© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina
Together on tour
Grensperikelen
Donderdag 19/11
Van de kant van de Ambassade blijft het stil. In de loop van de ochtend waag ik er een telefoontje aan. Ik had een naam doorgekregen van de Consul van de persoon welke onze zaak zou moeten behandelen. Na een keuzemenu (is ook zo heerlijk Nederlands; een telefoontje wat ik pleegde naar de Senegalese Ambassade in Den Haag in aanloop naar onze reis werd na 20 seconden gewoon opgenomen met het magische woord “Hallo?”) doorlopen te hebben kreeg ik de telefoniste aan de lijn, althans een telefoniste van MinBuZa in Den Haag. Ik was doorverbonden vanuit Dakar omdat men er daar blijkbaar ook Afrikaanse werktijden er op na houd. Halverwege de middag kon ik mijn geluk nog een keer beproeven in Dakar was het advies, tevens wist mevrouw me alvast te melden dat “MinBuZa normaliter adviseert om de geldende regelgeving van het desbetreffende land op te volgen”. “Goed opgelet op school, meisje” schiet door mijn gedachten en houd het nog net binnensmonds.
In de middag bel ik met Dakar en krijg ik na twee mislukte pogingen dan toch echt iemand aan de lijn die iets weet van mijn mails. “Ja, het ging over mensen die met een “Karravan” over land naar Senegal wilden?” “Oh? Hoort u dan misschien ook bij die groep?” Meneer ging dat zelf niet uitzoeken maar had het bij een ambassademedewerker neergelegd. Deze beste man was inderdaad bezig met de mail en was wat dingen aan het uitzoeken. Zodra hij enig resultaat had zouden we dat horen.
Aan het einde van de middag kom er bericht uit Dakar;
“Geachte,
Ingevolge uw e-mails en ons telefonisch gesprek.
Uit opzoekingen blijkt dat alle voertuigen van toeristen over een “carnet de passage en douane” dienen te beschikken. Aan de grenspost wordt een “passavant de circulation” afgeleverd om zich tot Dakar te begeven om het voertuig in te schrijven bij de Douane; en de carnet ATA te laten afstempelen voor binnen-, en uiteindelijk buitenkomst.
Geldigheid is 10 dagen, twee maal verlengbaar met 15 dagen. De verlening is gratis, maar enkel mogelijk in Dakar.
Voertuigen die niet over een carnet ATA beschikken, moeten achtergelaten worden op een parking waarna u een Senegalees voertuig huurt.
Er zou echter ook een systeem van borgstelling bestaan. U betaalt een bedrag aan de grens ter garantie dat u Senegal terug met de (niet-reguliere) wagen zal verlaten. De hoogte van dit bedrag is ons niet bekend, het is wel verschillend naargelang de afstand tussen de grenspost en Dakar. Dit zou de 250 Euro kunnen zijn waarover u schreef.
Helaas is Senegal niet vrij van lokale corruptie, zodat de theorie al eens kan verschillen van wat in de praktijk gebeurd, of mogelijk is.
Met vriendelijke groeten,
Consulaire Afdeling”
Bovenstaande tekst is dus een beetje een domper aangezien “Het systeem van Borgstelling” waarschijnlijk het gene is waar wij op vastliepen. Over de lengte van het passavant welke je dan krijgt lopen de verhalen uiteen. Vanuit St Louis zou dit maximaal vijf dagen zijn volgens de berichten aan de grens. Daar werd ook gesproken over maximaal één verlenging van 10 of 15 dagen en dus blijkbaar uitsluitend in Dakar te regelen. Als we niet om het systeem van borgstelling heen kunnen op the African way dan wordt het lastig om diep in Senegal te gaan reizen en vanuit Senegal naar Guinee, Guinee Bissau en Gambia te reizen.
Senegal is voor ons spreekwoordelijk “het eiland van rust, in een zee vol onzekerheden” Het land waar we gedurende ons bezoek aan de zuidelijk gelegen landen op zouden kunnen terugvallen om welke reden dan ook. We hebben ook overwogen om via Rosso naar het oosten langs de Senegal te rijden en dan bij het drielandenpunt Mali, Mauritanië, Senegal de grens over te steken naar Senegal. Dit blijkt later toch niet mogelijk met een auto maar dat zou dan 50km verderop kunnen naar Mali en daarvandaan naar Senegal of direct naar Guinee.
Na uitvoerig overleg met locals en vooral ook met elkaar besluiten we dat deze beide opties voor ons niet de beste zijn. Jorina heeft na onze dieselavonturen nog niet voldoende vertrouwen in de Unimog om langdurig offroad te gaan en de heersende en groeiende onrust in Mali (die ook veel besproken wordt onder locals in Nouackchott) klinkt ook niet heel aantrekkelijk gezien onze behoefte aan een basisland in West Afrika waar we op terug kunnen vallen zodra we dat willen.
We vestigen daarom onze hoop op het regelmannetje welke ons bezocht heeft bij de Auberge. Hij komt aan het begin van de avond langs en ik hoor hem zo goed en zo kwaad als dat mogelijk is uit over de (on)mogelijkheden;
Zijn werkterrein is Rosso dus daar zou het moeten gebeuren, De Mauritaanse kant komt voor onze rekening en hij regelt de overkant, 10 dagen passavant voor 150,- zo aan de grens gefikst. Hij hoort me bedenkelijk brommen en wijst me dan op zijn grijze haren, hij doet dit al jaa-ren en zag hij er niet betrouwbaar uit? Om dat laatste te bewijzen somt hij een hele gedetailleerde “prijslijst” op voor de Mauritaanse kant van de grens. Na enig overleg besluiten we het er op te wagen als laatste kans. We beloven hem dat als hij het goed regelt dat hij op onze kosten terug naar Nouackchott kan en dat hij bij geen resultaat mag lopen. We spreken af om morgenochtend naar Rosso te rijden, regelmannetje rijd mee. Om te voorkomen dat regelmannetje commissie moet betalen aan de Auberge moeten we hem aan de overkant van de straat oppikken.
Vrijdag 20/11.
Om kwart voor acht vertrekken we naar Rosso, Regelmeneer staat al te wachten en springt in zijn prachtige blauwe gewaad in de auto, nietsvermoedend over het feit dat hij in Rosso weleens vijf minuten nodig zou kunnen hebben om zijn goeie goed te ontdoen van Joppe-haar.
We hebben de wind mee en rijden binnen drie uur de 210 kilometer inclusief de nodige stops voor Gendarmerie, Douane, Politie en een soort van verkeersveiligheidsdienst.
We kunnen het nu wel dromen;
•stoppen bij bordje halte (50-150 meter bij de post vandaan) wachten tot dienstdoende meneer uit de ligstand komt en de weg op sjokt, in een enkel geval staat hij daar al en liggen er één of twee collega’s horizontaal.
•Wachten tot belangrijke meneer een teken geeft, dit varieert van een flauw knikje (bedoeld als oogtest denken we), een gebaar waar je ook vliegen mee van je gezicht wappert, of een beweging met de hand die je ook maakt als je je hand voor je mond doet als je gaapt. Deze laatste is het gevaarlijkst omdat dat soms ook echt voor het gapen was en er pas daarna een knikje of een vliegenwapper volgt.
•Na het teken, of als je denkt dat je een teken gezien hebt rijdt je rustig door naar de post. We zijn al een keer bij het verkeerde teken gaan rijden hetgeen je dan een uitbrander oplevert met de vraag of je niet lezen kunt.
•Eenmaal bij de halte volgt een begroeting meestal met handdruk en een sociaal praatje over hoe het gaat en dan valt Joppe vaak op hetgeen meestal wel een leuk gesprekje oplevert. Standaard vragen volgen al snel; Waar vandaan?, waar naar toe? Direct of met overnachting? Uiteraard wordt er altijd naar de “fiche” gevraagd, het beroemde en bijna onmisbare zelfgemaakte formuliertje wat de meeste Overlanders wel kennen, met daarop alle personalia van ons beide en de gegevens van de auto. De bijdehandste beambten vragen dan waarom Joppe niet op de fiche staat.
•Soms volgen er nog specifieke vragen naar autopapieren, verzekering van de auto, rijbewijs, of kopie paspoort. Tevens is dit het einde van het onderonsje met de belangrijke meneer en mag je verder.
