Gambia 25 nov-3 december

© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina

Gambia

Het leven in Gambia...

Geplaatst door Gerrit en Jorina zo, november 29, 2009 14:27:07

 

Dag 25 t/m 28; 26 t/m 29 november

 

We zitten in Gambia, het is lekker om even weer op bekend terrein te zijn. Je kunt hier ook weer Engels praten, dat maakt het ook een stuk makkelijker. De komende dagen zijn we helaas genoodzaakt om het rustig aan te doen. Dat komt omdat er een groot offerfeest wordt gehouden op vrijdag de 27ste. Het offerfeest, Tobaski, genaamd is en islamitisch feest waarin elk gezin een schaap dient te slachten. Vandaar ook dat we overal onderweg de laatste dagen schapen op de meest vreemde plaatsen zagen. Het feest is twee maanden na het einde van de Ramadan en duurt net zolang totdat het schaap op is. Er is niemand die vooraf kan zeggen hoelang dat dus gaat duren. Aangezien het ook nog weekend is duurt het feest waarschijnlijk tot en met zondag.

Donderdag zijn Mark en ik geld wezen pinnen en boodschappen wezen doen. Onderweg zien we dat er de laatste jaren veel veranderd is in Gambia. Overal wordt gebouwd en het lijkt er op dat er wat meer structuur in zit. Waarschijnlijk profiteert alleen de kust (toeristenregio) hiervan. Tijdens ons ritje raakt Mark aan de praat met een gehandicapte oudere mevrouw met de mooie bijnaam “Mama Africa” Mama heeft een onderbeenprothese die gescheurd is. Mark, die vroeger orthopeed wilde worden, vraagt aan mij of wij dat kunnen repareren. We kunnen het in ieder geval proberen dus gaan we in de middag terug gewapend met ductape en diverse lijmsoorten. Mama is helemaal gelukkig en na een half uur prutsen lukt het ons om de scheur te repareren. Nu maar hopen dat het lang duurt voordat de scheur weer opengaat.

Vrijdag, zaterdag en zondag verlopen rustig, we gaan wat lopen om mooie plaatjes te schieten en verder is het veel relaxen geblazen. Jorina vermaakt zich daar prima mee, ik verveel me en wil verder.

Maandag moeten we eerst naar Banjul om de papieren voor de auto te verlengen, daarna gaan we op zoek naar scholen die mee willen doen in het Kids in contact project van stichting Mirre. Waarschijnlijk zijn we hier ook dinsdag nog mee bezig, daarna gaan we snel verder richting Burkina Faso om bij de waterpompen te gaan kijken.

 

Dagje on tour

Geplaatst door Gerrit en Jorina do, december 03, 2009 23:28:41

 

Dag 29; 30 november

 

Maandagmorgen was het weer gedaan met de rust. We moeten vandaag naar Banjul om de autopapieren te verlengen. Het zal wel een serieuze zaak zijn omdat men van je verlangt dat je persoonlijk (met voertuig) naar Banjul moet komen. We denken inmiddels het systeem hier een beetje door te krijgen dus we willen ons in Banjul melden zodra het kantoor van de G.R.A open is in de hoop dan voor de middag weer klaar te zijn.

 

Maatje heeft het hele weekend aan een 12volts infuus gelegen dus die kan ook op eigen kracht van zijn plaats komen. Al met al een mooie vlotte start deze koude, bewolkte morgen. Om negen uur komen we na wat zoeken aan bij het kantoor van de G.R.A. Achter de poort staan veel in beslag genomen auto’s, wacht dit lot ons ook???? We hadden ons namelijk al eerder moeten melden voor verlenging, maar dat kon niet vanwege Tobaski, daarom was oom agent bij de grens zo coulant om de datum door te krassen en aan te passen. Hierdoor hadden wij bij de vele controleposten langs de weg elke keer weer wat uit te leggen. Buiten de poort kwam een iets te joviale Gambinees ons tegemoet die zij werkzaam te zijn bij de G.R.A. Deze man ging ons helpen. Op het terrein bleek de man echter evenmin de weg te kennen want ook hij moest vragen waar wij ons moesten melden. Op de eerste etage zat een officier in een muffig kantoortje op zijn eerste klanten te wachten. Onze “gids” brabbelde wat tegen de man en deze nam zwijgzaam onze autopapieren aan. Zonder al te veel woorden te gebruiken vroeg hij hoe lang we nog in Gambia wilden blijven. Nadat we netjes en beleefd vroegen of we nog twee weken met onze auto mochten rond knorren pakte de man een stempel, draaide het document om en sloeg een prachtig stempeltje op ons heilige papiertje, handtekening erop en klaar was de klus. Het was nog gratis ook. Hadden we ons daar zo druk om gemaakt? