Mali 21 januari-7 februari

© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina

Mali

Trip in het land van de Dogon

Posted by Gerrit en Jorina Wed, February 03, 2010 15:42:00

 

Dag 82 en 83; vrijdag 22 en zaterdag 23 januari

 

De komende twee dagen staan helemaal in het teken van de “Pays Dogon”, het land van de Dogon. Samen met Mark en Marga gaan we een grote tocht maken dwars door het gebied heen. Mark en Marga hebben uitgezocht in welke gebieden de meeste toeristen komen, zodat we die gebieden kunnen omzeilen. Dit is het grote voordeel van met eigen vervoer er op uit trekken. In de boekjes staat dat het onmogelijk zou zijn om het gebied in te gaan zonder gids en dat je cadeau’s moet meenemen voor de dorpsoudsten. Ook zijn we gewaarschuwd voor geldvragende mensen als je foto’s maakt. Met gidsen en cadeau’s hebben we niet zoveel dus we besluiten om er zonder cadeau’s en zonder gids op uit te trekken.

Op vrijdag gaan we van Sevaré naar Sanga. Sanga ligt aan de rand van het plateau en is daardoor één van de dorpen van waaruit je kunt afdalen naar de vallei.

 

De route is tot aan Bandiagara geasfalteerd. In Bandiagara gaan we nog wat laatste inkopen doen op de markt zodat we genoeg bij ons hebben om een aantal dagen vooruit te kunnen. Van Bandiagara gaan we naar Sanga. Het asfalt stopt en gaat over in een rotsachtige piste. De piste is prachtig. De snelheid is weliswaar erg laag maar het landschap is adembenemend. Mooie rotspartijen, uitgestrekte vlakten en schitterende akkers gaan aan ons voorbij. Het bijzondere aan de akkers is dat deze er van nature niet waren. Van nature is hier geen korreltje grond te vinden. De Dogon hebben in de loop van eeuwen voedselrijke grond vanuit de vallei naar het plateau gebracht. Deze grond is langs de riviertjes uitgespreid tot akkertjes. In de riviertjes zijn dammen aangebracht waarachter men het water kan vasthouden in het droge seizoen. Hiermee hebben de Dogon een goede biotoop gecreëerd voor akkerbouw. Op de akkers worden in het regenseizoen gierst en mais verbouwd en in het droge seizoen uien, de uien ruik je echt overal langs de piste. Ik hoor jullie nu denken, waarom sjouwden ze al die grond helemaal het plateau op? Konden ze niet in de vallei akkertjes maken? Er zijn een paar redenen te noemen, Als eerste de temperatuur. Op het plateau is het iets minder warm overdag en ’s nachts koelt het ook iets sterker af. Ook het water is een belangrijk aspect. Het regenwater kan op het plateau niet in de bodem dringen, daardoor gaat er geen irrigatiewater verloren. Ook is het op het plateau makkelijker om bassins te maken.

 

Al met al slimme jongens die Dogon. Volgens de boekjes leeft en werkt men in de Pays Dogon nog traditioneel, dat is echter niet waar. Overal staan grote pompen waarmee men water geeft aan de uien. Ook de bekende rood witte telefoon masten doen niet erg authentiek aan. Het kan ook niet anders. De Dogon is geen openluchtmuseum of zo. De mensen die er wonen willen ook gewoon geld verdienen en in contact staan met elkaar en met de wereld. Ook deze mensen willen genieten van hedendaagse gemakken. Het feit dat er sinds veertig jaar al toeristen komen bied hier ook goede kansen voor. Het lijkt er op dat er binnen nog eens veertig jaar niet veel meer overblijft dan een paar dorpen waar men voor de schijn nog traditioneel is en dat is de rest van het gebied gewoon modern landbouw bedreven wordt.

Nu is dit nu nog niet zover en kunnen we nog genieten van dit schitterende gebied en de vriendelijke mensen. We gaan vandaag niet verder dan Sanga. We slapen op een campement om de volgende dag af te dalen en door de vallei naar het noorden te gaan.

In Sanga gaan we nog even souvenir shoppen. Ook hiervoor is de Dogon een erg geschikt gebied. De Dogon maken erg mooie beelden en maskers etc. Na wat onderhandelen is het ook nog mogelijk om een redelijke prijs te betalen.

Zaterdag gaan we lekker op tijd op pad om naar Douentza te rijden. Douentza is het noordelijkste Dogondorp. Het gebied tussen Sanga en Douentza is wat uitgestrekter als de rest van de Dogon en daardoor minder aantrekkelijk voor het massa toerisme, de dorpjes liggen te ver uit elkaar voor een wandeling en de meeste toeristen hebben geen eigen vervoer. Vanuit Sanga moeten we eerst van het plateau af naar de vallei. Het gaat soms erg steil naar beneden en de bochten zijn soms zo scherp dat Mark moet steken omdat hij anders de bocht niet nemen kan. Tijdens de afdaling zien we rotswoningen in de steile wand van de klif. Ooit woonden hier de Telem, dit volk woonde hier toen de Dogon in het gebied kwamen. De Telem waren jagers/verzamelaars en de Dogon landbouwers, deze twee beroepen konden niet samen leven omdat de Telem bush nodig had om in te kunnen jagen en de Dogon wilde juist ontbossen om akkers te kunnen maken. De Telem zijn door de Dogon verdreven en het enige wat over is zijn de rotswoningen en graven. Als je ziet hoe steil omhoog het is naar de woningen dan is het bijna onvoorstelbaar dat daar ooit mensen woonden. Tot de dag van vandaag weet niemand precies hoe de Telem bij hun huizen kwamen. Volgens de Dogon konden ze vliegen….

Als we beneden zijn gaat de route verder in de vallei. We passeren dorpjes en maken overal foto’s. Het landschap beneden is licht savanne afgewisseld met akkers. In het droge seizoen wordt er niks op deze akkers verbouwd, in het regenseizoen staan hier allerlei granen. Hoe verder we naar het noorden we trekken hoe droger het wordt. Soms passeren we woestijnachtige stukken waar we met de auto’s door het zand moeten ploeteren. Zelden hebben we zo’n mooie piste gereden met zoveel afwisseling, we vervelen ons geen moment.

 

We stoppen onderweg in Bamba er is markt dus voor ons reden om even tussen de mensen te gaan. Op de markt zijn we een ware attractie. Met een stoet van wel dertig kinderen om ons heen wurmen we ons een weg tussen de kraampjes door. We kopen wat schaaltjes en verse oliebollen en hobbelen weer verder naar Douentza. Onderweg komen we in de file, dit keer geen file met auto’s maar met pakezels. Eerst passeren we een stoet van wel veertig ezels die allemaal een zak goederen op de rug dragen. Daarna komen we achter een groep van minimaal vijftig ezels met volgeladen karren. Het duurt een hele tijd voor we er voorbij zijn. Waarschijnlijk zijn dit handelaren die op weg zijn naar Timboektoe.

Als we vijftien kilometer voor Douentza door een droge rivier gereden zijn valt Maatje stil, althans, Mark geeft aan dat hij geen gas meer kan geven. De auto’s gaan aan de kant en de motorkap gaat open. Het lijkt er op dat de gaskabel is losgeschoten tijdens het pistehobbelen. Helaas blijkt de kabel niet los maar gebroken. Stationair naar Douentza rijden is onmogelijk dus blijven er twee opties over. Slepen of repareren. Slepen op een piste met zandstroken is een zwaar karwei dus we kiezen ervoor om te proberen de kabel gerepareerd te krijgen, slepen kan altijd nog. Nadat Mark en ik ons “wapenarsenaal” tevoorschijn hebben gehaald maken we een plan de campagne. Als we nu zus en zo dan dit en me dat….. Besloten wordt om met wat boutjes, moertjes en ringetjes de losse eindjes aan elkaar te knopen. Het resultaat mag er wezen. Gas geven lukt weer en het ziet er “profi” uit.

’s Avonds eten we in het restaurant bij de camping en laat Mark een monteur komen. We hebben het geluk dat we “de beste” monteur uit de omtrek gevraagd hebben. De man stelt voor om met een gaskabel van een brommer, wat boutjes en moertjes een nieuwe gaskabel te maken. Dat zien Mark en ik niet zo zitten. Na wat discussie besluiten we de monteur naar huis te sturen en alleen twee speciale boutjes van hem te kopen. De man snapt niet goed wat onze bedoeling is maar neemt er toch genoegen mee.

Morgen gaan we bij daglicht onder de motorkap en zullen we de kabel zo aanpakken dat Mark er indien nodig mee naar Burkina en terug naar huis kan.

 

Terug naar de Burkinese grens

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, februari 03, 2010 15:44:09

 

Dag 84 en 85; zondag 24 en maandag 25 januari

 

Na heerlijk een beetje uitslapen en een lekker ontbijtje hebben Mark en Gerrit met wat ringetjes en moertjes de gaskabel van de landrover nog eens extra stevig vastgemaakt.

Doordat Mark en Marga al zoveel problemen met de Landrover hebben gehad, en nu weer langs de kant stonden besloten zij om niet naar Burkina te gaan. Samen hebben we hierover gesproken en hebben wij onze diensten als “snelle servicewagen” aangeboden. Vanaf nu zullen we proberen om beide auto’s veilig en heel in Marokko te krijgen. Het gevolg is voor Mark en Marga wel dat zei hun autopapieren en visa voor Mali moeten verlengen. Navraag in Douentza leert ons dat we daarvoor terug moeten naar Koro, de grensovergang waar wij het land zijn ingekomen. Het plan is om morgen naar Koro te rijden om de zaken te gaang regelen.

 

Maandag zijn we vanuit Douentza naar Severé gereden. Onderweg was er een klein probleempje met Maatje. De koppeling gaf wat problemen. Na even onder de motorkap te hebben gekeken besloten we om in Sevaré een smeerput te gaan zoeken, zodat alles even beter bekeken zou kunnen worden.

Ondertussen was er een voorbijkomend ezelskarretje met een man en drie vrouwen blijven staan om naar ons te kijken. De man was een echte ‘Peul’ (veehoeders) en omdat Gerrit de hoedjes van de “Peul-mensen” zo leuk vind, vroeg ik aan Gerrit of dit ‘de’ geschikte hoed was. De vorige dag had ik namelijk een nieuwe hoed voor Gerrit gekocht, maar Gerrit was een beetje teleurgesteld, omdat hij juist een ‘oude’ wil. Ik besloot om de nieuwe hoed te ruilen met deze man. Ik liep naar de man en vroeg ‘la changé’ en wees naar het hoedje van hem en naar dat van mij. De man begon te glunderen en met stralende ogen nam hij mijn hoedje aan, maar snapte er niets van. Zijn hoed was waarschijnlijk erg oud, wat zouden wij ermee moeten?

In ieder geval is de man blij met zijn nieuwe hoed en Gerrit happy met de oude….

In Sevaré was er een smeerput, zodat we even konden bekijken wat de problemen waren. Het zag er allemaal verder goed uit, dus besloten we nog wat boodschapjes te doen.

 

Echter in Sevaré zijn de Malinezen veel touristen gewend. Dit blijkt ook als we voor de tweede keer een discussie met iemand hadden die voor een paar eieren “toeristische prijzen” rekent. We hadden het al snel in de gaten en toen Gerrit even liet blijken dat wij niet anders zijn dan lokale mensen voelde de jongen zich op zijn pik getrapt. Hij liep ons achterna en zei de werkelijke verkoopprijs. Maar nee, daarvoor was het te laat en zijn we vertrokken. Er zijn genoeg kippen, dus vast ook wel eieren…

Ongeveer 35 kilometer voor Koro merkte Mark dat Maatje een raar geluid maakte. Zodra hij op het gas drukte begon de motor een blazen geluid te maken. Gerrit dacht gelijk aan turbo problemen, maar Mark gaf aan dat hij geen trekkracht miste. Na even een kijkje genomen te hebben was er niets te vinden. Toch maar rustig aan verder rijden.

Aangekomen in Koro zijn Mark en Marga naar de douane gegaan om hun autopapiertje te verlengen. Helaas was het niet mogelijk om door te rijden naar de politie voor het verlengen van hun visa. Dit zouden ze in Bandiagara moeten regelen.

We mochten camperen bij een hotel/campement. Gerrit en ik hebben wel nog even over de prijs gebabbeld. We vonden hem te hoog voor een emmer water en een gat in de grond. We besloten voor de helft van de prijs te blijven.

Tijdens het maken van een lekker kookprutje kwamen Mark en Gerrit erachter dat er een gat in de slang tussen de turbo en intercooler zat. Een raadsel hoe dit nou zou kunnen hebben gebeuren. Het bleek dat de slang de dynamo zou hebben geraakt.