We zijn dus in Rosso en op zo’n driehonderd meter vanaf de grens maant onze regelmeneer ons tot stoppen, hij klautert uit de auto en begint aan de afklopbeurt van zijn blauwe gewaad en tot onze verbazing klautert er een andere regelmeneer in de cabine. Hij heeft haast, hij gaat voor ons de Mauritaanse kant regelen en wil ons voor twaalf uur in Senegal hebben. En snel gaat het, we rijden naar de grens, daar springt regelmeneer uit de auto, schreeuwt wat tegen de douane en gooit het hek open, de douane gebaart ons om te wachten maar daar wil regelmeneer niks van weten en na wat gekissebis zijn ze het eens, we mogen het grensterrein op. Daar wordt ik van hokje naar hokje gesleurd en binnen no time staan alle stempels op de juiste plaats, de ticket voor de boot wordt gekocht en dit alles volgens de “prijslijst” die we gekregen hadden. Het verrassende is dat er vaak gezegd wordt dat je in Rosso veel meer betalen moet als in Diama, dat is dus niet zo, de prijzen zijn soms wat hoger of lager, gemiddeld is het hetzelfde.
Hoewel we ons de vorige reis groen en geel geërgerd aan het overal maar moeten betalen van “lokale kosten” gaan we er nu toch een beetje in mee. Zodra het om fooitjes gaat gaan wij er geen dag meer om vechten, noem het corruptie, noem het laf, het is het systeem wat hier gehanteerd wordt, het systeem wat wij niet gaan veranderen. In Rosso zie ik dat ook locals betalen, bij elk kantoor waar je moet zijn wordt afgerekend. Voor zover ik het zien kan zijn de bedragen ook gelijk. De prijs voor de boot is wel wisselend, dit aan de hand van het voertuiggewicht. Dit gaat netjes met tickets, dit geldt ook voor de gemeentelijke belasting. Of al dat geld aan het eind van de dag op de juiste plaats terecht komt weet ik niet, ik ben er bang voor.
Wat niet officieel gaat is de voorrang bij de boot. Onze regelmeneer vind dat wij als eerste aan boord moeten en dat ik daarvoor 50,- Euro moet betalen aan een zeer arrogante flapdrol met te grote zonnebril. Dit weiger ik pertinent. De man kan niet eens uitleggen waarvoor ik hem betalen moet. Het is zo dat links en rechts auto’s geparkeerd staan die allemaal naar de overkant moeten. De één heeft geen haast de ander wel. Deze meneer houd zijn hoofd supercool en heeft het allemaal in het snotje. Hij ziet precies wie er haast heeft en deze mensen laat hij voorgaan tegen betaling. Na iets te lang de weg geblokkeerd te hebben wordt onze regelmeneer zenuwachtig en zakt de prijs spontaan 90%. Op die laatste 6,- Euro laten we het niet zitten dus gaan we aan boord.
Aan boord verschijnt ook onze regelmeneer weer die meegekomen was uit Nouackchott. Hij wil betaald worden voor zijn diensten. Huh, hij moest toch de Senegalese kant voor ons regelen? Dat ging zijn vriend voor ons doen beloofde hij, hij ging met de volgende boot weer mee terug wat dan kon hij gelijk terug naar Nouackchott. Dit was niet volgens de afspraak. Het werd dus een enerverend gesprek in het Frans en Engels met wat “Ja amme hoela’s van mij er in verwerkt.
De man die voor ons de Mauritaanse kant geregeld had wil ook zijn centen want hij zijn werk is klaar. We geven hem een bedrag wat we redelijk vinden en laten regelmeneer 1 en 2 het verder onderling maar uitzoeken.
Eenmaal aan de overkant worden we opgevangen door regelmeneertje 3, hij neemt me mee naar de politie, waar hij nogal opzichtig probeert voor te dringen, hij wordt dan ook weer keurig in de rij gezet en na tien minuten zijn we aan de beurt en krijgen we ons stempel, niks betalen. Wij niet en de locals voor ons niet.
Dan snel door naar de Douane…… hier komen we net te laat aan. De poort sluit want het is vrijdagmiddag en de mannen moeten naar de Moskee. Om drie uur gaat de zaak weer open en zijn we aan de beurt.
We brengen de uren door in de schaduw van onze auto waar we gezelschap hebben van een groep kinderen en opgeschoten jeugd. Op een gegeven moment tellen we twaalf kroeskoppen, in het midden zit Abou, een jongen met verstandelijke beperking. Abou heeft alleen aandacht voor Joppe. En hoe fel Joppe soms kan reageren naar “normale” mensen, zo zacht en teder is hij naar Abou. De anderen in de groep lachen er om. We vinden het mooi dat zo’n jongen zo naar Joppe toe trekt. Als er dan later ook een gast van een jaar of 16/17 langs ons op wil en het nodig vind om Abou aan de kant te duwen maken we ons kwaad. We maken hem heel snel duidelijk dat we niet accepteren dat hij zo met zo’n jongen omgaat. Ook hiervoor geld dat dit in het systeem zit en dat wij dit niet gaan veranderen, maar toch…. Dit raakt ons meer dan die paar tientjes. Na wat mopperen draait het ventje om en loopt om de auto heen om zijn weg te vervolgen.
