© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina
Heerlijk uitgerust en vol frisse energie vertrekken we maandag vanaf camping Zebra. Paul is op tour in de woestijn en Renate zwaait ons uit, we beloven nog eens terug te komen als we in de buurt zijn.
Vandaag gaan we winkelen in Marrakech. Jorina wil voor ons Afrikaanse prieeltje thuis wat echte Marokkaanse lampen kopen en we moeten de kelderkast in de truck weer nodig bijvullen. Van Renate hebben we het adres van een groothandel op het industrieterrein van Marrakech gekregen. Na wat zoeken en fout rijden is de lampenwinkel gevonden. Boven op een enorm stoffige en schemerige zolder vinden we een stapel lampen die wel binnen onze smaak vallen. Samen met de verkoopster beginnen we in de hoop te graaien en binnen een half uur hebben we de verzameling compleet en begint het onderhandelen over de prijs. Als we er bijna uit zijn noemen we nog even de naam van Renate en Camping zebra hetgeen nog ongeveer 5 Euro op het totaal scheelt. We zijn wel iets meer kwijt dan we vooraf dachten maar we hebben dan ook een aantal mooie lampen uitgezocht.
We wandelen nog wat verder over het industrieterrein en neuzen nog wat rond in diverse groothandels, geen toeristen hier, redelijke prijzen en uitsluitend mooi spul.
We overnachten op een camping aan de rand van de stad waar we nog wat andere reizigers ontmoeten.
Dinsdag rijden we van Marrakech naar Ait Ben Haddou. Ait Ben Haddou is een stadje wat totaal van leem gebouwd is en met UNESCO bijdrage gerestaureerd wordt. Om hier te komen moeten we vanuit Marrakech eerst de Tizi ’n Tichka oversteken. De top van deze berg ligt op zo’n 2500 meter. De aanloop is vrij druk en vlak, de berg zelf is veel slingeren en relatief weinig verkeer. Een enkele keer moeten we een zwaar beladen truck inhalen die stapvoets de berg op kruipt. Zodra we boven zijn gaan we de eerste weg linksaf en rijden binnendoor via Telouet naar Ait Ben Haddou. Onderweg zien we plaatsen waar zout ligt en we passeren een zoutmijn. De kleurenpracht in de bergen is geweldig. Al die tinten grijs, bruin, rood, geel en groen. We brengen de nacht door op het terrein van een hotel vlak voor Ait ben Haddou. De volgende morgen vullen we de watertank bij en vertrekken om het dorp te gaan bezoeken. Inmiddels zijn we er achter dat we zout water hebben getankt waardoor we nu noodgedwongen flessenwater drinken totdat we ergens een plaats vinden met goed zoet drinkwater. Het zuiveringssysteem in de auto krijgt de smaak niet echt beter.
In Ait Ben Haddou lopen we een rondje tussen de oude lemen huizen waar veel shops in gevestigd zijn. Bij een kunstenaar worden door de dames een paar leuke prentjes gekocht en we weten de man zover te krijgen dat hij onze honden probeert te tekenen.
Na ons bezoek aan Ait Ben Haddou rijden we via Tazenakt naar Foum Zguid. ’s Avonds na het eten gaan we bij het invallen van de duisternis nog even de straat op, iets wat we niet vaak doen op reis. De sfeer op straat is uiterst ontspannen en midden in het dorp is het een drukte van belang. Er is en soort markt gaande en tientallen mensen verdringen zich om een standwerker die de aanwezige mannen allerlei lekkere luchtjes probeert aan te smeren.
Het valt me op dat er nu in de avond vrij veel jeugd op straat is. Jongens lopen achter de meiden aan en de meiden giechelen wat. Stelletjes lopen hand in hand, iets wat we in Marokko eigenlijk nog niet echt gezien hadden.
Donderdag gaan we de woestijn in, we laten ’s morgens de bandenspanning tot twee bar zakken. Net buiten Foum Zguid gaan we linksaf de piste op en de trip naar Mhamid is begonnen. Op de piste liggen veel grote keien waardoor alles enorm rammelt. Na een kilometer of tien besluiten we een andere piste op te gaan zoeken en draaien rechtsaf. Jan geeft aan een probleempje te hebben en na het kantelen van de cabine blijkt dat de versnellingspook gebroken is. Jan is echter niet voor één gat te vangen en binnen vijf minuten rijden we weer, weliswaar met een korter pookje, maar goed. Uiteindelijk vinden we een piste die beter rijdt en die langs mooie tafelbergen gaat. De piste is iets zanderiger waardoor het rammelen van de auto’s stukken minder is.