’s Avonds is er een lokale mechanicer gekomen (wat een geluk, alweer de beste uit de regio)en deze heeft een nieuwe slang gebracht. Althans, hij leek erop, alleen de bochten waren net de verkeerde. De mannen zouden het wel even repareren, maar wel onder kritische ogen van Gerrit en Mark. Echter helemaal tevreden waren ze niet. Omdat het al laat was geworden hebben we besloten om de beste monteur van de regio maar weer naar huis te sturen en de slang te houden, morgen met frisse moed en goed daglicht maar weer onder de motorkap, zonder monteur……

 

Visa perikelen voor de maatjes

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, februari 03, 2010 15:46:03

 

Dag 86 en 87; dinsdag 26 en woensdag 27 januari

 

Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan, omdat Gerrit en Mark niet tevreden waren over het gemaakte onderdeel. Na wat knippen en plakken en aanpassen werd het resultaat beter en vertrouwden we het om naar Bankass te rijden. Dit was een kort stukje en we reden over een mooie piste. Wij hadden deze piste al gereden, dus hadden we het idee dat we net weer uit Burkina kwamen.

We kwamen vroeg in de middag aan bij een prachtig hotel waar we ook mochten camperen. Gelukkig weer met een stromende douche. De heren duiken voor de zekerheid nog even onder de motorkap en zien tot hun schrik dat de dynamo weer de slang geraakt heeft. Touw en ijzerdraad worden uit de kast gehaald en de slang wordt bij de dynamo vandaag getrokken. De heren filosoferen er lustig op los wat toch wel de oorzaak zou zijn van dit vage probleem.

Woensdags besloten Mark en Marga over de grote weg naar Bandiagara te rijden en wij over de piste door de dogonvallei. We reden over een hobbelige piste met een prachtig uitzicht over de vallei. Eerst gingen we nog een stukje dal in, waarna we vervolgens door een dorpje reden. Toen de berg op, waarbij sommige stukken 16% omhoog ging.

 

Bovenaan gekomen was er een prachtig uitzicht over de vallei. We reden door een klein dogondorpje met veel teveel toeristen, dus we hadden niet zo’n zin om te stoppen. Na een klein uurtje kwamen we aan in Bandiagara waar we nog wat winkeltjes zijn ingedoken.

Ondertussen waren Mark en Marga ook gekomen en hadden van de politie te horen gekregen dat ze voor een nieuwe visa toch echt naar Mopti zouden moeten. Dus besloten we om gelijk door te rijden naar Mopti.

In de stad was het erg druk. We reden door een klein, smal steegje naar een hotel waar we mochten kamperen.

Mark en Marga hebben hun visa geregeld en we zijn daarna een rondje gaan wandelen. Bij terugkomst gingen Mark en Gerrit voor de zekerheid toch nog maar eens onder de motorkap kijken van ons Maatje. Ze wilden voor de zekerheid nog iets aandraaien, dar was door de ijzerdraadconstructie niet meer van bovenaf mogelijk dus kroop Gerrit onder de auto. Ook de moeren van de motorsteunen werden voor de zekerheid maar aangedraaid. Tijdens het aandraaien kwam Gerrit er achter dat de linkersteun bijna helemaal afgescheurd was. Dit kon weleens de oorzaak zijn van alle andere kleine probleempjes.

Na wat geregel kon de Landrover naar een garage waar hij onder bewakend oog van de heren werd gelast (door de beste lasser van Mopti) en na een paar uurtjes was het weer gefikst. We hebben heerlijk in het restaurant gegeten en zijn met een goed gevoel over Maatje naar bed gegaan.

 

Via Djenné naar Segou

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, februari 03, 2010 15:47:14

 

Dag 88 en 89; donderdag 28 en vrijdag 29 januari

 

Afgelopen nacht hadden we niet zo goed geslapen. De muziek stond ergens erg hard en om 2 uur in de nacht dacht de bewaker dat het een mooie tijd was om maar even de planten water te geven en het terras te gaan schrobben. De planten is hem gelukt, maar het terras niet helemaal. Gerrit had al een keer vanuit de tent geroepen;”Hé, Cest Finish?”. Maar even later ging de man weer lekker z’n eigen gangetje en gooide emmers water over het terras. Toen ben ik er maar uitgegaan en heb hem in het Frans, Engels en Nederlands door elkaar uitgelegd dat we aan het slapen zijn en dat dit niet normaal is, zo midden in de nacht. De man verroerde geen vin en stond beteuterd in een hoekje. Toen ik m’n tent weer inkroop duurde het wel erg lang voordat de man weer in beweging durfde te komen. Om half zeven heeft ie zijn klusje maar afgemaakt…