Om drie uur ga ik maar eens poolshoogte nemen bij de Douane. Het kantoor is open maar bij de beambte vangen we bot, hij gaat geen passavant afgeven voor onze auto. Deze is te oud en heeft geen Carnet de Passage. Dat is slecht nieuws. Regelmeneer 3 weet nog een alternatief. De kolonel houd van reizigers dus als we hem kunnen spreken komt het vast allemaal goed. Klein nadeel; Kolonel is zo moe geworden in de moskee dat hij eerst nog even een tukkie aan het doen is op kantoor. Zodra hij wakker is kunnen we hem spreken. We wachten een klein uurtje en in tussentijd broed onze nieuwe regelmeneer op andere alternatieven, ik heb hem namelijk beloofd dat ik hem goed beloon als hij het klusje klaart. Ondertussen verliezen wij de hoop een beetje. Regelmeneer gaat bellen en heeft plots de oplossing. We moeten Moulay Idrissa Zargan hebben. Die naam kennen we, dat is de man die ons in Diama 250,- Euro vroeg voor 5 dagen en die er één verlenging van 10 of 15 dagen bij beloofde. De man werkt dus zowel in Rosso als in Diama. Dit is dus blijkbaar de man van het borgstellingssysteem waar de ambassade het over had. Dit is dus blijkbaar de enige man waar heel dat systeem vanaf hangt. Dan is dit dus ook de man die op jaarbasis een vermogen bij elkaar harkt omdat er zoveel Europese auto’s naar Gambia gaan om daar verkocht te worden. De puzzelstukjes beginnen op hun plaats te vallen.
Zakendoen met Moulay kan niet hier aan de grens. De beste man is een dagje in Dakar en kan dus niet faxen of zoiets dergelijks. De oplossing die regelmeneer 3 voor ons heeft is om de auto en eventueel Jorina en Joppe achter te laten bij de grens om dan met een taxi naar St Louis of Dakar te rijden om daar het papierwerk te regelen. De auto achterlaten aan de grens gaan we dus echt niet doen. Hoezeer ze ook beloven om er op te passen. De praktijk leert dat er niemand naar omkijkt en als je terug komt zijn er minstens vijf gasten die geld van je willen omdat ze je auto bewaakt hebben.
De kansen worden dus met de minuut minder. Alleen een gesprek met kolonel zou uitkomst kunnen bieden. Rond vieren is hij weer fris en fruitig en kan hij ons te woord staan. Hij is erg joviaal en luistert naar ons relaas. En ik heb de indruk dat hij bereidwillig is om te helpen. Hij kan en mag, volgens eigen zeggen, echter vanuit zijn rol als douane official zelf niks regelen. Geen passavant voor een dag, of een paar uur of ook maar voor een minuutje. Weer valt de naam Moulay Idrissa. De kolonel neemt de moeite om hem te bellen. Het wordt me duidelijk dat hij dus inderdaad in Dakar zit en die avond weer naar St Louis rijdt. We weten hoe ver dat is.
Het is onzin om te veronderstellen dat de papieren dan nog voor het weekend geregeld kunnen worden, hoezeer onze regelmeneer dat ook beloofd. Dakar-St Louis is volgens hem maar drie uur rijden. Ja amme hoela. Nog een nacht of meerdere nachten aan de grens staan willen we niet, zeker niet in Rosso. Het is vooral aan de Senegalese zijde een heksenketel waar iedereen in en uit loopt en iedereen wat van je moet.
Na kort overleg hakken we de knoop definitief door; Geen West Afrika deze reis. Het wordt vooral heel veel Marokko en veel Noord-Zuid-Noord bewegingen in Mauritanië.
We denken het systeem anno 2015 nu door te hebben. Tip; Voor degene die overweegt om zonder Carnet naar Senegal te rijden met een auto ouder dan 8 jaar, vraag toch maar een Carnet aan.
