Marokko 20 t/m 27 september

© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina

 

Marokko

 

20 t/m 27 september

 

Onze eerste ervaringen...

 

Vanuit de haven van Tanger gaan we eerst even langs de Marjanne. De Marjanne is een megawinkel waar echt zo’n beetje alles te koop is, van tandpasta tot de grootste flatscreens. Bij de Marjanne wordt door de dames een dongel aangeschaft zodat we nu in elke grote plaats eigen draadloos internet hebben en niet aangewezen zijn op de muffe internetcafe’s met Arabisch toetsenbord.

Inmiddels zijn we er achter dat het binnenhalen van mails e.d. best aardig werkt, het uploaden van reisverhalen en foto’s gaat wat moeizamer.

Vanuit Tanger rijden we via de snelweg naar Moulay Bousselham, w.s. het laatste stuk snelweg voor de komende weken. In Moulay Bousselham brengen we het eerste weekend door met het doen van de nodige klusjes en rusten we wat uit van de toch wel intensieve tocht door Europa.

Maandag trekken we naar het zuid-oosten via Souk el Arba du Rharb naar Khemisset. Daarvandaan gaat het verder via Maaziz naar Tidas. 15 kilometer voorbij Tidas gaan we rechtsaf een weg op die op de kaart als piste (onverhard) staat aangegeven. De weg blijkt toch van asfalt waardoor we lekker opschieten. De route is schitterend en gaat door echt Afrikaans aandoende dorpjes en grote landbouwgebieden. Het laatste stuk voert ons door een mooi heuvellandschap waar veel kurkeiken groeien.

 

Aan het einde van de middag zoeken we ten noorden van Moulay Bouazza naar een geschikte plaats om te overnachten. Na enig zoeken rijden we een stukje piste op en vragen aan een man toestemming om te overnachten op een stukje grond vlakbij zijn huisje. Terwijl we onszelf installeren komt de man weer terug en vraagt iets, half in het arabisch en half in het frans. We maken er uit op dat de man vraagt of hij mee mag eten. Met hoeveel personen is ons een raadsel en omdat we niet voor een heel weeshuis gekookt hebben proberen we hem uit te leggen dat we best voor één persoon te eten over hebben.

De man vertrekt weer naar zijn huisje en komt een paar minuten later terug met iets in zijn handen, een brood. De man wilde helemaal niet mee-eten, de beste man wilde ons juist iets geven, spaarde dus brood uit zijn mond om ons rijke westerlingen als zijn gasten te ontvangen. We schamen ons een beetje dat we toch wel wantrouwend waren toen de man wat kwam vragen. Uit dankbaarheid geven we de man een blik sardines en wat chocolade. We hebben ons lesje weer geleerd.

Terwijl we zitten te eten komen de herders, vaak nog kinderen, uit de omgeving langs met hun vee op weg naar huis. We worden door iedereen hartelijk begroet en onze honden begroeten op hun manier het vee wat een averechts effect heeft.

De nacht begint lekker rustig totdat we worden opgemerkt door twee honden uit de omgeving. Eén van de twee zet het op een blaffen waar de honden geen brood van lusten. Na een half uur druipen ze af om vervolgens na een uur weer terug te komen. Hadden we nu toch maar een katapult of zoiets bij ons.

 

Een beetje brak van de nacht eten we dinsdagmorgen ons ontbijtje, het brood van onze gastheer. En omdat je een gegeven paard niet in de mond mag kijken schrijven we hier dat het heerlijk vers was en dat het jammer was dat we geen tweede brood gekregen hadden.

Na het ontbijt komen er allemaal mensen langs voor een praatje. Oma spant de kroon en komt niet alleen voor een praatje maar ook voor een presentje. Oma is er één van het soort wat niet snel tevreden is. Het smoesje van oma is dat het voor de kleinkinderen is. Al we echter zien dat alles wat we geven rechtstreeks in de BH-streek verdwijnt snappen we dat oma probeert om van de gelegenheid gebruik te maken en haar kelderkast aan wil vullen.

Terwijl we wegrijden zien we dat oma nog snel een foto van ons maakt met haar mobieltje.

Omdat we gisteren pas laat aankwamen op de overnachtingsplaats willen we vandaag niet veel verder rijden dan Khenifra. Uiteindelijk overnachten we in een olijfgaard even ten zuid-oosten van Mrirt. ’s Avonds moeten we noodgedwongen binnen gaan zitten vanwege de regen. Aan de wegen was al te zien dat het hier de afgelopen dagen behoorlijk te keer gegaan is, hele gedeelten van de weg zijn overspoeld met modder en keien.

