan en de heersende en groeiende onrust in Mali (die ook veel besproken wordt onder locals in Nouackchott) klinkt ook niet heel aantrekkelijk gezien onze behoefte aan een basisland in West Afrika waar we op terug kunnen vallen zodra we dat willen.

 

We vestigen daarom onze hoop op het regelmannetje welke ons bezocht heeft bij de Auberge. Hij komt aan het begin van de avond langs en ik hoor hem zo goed en zo kwaad als dat mogelijk is uit over de (on)mogelijkheden;

Zijn werkterrein is Rosso dus daar zou het moeten gebeuren, De Mauritaanse kant komt voor onze rekening en hij regelt de overkant, 10 dagen passavant voor 150,- zo aan de grens gefikst. Hij hoort me bedenkelijk brommen en wijst me dan op zijn grijze haren, hij doet dit al jaa-ren en zag hij er niet betrouwbaar uit? Om dat laatste te bewijzen somt hij een hele gedetailleerde “prijslijst” op voor de Mauritaanse kant van de grens. Na enig overleg besluiten we het er op te wagen als laatste kans. We beloven hem dat als hij het goed regelt dat hij op onze kosten terug naar Nouackchott kan en dat hij bij geen resultaat mag lopen. We spreken af om morgenochtend naar Rosso te rijden, regelmannetje rijd mee. Om te voorkomen dat regelmannetje commissie moet betalen aan de Auberge moeten we hem aan de overkant van de straat oppikken.

 

Vrijdag 20/11.

 

Om kwart voor acht vertrekken we naar Rosso, Regelmeneer staat al te wachten en springt in zijn prachtige blauwe gewaad in de auto, nietsvermoedend over het feit dat hij in Rosso weleens vijf minuten nodig zou kunnen hebben om zijn goeie goed te ontdoen van Joppe-haar.

 

We hebben de wind mee en rijden binnen drie uur de 210 kilometer inclusief de nodige stops voor Gendarmerie, Douane, Politie en een soort van verkeersveiligheidsdienst.

 

We kunnen het nu wel dromen;

 

•stoppen bij bordje halte (50-150 meter bij de post vandaan) wachten tot dienstdoende meneer uit de ligstand komt en de weg op sjokt, in een enkel geval staat hij daar al en liggen er één of twee collega’s horizontaal.

 

•Wachten tot belangrijke meneer een teken geeft, dit varieert van een flauw knikje (bedoeld als oogtest denken we), een gebaar waar je ook vliegen mee van je gezicht wappert, of een beweging met de hand die je ook maakt als je je hand voor je mond doet als je gaapt. Deze laatste is het gevaarlijkst omdat dat soms ook echt voor het gapen was en er pas daarna een knikje of een vliegenwapper volgt.

 

•Na het teken, of als je denkt dat je een teken gezien hebt rijdt je rustig door naar de post. We zijn al een keer bij het verkeerde teken gaan rijden hetgeen je dan een uitbrander oplevert met de vraag of je niet lezen kunt.

 

•Eenmaal bij de halte volgt een begroeting meestal met handdruk en een sociaal praatje over hoe het gaat en dan valt Joppe vaak op hetgeen meestal wel een leuk gesprekje oplevert. Standaard vragen volgen al snel; Waar vandaan?, waar naar toe? Direct of met overnachting? Uiteraard wordt er altijd naar de “fiche” gevraagd, het beroemde en bijna onmisbare zelfgemaakte formuliertje wat de meeste Overlanders wel kennen, met daarop alle personalia van ons beide en de gegevens van de auto. De bijdehandste beambten vragen dan waarom Joppe niet op de fiche staat.

 

•Soms volgen er nog specifieke vragen naar autopapieren, verzekering van de auto, rijbewijs, of kopie paspoort. Tevens is dit het einde van het onderonsje met de belangrijke meneer en mag je verder.

 

We zijn dus in Rosso en op zo’n driehonderd meter vanaf de grens maant onze regelmeneer ons tot stoppen, hij klautert uit de auto en begint aan de afklopbeurt van zijn blauwe gewaad en tot onze verbazing klautert er een andere regelmeneer in de cabine. Hij heeft haast, hij gaat voor ons de Mauritaanse kant regelen en wil ons voor twaalf uur in Senegal hebben. En snel gaat het, we rijden naar de grens, daar springt regelmeneer uit de auto, schreeuwt wat tegen de douane en gooit het hek open, de douane gebaart ons om te wachten maar daar wil regelmeneer niks van weten en na wat gekissebis zijn ze het eens, we mogen het grensterrein op. Daar wordt ik van hokje naar hokje gesleurd en binnen no time staan alle stempels op de juiste plaats, de ticket voor de boot wordt gekocht en dit alles volgens de “prijslijst” die we gekregen hadden. Het verrassende is dat er vaak gezegd wordt dat je in Rosso veel meer betalen moet als in Diama, dat is dus niet zo, de prijzen zijn soms wat hoger of lager, gemiddeld is het hetzelfde.