 

’s Morgens zijn we rond 11 uur richting Djenné gereden. Onderweg kwamen we wat dorpjes tegen en na 3 uurtjes stonden we voor de pont die ons naar het stadje zou varen. We konden er gelijk op. Omdat de pont niet helemaal aan de kant kon komen moesten we eerst nog even door een stukje water rijden. De pont vaarde snel, dus na een paar minuten waren we aan de overkant. Ik zag wat leuke Bogolans (beschilderde doeken) te koop, dus zijn we even gestopt en zijn we weer wat souvenirs rijker.

Aangekomen in het stadje valt het ons gelijk op dat er veel leuke, smalle steegjes zijn. Djenné is beroemd om zijn grote moddermoskee in Sudanese bouwstijl, maar op dit moment is hij niet op zijn mooist. Hij staat in de steigers en er wordt flink aan gerestaureerd.

 

We hebben even rondgekeken en zijn naar een hotel gereden waar we die nacht wel mochten camperen.

De volgende morgen zijn we om 7 uur vertrokken richting Segou. We reden over een rode piste met wat hobbels en bobbels. Het landschap is vlak en een beetje saai. Gelukkig voor de afwisseling komen we wat dorpjes tegen en moesten we soms even oppassen voor overstekende koeien of geiten.

Aangekomen in Segou hebben we eerst een internetcafé bezocht en later hebben we een plekje gevonden om te overnachten.

 

Deux voitures slepie, slepie

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, februari 03, 2010 15:53:56

 

Dag 90 en 91; zaterdag 30 en zondag 31 januari

 

Na een heerlijk rustig nachtje te hebben geslapen, een lekker ontbijtje willen we vandaag door naar Bamako rijden. Gerrit en Mark checken dagelijks even de auto op al z’n vloeistoffen e.d., maar Mark vond een probleempje. Er was olie in de koelvloeistof. Gelukkig heeft Mark inmiddels overal zijn connecties en belt een garage in Bamako. Het zou geen probleem zijn om door te rijden. Wel goed opletten als er veranderingen zouden komen.

De weg is goed asfalt, met af en toe een gaatje, maar prima. Maatje houdt zich goed tot ongeveer 30 kilometer voor Bamako. Hij begint behoorlijk te roken. Nadat we via de portofoon Mark hiervan op de hoogte brachten zijn we naar de kant van de weg gegaan en nemen een kijkje onder de motorkap. Het blijkt dat de koelvloeistof met de olie is overgestroomd. Zelfstandig verder rijden is onverantwoord dus we pakken de sleepkabels en onze olifant gaat dienst doen als lokale sleepdienst.

Af en toe vonden we het spannend. Veel mensen hebben er geen idee van hoe gevaarlijk het kan zijn om met je scootertje tussen onze auto’s door te knorren. En het werd steeds drukker. Vlak voordat we de stad in rijden moeten we langs een tolpoortje. Jorina stapt uit en gaat afrekenen. In Jorina's beste Frans probeert ze de man uit te leggen dat hij niet de slagboom naar beneden moet doen als wij er door zijn omdat er nog een auto aan ons vast zit. De man kijkt bedenkelijk naar beide auto's en snapt er niks van. Toen Jorina het hele verhaal samenvatte met de woorden; deux voitures slepie slepie, was de man de weg helemaal kwijt. Gevolg was dat we met z'n tweeën voor de prijs van één door de slagboom gingen, nagekeken door een verbaasde tolbaas.

Zondags hebben we een heerlijke rustdag gehad. Gerrit en Mark hebben Maatje ’s middags naar de garage gesleept. Er was een voetbalwedstrijd waar heel Mali naar keek Dus het was erg rustig op de weg. Deze tip kregen we van de campingeigenaar. Als Bamako op zijn normale verkeersdrukte is is het levensgevaarlijk om een auto van de ene naar de andere kant te slepen. Ook nu maakten de mannen spannende momenten mee. Bij een verkeerslicht steekt een man over tussen onze auto’s terwijl net beginnen te rijden. En bij een brug gaat er weer een scooter tussen de beide auto’s rijden terwijl de heren geen kant op kunnen. De hartslag loopt op naar 170 en gelukkig loopt alles goed af en komen de mannen veilig aan bij de garage.