Voor degene die dat echt niet wil de volgende tip. Achterhaal het mailadres van Moulay, ik heb alleen zijn telefoonnummer. Mail hem voordat je vertrekt uit Nederland en anders uiterlijk in Marokko de autopapieren. Dan sta je in een veel betere onderhandelingspositie. En bijkomend voordeel is dat hij dan de tijd heeft om alles te regelen en klaar te leggen aan de grens. Dit schijnt echt goed te werken hebben we van een Duitser begrepen die dit 4 keer per jaar doet. De prijzen schommelen heel erg aan de hand van wat je voor voertuig heb, of er waardevolle handel in zit en wat zijn risico is. Het schommelt ergens tussen de 150,- en de 750,- per auto. Als je het hebt geregeld zoals hierboven beschreven bel dan ter verificatie vanuit Nouadhibou of Nouackchott met Moulay. Als er iets niet goed gegaan is kun je nog mailen, faxen of andere maatregelen treffen. Zorg er verder voor dat je bij voorkeur bij de grens (Diama of Rosso) aankomt op een doordeweekse dag (maandag t/m donderdag) van vrijdag t/m zondag is er elke dag wel wat waardoor dingen lastig gaan (This is Africa is dan het veel gehoorde excuus). Als je het doet zoals hierboven beschreven staat dan moet het lukken. Je krijgt dat hoogst waarschijnlijk een passavant voor 5 dagen. Binnen die tijd kun je in Dakar tenminste één verlening van 10 dagen krijgen, maar waarschijnlijker is dat dat er twee van 15 dagen zijn.
Wij komen nog wel een keertje terug met Carnet de Passage. Hebben we één van onze volgende reisplannen alvast klaar staan.
Nu we definitief omdraaien willen we ook zo snel als mogelijk is weer terug naar Mauritanië. Het is inmiddels half vijf en de grens sluit om zes uur. Met hulp van onze regelmeneer draaien we de auto om en zetten deze vooraan in de rij, dit is niet naar de zin van een paar andere mensen, maar deze keer weet ik heel erg zeker dat we met de eerste boot gaan. Dan verschijnt er een meneer aan het raam die het even financieel met ons komt regelen. We kunnen als eerste aan boord als we maar betalen. Ik maak hem duidelijk dat dit deze keer ook gaat lukken zonder ook maar één cent uit te geven. Hij verlaagt zijn prijs drastisch maar we gaan er verder niet op in. Zodra de boot aankomt en bijna leeg is laten we de auto de helling af rollen en gaan we aan boord.
Aan de overkant worden we bij de politie weer netjes in gestempeld, deze keer netjes zonder te betalen en met de nodige vriendelijke woorden van de beambten. Bij de Gendarmerie moeten we wel betalen evenals de gemeentebelasting en de bootticket. Bij de Douane hoeven we niet te betalen maar moeten we weer naar het hoofdkantoor 300 meter verderop om een Passavant te kopen. Uiteraard moet dit onder escorte want stel je toch eens voor dat we er vandoor gaan. Om 10 over zes komen we aan bij het kantoor. Om 15 over zes melden we ons bij de chef met de vraag om het passavant in orde te maken. Dat blijkt niet te lukken. Het is immers al zes uur geweest en dus sluitingstijd. Morgen maar terugkomen. Om 9 uur kan het geregeld worden volgens de chef. In het vertrouwen dat deze man zowel ’s avonds als ’s morgens kan klokkijken gaan we een lekker potje koken en genieten we van de avond in Rosso.
Zaterdag 21/11
’s Morgens vroeg gaan we even pinnen, brood halen en de verzekering voor Mauritanië alvast verlengen. Om 9 uur zijn we terug bij de douane maar daar is nog weinig beweging te zien. Als om half tien de deur nog steeds dicht zit ga ik maar eens een praatje maken bij de beveiliging. Deze belt wat in het rond en beloofd me dat “ze” er aan komen. Als er dan om half elf nog steeds geen vooruitgang te zien is ga ik voor een tweede keer naar zijn hokje en laat hem voor de zekerheid de tijd even zien. Hij belt weer wat rond en beloofd dat er nu echt iemand onderweg is. Om elf uur verschijnt de eerste man. Het is de “Transiteur” deze persoon maakt de doorvoer van voertuigen mogelijk. Hij is bereid om alvast het papierwerk in orde te maken in afwachting van de chef, want die moet stempelen. De chef is er nog niet maar die kan elk moment komen. Uiteindelijk om 13 uur verschijnt hij duidelijk met ochtendhumeur en in trainingspak. Hij is niet van plan om te stempelen vandaag, hallo…. het is zaterdag. De Transiteur moet maar naar de grens lopen om daar een stempel te laten zetten. Dat gebeurt dus ook en zodra hij terug is durft hij dubbel tarief te vragen omdat het zaterdag is. Aan dat soort spelletjes doen we niet mee. Wij wilden het op vrijdag regelen, maar dat was allemaal te moeilijk voor de mannen dus nou ook niet huilie huilie doen.