Hoewel we ons de vorige reis groen en geel geërgerd aan het overal maar moeten betalen van “lokale kosten” gaan we er nu toch een beetje in mee. Zodra het om fooitjes gaat gaan wij er geen dag meer om vechten, noem het corruptie, noem het laf, het is het systeem wat hier gehanteerd wordt, het systeem wat wij niet gaan veranderen. In Rosso zie ik dat ook locals betalen, bij elk kantoor waar je moet zijn wordt afgerekend. Voor zover ik het zien kan zijn de bedragen ook gelijk. De prijs voor de boot is wel wisselend, dit aan de hand van het voertuiggewicht. Dit gaat netjes met tickets, dit geldt ook voor de gemeentelijke belasting. Of al dat geld aan het eind van de dag op de juiste plaats terecht komt weet ik niet, ik ben er bang voor.

 

Wat niet officieel gaat is de voorrang bij de boot. Onze regelmeneer vind dat wij als eerste aan boord moeten en dat ik daarvoor 50,- Euro moet betalen aan een zeer arrogante flapdrol met te grote zonnebril. Dit weiger ik pertinent. De man kan niet eens uitleggen waarvoor ik hem betalen moet. Het is zo dat links en rechts auto’s geparkeerd staan die allemaal naar de overkant moeten. De één heeft geen haast de ander wel. Deze meneer houd zijn hoofd supercool en heeft het allemaal in het snotje. Hij ziet precies wie er haast heeft en deze mensen laat hij voorgaan tegen betaling. Na iets te lang de weg geblokkeerd te hebben wordt onze regelmeneer zenuwachtig en zakt de prijs spontaan 90%. Op die laatste 6,- Euro laten we het niet zitten dus gaan we aan boord.

 

Aan boord verschijnt ook onze regelmeneer weer die meegekomen was uit Nouackchott. Hij wil betaald worden voor zijn diensten. Huh, hij moest toch de Senegalese kant voor ons regelen? Dat ging zijn vriend voor ons doen beloofde hij, hij ging met de volgende boot weer mee terug wat dan kon hij gelijk terug naar Nouackchott. Dit was niet volgens de afspraak. Het werd dus een enerverend gesprek in het Frans en Engels met wat “Ja amme hoela’s van mij er in verwerkt.

 

De man die voor ons de Mauritaanse kant geregeld had wil ook zijn centen want hij zijn werk is klaar. We geven hem een bedrag wat we redelijk vinden en laten regelmeneer 1 en 2 het verder onderling maar uitzoeken.

 

Eenmaal aan de overkant worden we opgevangen door regelmeneertje 3, hij neemt me mee naar de politie, waar hij nogal opzichtig probeert voor te dringen, hij wordt dan ook weer keurig in de rij gezet en na tien minuten zijn we aan de beurt en krijgen we ons stempel, niks betalen. Wij niet en de locals voor ons niet.

 

Dan snel door naar de Douane…… hier komen we net te laat aan. De poort sluit want het is vrijdagmiddag en de mannen moeten naar de Moskee. Om drie uur gaat de zaak weer open en zijn we aan de beurt.

We brengen de uren door in de schaduw van onze auto waar we gezelschap hebben van een groep kinderen en opgeschoten jeugd. Op een gegeven moment tellen we twaalf kroeskoppen, in het midden zit Abou, een jongen met verstandelijke beperking. Abou heeft alleen aandacht voor Joppe. En hoe fel Joppe soms kan reageren naar “normale” mensen, zo zacht en teder is hij naar Abou. De anderen in de groep lachen er om. We vinden het mooi dat zo’n jongen zo naar Joppe toe trekt. Als er dan later ook een gast van een jaar of 16/17 langs ons op wil en het nodig vind om Abou aan de kant te duwen maken we ons kwaad. We maken hem heel snel duidelijk dat we niet accepteren dat hij zo met zo’n jongen omgaat. Ook hiervoor geld dat dit in het systeem zit en dat wij dit niet gaan veranderen, maar toch…. Dit raakt ons meer dan die paar tientjes. Na wat mopperen draait het ventje om en loopt om de auto heen om zijn weg te vervolgen.