 

De visa voor Mauritanië

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, februari 03, 2010 15:55:22

 

Dag 92 en 93; maandag 1 en dinsdag 2 februari

 

Vanmorgen zijn we om 10 uur naar Bamako gereden. Niet met onze eigen olifant, maar met een oude Mercedes-taxi. We reden naar de brug, maar meneer dacht; er is zoveel file laat ik een zij weggetje nemen. Niet geheel handig, omdat wij nu in een grotere file stonden en de grote weg naast ons reed zachtjes door. Net voor een kruispunt sloeg de motor af en moesten we even de taxi gaan aanduwen. Zo kwamen we na een uurtje bij de ambassade van Mauritanië. Na wat papiertjes te hebben ingevuld en betaald te hebben konden we weer gaan, morgen om 10 uur kunnen we ons paspoort weer ophalen.

Omdat het al 12 uur was geworden hebben we eerst maar weer een taxi aangehouden en zijn we ergens gaan lunchen. Na het lunchen kwamen we nog wat souvenirwinkeltjes tegen. Na wat koopdriften en onderhandelingen waren we wat houten dingetjes rijker en zijn we met een taxi naar Maatje gaan kijken. Het bleek dat de radiateur stuk was. Dit was al eerder gebeurd, maar nu was het de andere kant. Ze zouden het deze dan nog gaan repareren zodat we morgen de auto weer konden ophalen.

We gaan met een andere taxi terug en doen onderweg nog even wat boodschapjes.

Vanmorgen ben ik met wat buikkrampen opgestaan en lijkt het niet handig dat ik mee ga in een taxi naar de ambassade om de paspoorten op te gaan halen. Mark Marga en Gerrit trekken er op uit in de hoop dat ze alle vier de paspoorten mee krijgen.

De rit naar de ambassade gaat iets sneller als gisteren en na drie kwartier komen ze aan bij de ambassade. Het afhalen van de paspoorten gaat na wat verwarring vrij vlot. Buiten gekomen komt er een jongen langs die Mark en Marga herkent van hun eerdere verblijf in Bamako. Hij verkoopt kettingen en zo. Uiteraard wordt er weer onderhandeld en heb ik er weer mooie kettingkies bij gekregen.

 

’s Middags rijden Mark, Marga en Gerrit nog even bij de garage langs om de auto op te halen. Helaas blijkt deze nog niet klaar te zijn. Onverichterzake komen ze terug op de camping. Morgen maar weer verder kijken….

 

Uit de grote stad

Geplaatst door Gerrit en Jorina ma, februari 22, 2010 11:37:13

 

Dag 94 en 95; woensdag 3 en donderdag 4 februari

 

Na een heerlijk pannenkoekenontbijtje, een wasje en het schrijven van een paar verhaaltjes zijn we naar de supermarkt geweest. ’s Middags heerlijk een boek gelezen. Mark en Marga hebben Maatje opgehaald en alles lijkt goed te werken….

De volgende morgen gaan Mark en Marga even een proefritje maken. Bij terugkomst blijken er geen problemen en besluiten we na de lunch om een stukje naar het noorden te rijden. In Bamako was het erg rustig. Vaak tussen 14 en 16 uur hebben de politieagenten siësta en liggen dan vaak te slapen.

Zo zijn we na een uurtje al door de stad heen. Mark checkt nog even onder de motorkap of alles nog in orde is. Het blijkt dat er een plakbandje is gesmolten die om een zekeringetje zat. Dit zouden we even in de gaten houden. Na een uurtje komen we aan in Nossombougou en stoppen bij een Auberge. Het blijkt al snel dat we niet kunnen camperen, omdat er te weinig plek is. Mark heeft gemerkt dat zijn ventilator het niet meer doet. Dit terwijl deze de vorige dag gerepareerd zou moeten zijn(!). Na een grondige inspectie van Gerrit en Mark komen ze tot de conclusie dat de mechanicien uit Bamako moet komen om het op te lossen. Er worden wat telefoontjes gepleegd, er zou iemand komen, maar de mannen zijn zelf al aan de slag gegaan. Veel overleg, wat en hoe het te repareren. Marga en ik zijn maar aan het eten begonnen. We kregen veel bekijks aan de weg. De kinderen kwamen net uit school en vonden het wel een leuke attractie.