Ik betaal de 50,- welke tegenwoordig normaal is voor het passavant van Mauritanië en we vertrekken richting Nouackchott.
Zondag 22/11
We houden vandaag rustdag bij Auberge Sahara, We zijn wel weer toe aan wat rust na de nieuwe grensperikelen van deze week. We zijn tevreden met de keuze die we heel bewust gemaakt hebben en de teleurstelling ebt langzaam weg. We maken voorzichtig plannen voor de komende weken en besluiten om maandag Naar Nouadhibou te rijden om dan dinsdag de grens over te steken. Regelmeneer die ons toch wel een beetje in het ootje genomen heeft laat zich wijselijk niet zien.
Er komt een Duitser langs die bij een andere Auberge staat. Hij is terug gekomen van de grens met Mali, deze is naar aanleiding van de aanslag in Bamako voor tenminste 10 dagen gesloten. Achteraf dus een wijze beslissing om het niet via die kant te proberen.
Maandag 23/11
Zodra we wakker zijn stappen we in en vertrekken we richting het noorden. Voordat we de stad uit zijn vullen we de brandstof bij zodat we net in Marokko kunnen komen, Jorina haalt wat brood voor onderweg en dan gaan we er weer lekker voor zitten. 470km voor de boeg.
Zo’n 100km buiten Nouackchott steekt de wind op uit het noordoosten. Het waait erg hard en er stuift ontzettend veel zand over de weg. Het is opletten geblazen en het raam aan de rechterkant kan eigenlijk niet lekker open zonder in het zand te happen. Door deze felle tegenwind gaat de diesel er sneller doorheen dan gedacht. Dit hebben we echter pas in de gaten als we de tankstations halverwege de route voorbij zijn. Volgens de nieuwe berekening zou het allemaal net moeten lukken als we de laatste jerrycan in de tank gooien.
Om half twee zijn we bij de kruising waar je rechtsaf kunt naar de grens. We overleggen even en besluiten dat het zonde is om nog 40km naar Nouadhibou te rijden, daar te overnachten en dan weer dezelfde 40km terug. We hebben nog behoorlijk wat tijd dus besluiten we het er op te wagen en rijden we naar de grens.
Aan de Mauritaanse kant gaat het heel soepel. Geen last van regelmannetjes, nergens betalen. Nou ja, bij de Gendarmerie wel; De Gendarmerie-controleurs, compleet met snuffelhond, zitten met zijn drieën in de schaduw. Op het Gendarmerie kantoor is het erg druk, allemaal Senegalezen die vanuit Marokko komen. Allemaal met oude Europese auto’s. Ik loop op de mannen in de schaduw af en maak een praatje. Officieel moet ik achteraan in de rij gaan staan zodat de kantoormannen onze gegevens in het boek kunnen zetten. Eén van de buitenmannen heeft een idee, als ik hem nou een fiche geef dan zorgt hij dat we in het grote boek komen. Dan moet hij ook nog de auto controleren maar daar heeft hij geen zin in. Als ik hem nou een kleinigheidje geef dan kunnen we direct verder.
Dat is nou zoals we Afrika kennen, aan de hand van de hoeveelheid tijd en zin die je hebt ga je er in mee of niet. We besluiten onze laatste Mauritaanse geld er maar eens op stuk te slaan en geven de man een fooitje. Uiteraard moet dit uit het zicht gebeuren in onze auto.
Binnen een paar minuten is alles rond en mogen we niemandsland in op weg naar Marokko. Jorina filmt onderweg wat van deze enigszins bizarre route zodat we dit op de website kunnen laten zien.
Aan de Marokkaanse kant gaat het niet zo snel. Dat komt omdat het daar zo vreselijk druk is dat we gewoon langer moeten wachten bij de scanner. Alle verkeer uit Mauritanië moet door de scanner en alle vrachtverkeer uit Marokko moet door de scanner, gelukkig niet de auto’s uit Marokko, dan had het allemaal wel een dag langer kunnen duren.
Na de grens tanken we en rijden we door naar Bir Gandouz centre waar we weer overnachten bij Hotel Barbas.
Vervolg: Marokko