 

Om drie uur ga ik maar eens poolshoogte nemen bij de Douane. Het kantoor is open maar bij de beambte vangen we bot, hij gaat geen passavant afgeven voor onze auto. Deze is te oud en heeft geen Carnet de Passage. Dat is slecht nieuws. Regelmeneer 3 weet nog een alternatief. De kolonel houd van reizigers dus als we hem kunnen spreken komt het vast allemaal goed. Klein nadeel; Kolonel is zo moe geworden in de moskee dat hij eerst nog even een tukkie aan het doen is op kantoor. Zodra hij wakker is kunnen we hem spreken. We wachten een klein uurtje en in tussentijd broed onze nieuwe regelmeneer op andere alternatieven, ik heb hem namelijk beloofd dat ik hem goed beloon als hij het klusje klaart. Ondertussen verliezen wij de hoop een beetje. Regelmeneer gaat bellen en heeft plots de oplossing. We moeten Moulay Idrissa Zargan hebben. Die naam kennen we, dat is de man die ons in Diama 250,- Euro vroeg voor 5 dagen en die er één verlenging van 10 of 15 dagen bij beloofde. De man werkt dus zowel in Rosso als in Diama. Dit is dus blijkbaar de man van het borgstellingssysteem waar de ambassade het over had. Dit is dus blijkbaar de enige man waar heel dat systeem vanaf hangt. Dan is dit dus ook de man die op jaarbasis een vermogen bij elkaar harkt omdat er zoveel Europese auto’s naar Gambia gaan om daar verkocht te worden. De puzzelstukjes beginnen op hun plaats te vallen.

 

Zakendoen met Moulay kan niet hier aan de grens. De beste man is een dagje in Dakar en kan dus niet faxen of zoiets dergelijks. De oplossing die regelmeneer 3 voor ons heeft is om de auto en eventueel Jorina en Joppe achter te laten bij de grens om dan met een taxi naar St Louis of Dakar te rijden om daar het papierwerk te regelen. De auto achterlaten aan de grens gaan we dus echt niet doen. Hoezeer ze ook beloven om er op te passen. De praktijk leert dat er niemand naar omkijkt en als je terug komt zijn er minstens vijf gasten die geld van je willen omdat ze je auto bewaakt hebben.

 

De kansen worden dus met de minuut minder. Alleen een gesprek met kolonel zou uitkomst kunnen bieden. Rond vieren is hij weer fris en fruitig en kan hij ons te woord staan. Hij is erg joviaal en luistert naar ons relaas. En ik heb de indruk dat hij bereidwillig is om te helpen. Hij kan en mag, volgens eigen zeggen, echter vanuit zijn rol als douane official zelf niks regelen. Geen passavant voor een dag, of een paar uur of ook maar voor een minuutje. Weer valt de naam Moulay Idrissa. De kolonel neemt de moeite om hem te bellen. Het wordt me duidelijk dat hij dus inderdaad in Dakar zit en die avond weer naar St Louis rijdt. We weten hoe ver dat is.

Het is onzin om te veronderstellen dat de papieren dan nog voor het weekend geregeld kunnen worden, hoezeer onze regelmeneer dat ook beloofd. Dakar-St Louis is volgens hem maar drie uur rijden. Ja amme hoela. Nog een nacht of meerdere nachten aan de grens staan willen we niet, zeker niet in Rosso. Het is vooral aan de Senegalese zijde een heksenketel waar iedereen in en uit loopt en iedereen wat van je moet.

 

Na kort overleg hakken we de knoop definitief door; Geen West Afrika deze reis. Het wordt vooral heel veel Marokko en veel Noord-Zuid-Noord bewegingen in Mauritanië.

 

We denken het systeem anno 2015 nu door te hebben. Tip; Voor degene die overweegt om zonder Carnet naar Senegal te rijden met een auto ouder dan 8 jaar, vraag toch maar een Carnet aan.