Na het eten zijn de mannen serieus te werk gegaan. Besloten werd om het hele elektrische systeem te vereenvoudigen en alle relais te vervangen door een simpele aan en uit knop. Er werd wat draden losgekoppeld, doorgeknipt en vastgemaakt. Er kwam een vriendelijke Franse overlander die wat tips gaf over stroom en kabeltjes.

Omdat het al zo laat was geworden en de auto niet meer kon rijden besloten we maar om in de Auberge te blijven slapen.

 

Een klusdagje met leuke ontmoetingen...

Geplaatst door Gerrit en Jorina ma, februari 22, 2010 11:39:52

 

Dag 96; vrijdag 5 februari

 

Vanmorgen zijn we lekker vroeg uit de veren. Samen met Mark ga ik vandaag op zoek naar de juiste onderdelen om het probleem met de ventilator voor eens en altijd de wereld uit te helpen. We hebben er goede hoop op dat we de spullen kunnen vinden in Kati, een voorstad van Bamako. Als dat zo is dan scheelt dat veel tijd, omdat we anders in Bamako moeten gaan ronddwalen. Helaas blijkt niet alles in Kati te vinden dus moeten we alsnog naar Bamako. Onderweg zitten Mark en ik wat te filosoferen hoe we het best te werk kunnen gaan. Mark voelt er wel wat voor om een bestellijstje te maken en deze af te leveren bij het bedrijf wat de auto heeft gerepareerd. Dat bedrijf is verantwoordelijk voor het afgeleverde werk, aan de andere kant hebben ze ons gisteren ook met een kluitje het riet in gestuurd door te zeggen dat er een monteur onze kant op kwam, wat niet waar was. Zelf gaan zoeken in Bamako vinden we beide niet zo’n goed plan. Ons Frans is niet super en we weten niet waar we de juiste spullen kunnen vinden. Mark besluit om de eigenaar van camping Kairo-Sa te bellen. Hier hebben we een aantal dagen gestaan en de eigenaar werkt bij een bedrijf wat elektriciteitsnetwerken bouwt, dus hij heeft een beetje kennis van wat we zoeken.

Hem bellen bleek een schot in de roos. Hij vroeg gelijk waar we zaten zodat hij ons tegemoet kon rijden. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. We reden dan wel in Bamako, maar hadden er geen idee van in welke buurt. Geen probleem voor Jean Bakir, hij vroeg Mark de telefoon aan een lokale langs de straat te geven. Zo gezegd zo gedaan. Zodra de auto langs de kant staat stapt Mark uit en spreekt een willekeurige jongen aan, deze krijgt de telefoon en moet Jean uitleggen waar we staan. Het wordt een hele route beschrijving waarbij handen en voeten blijkbaar nodig zijn om de uitleg compleet te maken.

Op de aanwijzingen van Jean en de jongen rijden we in de richting van het bedrijf van Jean. Halverwege belt Jean nog een keer of we nog op de goede weg zitten. Na een tijdje origineel Afrikaans file rijden zien we Jean, deze draait zijn auto en scheurt voor ons uit, de rally door Bamako is begonnen. Aangekomen bij het kantoor van Jean blijkt hij alles al geregeld te hebben. De elektromonteur van het wagenpark staat al op ons te wachten samen met de wagenparkbeheerder. Mark schetst het probleem en onze visie voor de oplossing. De monteur gaat op zoek en ons wordt verzocht om geduldig te wachten.

 

Het eerste uurtje komen we pratend en broodje etend door. Als het brood op is besluit ik om eens op straat te gaan kijken. Ik had gezien dat er wegwerkzaamheden waren, dus uit vakinteresse een kijkje nemen kan nooit geen kwaad. Eenmaal op straat blijkt het dat er Nederlandse machines aan het werk zijn. Op één van de machines zat een blanke machinist. Voor mij een reden voor een praatje. De machinist bleek een Nederlander te zijn die hier in opdracht van een Nederlandse aannemer, waar ik ooit nog eens voor gewerkt heb, meewerkt aan een verbetering van het rioolsysteem en de zuivering van het rioolwater.