Tijdens de koffiestop rijden we om beurten met elkaars auto en komen tot de conclusie dat er zowel aan de MAN als aan de Unimog voordelen en nadelen zitten;
De MAN heeft minder last van de rammelstroken dan de Unimog.
De Unimog reageert beter op schommelingen en is veel sterker waardoor we minder behoeven te schakelen.
Diepe gaten of knikken in de piste is voor beide voertuigen geen pretje.
Na de koffie rijden we verder en komen we op Lac Iriki. Lac Iriki is een zoutmeer wat meestal droog is, ook nu is dat het geval. We rijden over de vlakke bodem van het meer en halen snelheden van ongeveer 80km/h. Op het meer stoppen we voor de lunch. Jan merkt dat de cabine niet goed aansluit op de camperunit. Als we grondig onder de auto kijken zien we dat er een aantal moeren van de unitbevestiging loszitten en dat één moer er zelfs helemaal afgelopen is. Met het idee dat de unit misschien in het geheel iets opgeschoven is begint Jan te sleutelen, alle bouten worden gelost en met een krik proberen we de unit naar voren te krijgen. Het probleem met de niet aansluitende cabine is niet opgelost maar de unit zit nu tenminste wel weer vast. Een paar dagen later is het probleem vanzelf opgelost. Waarschijnlijk zat de cabine niet goed in het slot nadat deze gekanteld moest worden voor de versnellingspook.
Na de lunch volgen we een piste die nauwelijks gebruikt wordt tot deze doodloopt in een duinengebied. We besluiten om een stukje terug te gaan en een drukke piste op te zoeken die door de duinen heengaat. Hierdoor zijn we niet helemaal op onszelf aangewezen mochten we vastlopen. Tijdens het zoeken naar de juiste piste moeten we een paar duintjes oversteken die aan de andere kant anderhalve meter stijl naar beneden gaan. De techniek is simpel, gas houden tot boven op het duin, stationair er overheen rollen en weer gas erop. De uitvoering is iets moelijker, maar het gaat ons beide goed af. Dan vinden we de juiste piste en begint het cruisen door de duinen, Truck in de vijfde versnelling en tussen de 1500 en 2000 toeren. Het voelt een beetje alsof je op een schip zit wat door de golven klieft. Omhoog, gas los, naar beneden, gas erop. Beetje schommelen links beetje schommelen rechts. Iets mooiers dan duinen rijden is er waarschijnlijk niet.
We passeren Erg Chegaga bij zonsondergang en vinden een bushcamp bij, wat later blijkt, een heilige oase.
Vrijdag zijn we vrij laat wakker, waardoor we ook pas vrij laat op pad kunnen. Onderweg maak ik een navigatiefout doordat ik tijdens het hobbelen een verkeerd punt aantik. Hierdoor rijden we niet naar Mhamid maar richting Taghounite. Gelukkig hebben Jan en Dianne het op een gegeven moment door en kunnen we de route ombuigen. We zien weinig dikke sporen dus navigeren we vooral op de gps. Aangekomen bij een duinenrij moeten we even zoeken naar een doorsteek. We pakken inmiddels duinen tot twee meter hoog en stoppen voor een duin van een meter of vier. Op advies van de dames draaien we om en zoeken ons een weg tussen wat lagere duinen door. Na wat slalommen komen we aan in Mhamid. De dames doen wat inkopen en de heren brengen de banden weer op spanning. We vervolgen onze weg over het asfalt en rijden door en langs de oase van de Draa vallei naar Zagora.
We zijn in Zagora vanwege de rally die er gehouden wordt. We willen deze bezoeken tijdens de technische keuring en vervolgens maandag in de woestijn gaan staan om alle motoren, auto’s en trucks langs te zien komen.
Zaterdag is de wekelijkse was en klusdag en de honden genieten van de rustdag na een paar warme dagen in de woestijn.
Together on tour