 

Voor degene die dat echt niet wil de volgende tip. Achterhaal het mailadres van Moulay, ik heb alleen zijn telefoonnummer. Mail hem voordat je vertrekt uit Nederland en anders uiterlijk in Marokko de autopapieren. Dan sta je in een veel betere onderhandelingspositie. En bijkomend voordeel is dat hij dan de tijd heeft om alles te regelen en klaar te leggen aan de grens. Dit schijnt echt goed te werken hebben we van een Duitser begrepen die dit 4 keer per jaar doet. De prijzen schommelen heel erg aan de hand van wat je voor voertuig heb, of er waardevolle handel in zit en wat zijn risico is. Het schommelt ergens tussen de 150,- en de 750,- per auto. Als je het hebt geregeld zoals hierboven beschreven bel dan ter verificatie vanuit Nouadhibou of Nouackchott met Moulay. Als er iets niet goed gegaan is kun je nog mailen, faxen of andere maatregelen treffen. Zorg er verder voor dat je bij voorkeur bij de grens (Diama of Rosso) aankomt op een doordeweekse dag (maandag t/m donderdag) van vrijdag t/m zondag is er elke dag wel wat waardoor dingen lastig gaan (This is Africa is dan het veel gehoorde excuus). Als je het doet zoals hierboven beschreven staat dan moet het lukken. Je krijgt dat hoogst waarschijnlijk een passavant voor 5 dagen. Binnen die tijd kun je in Dakar tenminste één verlening van 10 dagen krijgen, maar waarschijnlijker is dat dat er twee van 15 dagen zijn.

 

Wij komen nog wel een keertje terug met Carnet de Passage. Hebben we één van onze volgende reisplannen alvast klaar staan.

 

Nu we definitief omdraaien willen we ook zo snel als mogelijk is weer terug naar Mauritanië. Het is inmiddels half vijf en de grens sluit om zes uur. Met hulp van onze regelmeneer draaien we de auto om en zetten deze vooraan in de rij, dit is niet naar de zin van een paar andere mensen, maar deze keer weet ik heel erg zeker dat we met de eerste boot gaan. Dan verschijnt er een meneer aan het raam die het even financieel met ons komt regelen. We kunnen als eerste aan boord als we maar betalen. Ik maak hem duidelijk dat dit deze keer ook gaat lukken zonder ook maar één cent uit te geven. Hij verlaagt zijn prijs drastisch maar we gaan er verder niet op in. Zodra de boot aankomt en bijna leeg is laten we de auto de helling af rollen en gaan we aan boord.

 

Aan de overkant worden we bij de politie weer netjes in gestempeld, deze keer netjes zonder te betalen en met de nodige vriendelijke woorden van de beambten. Bij de Gendarmerie moeten we wel betalen evenals de gemeentebelasting en de bootticket. Bij de Douane hoeven we niet te betalen maar moeten we weer naar het hoofdkantoor 300 meter verderop om een Passavant te kopen. Uiteraard moet dit onder escorte want stel je toch eens voor dat we er vandoor gaan. Om 10 over zes komen we aan bij het kantoor. Om 15 over zes melden we ons bij de chef met de vraag om het passavant in orde te maken. Dat blijkt niet te lukken. Het is immers al zes uur geweest en dus sluitingstijd. Morgen maar terugkomen. Om 9 uur kan het geregeld worden volgens de chef. In het vertrouwen dat deze man zowel ’s avonds als ’s morgens kan klokkijken gaan we een lekker potje koken en genieten we van de avond in Rosso.

 

Zaterdag 21/11

’s Morgens vroeg gaan we even pinnen, brood halen en de verzekering voor Mauritanië alvast verlengen. Om 9 uur zijn we terug bij de douane maar daar is nog weinig beweging te zien. Als om half tien de deur nog steeds dicht zit ga ik maar eens een praatje maken bij de beveiliging. Deze belt wat in het rond en beloofd me dat “ze” er aan komen. Als er dan om half elf nog steeds geen vooruitgang te zien is ga ik voor een tweede keer naar zijn hokje en laat hem voor de zekerheid de tijd even zien. Hij belt weer wat rond en beloofd dat er nu echt iemand onderweg is. Om elf uur verschijnt de eerste man. Het is de “Transiteur” deze persoon maakt de doorvoer van voertuigen mogelijk. Hij is bereid om alvast het papierwerk in orde te maken in afwachting van de chef, want die moet stempelen. De chef is er nog niet maar die kan elk moment komen. Uiteindelijk om 13 uur verschijnt hij duidelijk met ochtendhumeur en in trainingspak. Hij is niet van plan om te stempelen vandaag, hallo…. het is zaterdag. De Transiteur moet maar naar de grens lopen om daar een stempel te laten zetten. Dat gebeurt dus ook en zodra hij terug is durft hij dubbel tarief te vragen omdat het zaterdag is. Aan dat soort spelletjes doen we niet mee. Wij wilden het op vrijdag regelen, maar dat was allemaal te moeilijk voor de mannen dus nou ook niet huilie huilie doen.