 

Woensdagmorgen vertrekken we voor een dag in de Cederbossen. We komen langs de bron van de rivier Er-Rbia en lopen richting de waterval die daar is. Uiteraard worden we begeleid door een hoogstwaarschijnlijk zeer kundige maar uiterst zwijgzame gids.

Het had zo mooi kunnen zijn, een riviertje volgen en dan uitkomen bij een fotogenieke waterval, helemaal één zijn met de natuur.

Dat is helaas niet zoals men het hier voor ogen heeft. Vanaf de parkeerplaats slingert een betonnen pad naar boven, zowel links als rechts van dit pad en ook aan de overkant van het riviertje allemaal stalletjes, restaurantjes en alles wat er tussenin zit. Langs hele stukken van het pad is de rivier niet eens meer te zien. Gezelligheid is er ook al niet want alle stalletjes zijn leeg en toeristen zijn er vier met twee Friese Stabij’s.

De Stabij’s vermaken zich uitstekend, want water doet wonderen met Stabijtjes. Op de plaatsen waar het kan lopen ze al pootje badend naast ons. Hierdoor komen ze met natte pootjes op een schuin gedeelte van het pad met als gevolg dat Fries Joppe in het water kukelt. Ik, (Gerrit) kan nog net de lijn loslaten en voorkom hiermee een zwempartij. Joppe geniet enorm van de vrijheid en vertikt het om naar de kant te komen. Alle bekende trucjes van zowel de vier Hollandse toeristen als de aanwezige Marokkaantjes hebben weinig succes en Joppe dobbert er als een afstand bestuurbaar bootje tussen

al het publiek in met de riem als sleepie. Na enige tijd drijft het lijntje iets te dicht langs de kant waardoor Joppe uit het water getrokken kan worden.

Onderweg naar de parkeerplaats proberen we nog een brood te kopen wat men langs het pad zit te bakken. Men wil er vijf keer zoveel voor hebben als we gewend zijn dus laten we deze toeristische plaats voor wat het is en gaan verder.

Bij de trucks aangekomen staat er een Marokkaan met platte band, of we kunnen helpen is de vraag. We pompen alle bandjes op (inclusief compleet lekke reserveband) en gaan verder.

Vanaf de bron wordt het asfalt elke kilometer slechter. Verkeer is er nauwelijks maar het landschap is ronduit schitterend. Onderweg stoppen we voor een lunchpauze en genieten van de stilte en de vogels. We sprokkelen nog wat hout voor het avondeten en trekken verder. In de middag is het asfalt zo goed als verdwenen en zijn er stukken weg die echt in de laagste versnelling genomen moeten worden. Onderweg zien we veel, vooral boerenhuisjes. Mensen komen soms van wel honderd meter afstand naar de weg gerend om te zwaaien en te roepen, een enkele vraagt om cadeau’s, sigaretten, pennen, t-shirts of gewoon om geld. Die vragen worden overgeslagen is het motto en die niks vraagt wil blijkbaar ook niks hebben. Rond drie uur komen we na een spectaculaire afdaling bij een schitterend bergriviertje, We besluiten dat dit voor de komende nacht onze plek wordt. De honden kunnen hier naar hartenlust zwemmen. Aan het einde van de middag komen er weer allemaal herders langs met hun vee. We genieten van het toneel wat aan ons voorbij trekt en maken heerlijke broodjes op het kampvuur. ’s Nachts worden we een paar keer wakker van auto’s en trucks die langskomen. Waarschijnlijk gaan deze mensen met hun handel op weg naar een markt in de regio.

 

Donderdagmorgen stoken we het vuur weer op en maken een lekker ontbijtje. Ondertussen gaan de herders en houthakkers weer de bossen in. Na het ontbijt vervolgen we onze weg op piste door de Cederbossen, aangekomen bij een open grasvlakte zien we een familie Berberapen foerageren. Dit was voor ons allen een grote verrassing. Na een paar uur rijden draaien we rechtsaf een bospad op wat ons naar Kerrouchen zal brengen. Halverwege is het bospad compleet weggespoeld over een lengte van ongeveer een kilometer. De dames stappen uit en gaan al foto’s makend en filmend te voet verder en de heren maken een plan van aanpak om deze kilometer door te komen. We worden begeleid door een herder met twee hondjes, de man is er van overtuigd dat we speciaal voor hem gekomen zijn en vraagt in eerste instantie om sigaretten, omdat we geen van allen roken laat de man zijn oog vallen op de mountainbikes van Jan en Dianne. Twee is één te veel moet de man gedacht hebben en vraagt zonder te blozen om een fiets. Als hij doorheeft dat wij Hollanders zo gehecht zijn aan onze fiets dat we ze zelfs meenemen naar Marokko vraagt hij maar gewoon om geld, net zo makkelijk eigenlijk moet hij gedacht hebben.