Door deze Nederlander, Ariën, zijn Mark en ik uitgenodigd om te gaan lunchen. Dat was een leuke afwisseling. Terwijl Marga en Jorina langs de weg in Nossombougou kaartjes zaten te verkopen voor de Elfstedentocht (slechte handel hier) gingen Mark en ik de poort door van Site du Niger, Site du Niger is een buitenwijk van Bamako die zoals de naam al verraadt aan de Niger ligt. De mensen die hier wonen behoren zonder uitzondering tot de rijken van Mali en kunnen het zich permitteren om naast een tuinman en een schoonmaker ook nog een kok in dienst te hebben. De straten hier zijn wél geveegd en de rijbanen worden gescheiden door weelderig aangelegde plantsoenen.

 

In één van deze huizen houdt de Nederlandse aannemer kantoor en wonen de twee Nederlandse werknemers die hier het project trekken. Het huis is enorm smaakvol ingericht met Afrikaanse kunst en de airco snort vrolijk het hele huis naar zo’n graad of twintig. Dit is de locatie van onze lunch. Op tafel verschijnen lekkere omeletten met tomaat en een keur aan vleeswaren en ander beleg. Na alle miserie van de afgelopen dagen met de auto van Mark is het wel even lekker om zo’n verwend gevoel te hebben, jammer dat de meiden hier nu niet even bij konden zijn.

Na de lunch bedanken we Ariën en Marcel voor hun gastvrijheid en gaan we terug naar het kantoor van Jean. Daar blijkt de monteur ook alweer terug te zijn met, jawel, in één keer de juiste spullen. Blij dat alles zo goed verlopen is nemen we afscheid van Jean die ons bijna nog verplicht om zijn monteur mee te nemen om de reparatie voor ons uit te voeren (gratis).

Aan het einde van de middag komen we moe maar voldaan aan bij de dames die zich de hele dag hebben moeten vermaken langs de grote weg tussen Bamako en Kayes.

Na het eten gaan Mark en ik nog even onder de motorkap en maken alvast wat klaar voor de reparatie van morgen.

 

Terug naar de kust...

Geplaatst door Gerrit en Jorina ma, februari 22, 2010 11:44:41

 

Dag 97 en 98; zaterdag 6 en zondag 7 februari

 

Afgelopen nacht hebben we naast de Auberge in onze eigen tent geslapen. Dit was een stuk koeler en het grote voordeel is dat we onze eigen matrasjes hebben.

Gerrit en Mark zijn na het ontbijt al vroeg met het knippen van wat draadjes van de Landrover begonnen. Veel oude draad werd verwijderd en er werd nieuw (dikker) draad ervoor teruggeplaatst. Om ongeveer 12 uur waren we klaar en zijn we vertrokken naar Diéma. De weg was saai, een paar kleine heuveltjes met aan de zijkanten wat bush. Af en toe passeerden we een dorpje. Na 16 uur bereikten we Diéma. De maatjes waren hier al eerder geweest en wisten een plek om te overnachten. Hier woont Pam, een aardige vrouw uit Engeland, die wat huisjes heeft om te verhuren en waar je met je auto mag overnachten. Tot onze verrassing was Andy er ook, de motorrijder die we in de Sahara hebben ontmoet. Na gezellig te hebben gepraat en een lekker hapje eten zijn we vroeg ons tentje ingedoken.

De volgende morgen zijn we om 7 uur vertrokken. Omdat we de laatste dagen veel hebben stilgestaan, besloten we om vandaag door te rijden naar Senegal. We reden naar Kayes, een grote stad en hebben daar heerlijk aan de rivier “Senegal” geluncht. We hebben getankt, wat groente gekocht en vervolgden onze reis naar de grens. Dit verliep allemaal soepel. We moesten even wachten op de douane, omdat meneer aan het lunchen was. Na een uurtje waren we in Senegal. Aangekomen bij de douane hebben we geïnformeerd naar een hotel of Auberge. Het hotel in het grensplaatsje was klein en onze auto’s konden niet binnen op het terrein staan. We besloten om door te rijden naar Bakèl, hier zouden meerdere auberges zijn. Aan het einde van de middag kwamen we aan. We mochten overnachten op de parkeerplaats van een Auberge en gebruik maken van de toilet en douche. We hadden een mooi uitzicht op de Senegal en zagen aan de overkant Mauritanië liggen.

 

Vervolg; Senegal

 

Mali

Together on tour

Duentza
Dogon
Mali