Ik betaal de 50,- welke tegenwoordig normaal is voor het passavant van Mauritanië en we vertrekken richting Nouackchott.

 

Zondag 22/11

We houden vandaag rustdag bij Auberge Sahara, We zijn wel weer toe aan wat rust na de nieuwe grensperikelen van deze week. We zijn tevreden met de keuze die we heel bewust gemaakt hebben en de teleurstelling ebt langzaam weg. We maken voorzichtig plannen voor de komende weken en besluiten om maandag Naar Nouadhibou te rijden om dan dinsdag de grens over te steken. Regelmeneer die ons toch wel een beetje in het ootje genomen heeft laat zich wijselijk niet zien.

 

Er komt een Duitser langs die bij een andere Auberge staat. Hij is terug gekomen van de grens met Mali, deze is naar aanleiding van de aanslag in Bamako voor tenminste 10 dagen gesloten. Achteraf dus een wijze beslissing om het niet via die kant te proberen.

 

Maandag 23/11

 

Zodra we wakker zijn stappen we in en vertrekken we richting het noorden. Voordat we de stad uit zijn vullen we de brandstof bij zodat we net in Marokko kunnen komen, Jorina haalt wat brood voor onderweg en dan gaan we er weer lekker voor zitten. 470km voor de boeg.

 

Zo’n 100km buiten Nouackchott steekt de wind op uit het noordoosten. Het waait erg hard en er stuift ontzettend veel zand over de weg. Het is opletten geblazen en het raam aan de rechterkant kan eigenlijk niet lekker open zonder in het zand te happen. Door deze felle tegenwind gaat de diesel er sneller doorheen dan gedacht. Dit hebben we echter pas in de gaten als we de tankstations halverwege de route voorbij zijn. Volgens de nieuwe berekening zou het allemaal net moeten lukken als we de laatste jerrycan in de tank gooien.

 

Om half twee zijn we bij de kruising waar je rechtsaf kunt naar de grens. We overleggen even en besluiten dat het zonde is om nog 40km naar Nouadhibou te rijden, daar te overnachten en dan weer dezelfde 40km terug. We hebben nog behoorlijk wat tijd dus besluiten we het er op te wagen en rijden we naar de grens.

 

Aan de Mauritaanse kant gaat het heel soepel. Geen last van regelmannetjes, nergens betalen. Nou ja, bij de Gendarmerie wel; De Gendarmerie-controleurs, compleet met snuffelhond, zitten met zijn drieën in de schaduw. Op het Gendarmerie kantoor is het erg druk, allemaal Senegalezen die vanuit Marokko komen. Allemaal met oude Europese auto’s. Ik loop op de mannen in de schaduw af en maak een praatje. Officieel moet ik achteraan in de rij gaan staan zodat de kantoormannen onze gegevens in het boek kunnen zetten. Eén van de buitenmannen heeft een idee, als ik hem nou een fiche geef dan zorgt hij dat we in het grote boek komen. Dan moet hij ook nog de auto controleren maar daar heeft hij geen zin in. Als ik hem nou een kleinigheidje geef dan kunnen we direct verder.

 

Dat is nou zoals we Afrika kennen, aan de hand van de hoeveelheid tijd en zin die je hebt ga je er in mee of niet. We besluiten onze laatste Mauritaanse geld er maar eens op stuk te slaan en geven de man een fooitje. Uiteraard moet dit uit het zicht gebeuren in onze auto.

Binnen een paar minuten is alles rond en mogen we niemandsland in op weg naar Marokko. Jorina filmt onderweg wat van deze enigszins bizarre route zodat we dit op de website kunnen laten zien.

 

Aan de Marokkaanse kant gaat het niet zo snel. Dat komt omdat het daar zo vreselijk druk is dat we gewoon langer moeten wachten bij de scanner. Alle verkeer uit Mauritanië moet door de scanner en alle vrachtverkeer uit Marokko moet door de scanner, gelukkig niet de auto’s uit Marokko, dan had het allemaal wel een dag langer kunnen duren.

 

Na de grens tanken we en rijden we door naar Bir Gandouz centre waar we weer overnachten bij Hotel Barbas.

 

Vervolg: Marokko

 

 

 

Pole Pole' trough Africa
Zuid Mauritanië
Hulp van Mauritaanse kant