Na een uurtje ploeteren en zweten zijn we door het slechte stuk heen, we zetten eerst een “kupke koffie” zoals Jan en Dianne het noemen en vervolgen onze weg.

Het vervolg van de route zit ook vol met uitspoelingen en moet de snelheid soms behoorlijk terug. Onderweg moeten we nog een paar keer uitstappen om elkaar langs hele slechte stukken te loodsen.

Ook hier weer veel mensen, vooral kinderen die ons staan te begroeten. Een viertal kinderen rent bijna een kilometer achter ons aan en probeert op bij ons op de truck te klauteren. Deze vier hebben van mij een lesje onvervalst Nederlands gekregen. Aangezien ze op de vlucht sloegen denk ik dat het snelle leerlingen zijn.

Net na de middag komen we aan in Kerrouchen waar we wat inkopen doen. We krijgen veel bekijks en de honden worden als een soort circusattractie gezien. We showen wat kunstjes en het publiek (zeker 80 kinderen) vind het geweldig. Na verloop van tijd worden de kids wat vrijpostig en men is benieuwd hoe een hond reageert als je op z’n staart gaat staan.

Eén van de jongens meent verstand van honden te hebben (w.s. een film gezien) en vraagt of het Dobermann’s zijn. Hij weet erbij te vertellen dat Dobermann’s pitbull’s zijn. Dat beeld van onze honden bevalt ons wel.

Na de inkopen gaan we weer verder naar El Kebab. De route volgt een prachtige vallei waardoor een modderbruine rivier stroomt. We zien een prachtige doorwading, de dames verbieden de mannen om daar even te gaan spelen met de trucks. Tijdens de lunchstop komt er een man uit de bosjes geklauterd met twee mandjes verse vijgen. We willen er een paar kopen. Daar wil de man niets van weten en we krijgen een paar handenvol cadeau. Zelfs de ingeblikte tonijn die Jorina hem wil geven wordt geweigerd, in ons beste Arabisch en frans bedanken we de man. Dat wordt smullen vanavond, yoghurt met vijgen.

 

In El Kebab pikken we een route op die ons door de hoge Atlas naar één van de prachtige kloven van Marokko zal brengen. Vanaf El Kebab gaat het gelijk stevig de hoogte in. Er zit vrij veel verkeer op de route. Onderweg stoppen we nog even bij een lokale markt voor verse groente.

Onderweg komen we langs veel boomgaarden van allerlei soorten fruit, pruimen, peren appels olijven en wie weet wat nog meer. Het is einde van de werkdag en het rijd af en aan met pickups waarop mensen staan als haringen in een tonnetje, bij elke hobbel in de weg deinen de mensen mee alsof ze op een schip zitten.

De streek waardoor we rijden is redelijk dichtbevolkt en daardoor voor ons niet geschikt om te bushcampen. We besluiten door te rijden naar Imilchil waar we aan een meer een auberge weten waar ook gekampeerd kan worden. Het laatste stukje van de route gaat steil omhoog met stukken tot wel 20%. Unimogje in de 5de versnelling (we hebben er acht in totaal) en vol gas naar boven. De unimog brult lekker en in de haarspeldbochten hangen we schuin als op een racecircuit. Ik besluit dat ik niet meer van het gas moet en laat de luchthoorn klinken in iedere onoverzichtelijke bocht. In de eerste bocht is het gelijk raak, een lokaal taxibusje neemt de buitenbocht en kan dankzij mijn getoeter nog net naar binnen draaien waardoor een grote boem voorkomen wordt. De weg wordt almaar smaller en de diepte rechts naast ons geeft af en toe wat kriebels in de onderbuik. Bijna boven is een stukje zo smal dat we net langs de overhangende rotsblokken zoeven. We halen de top op ruim 2600 meter.

In het schemerdonker komen we aan bij het meer van Tislit en slapen op een hoogte van bijna 2300 meter, we hebben wel een rustdagje verdient.

 

De rustdag wordt meer een klusdag, Even auto checken, olie bijvullen, wasjes doen, cabine schoonmaken, tukkie doen, met hondje spelen het schrijven van dit reisverhaal en meer van dat soort onthaastende bezigheden.

 

 

 

Klussen

Together on tour

Ten noorden van Moulay Bouazza
Bushcamp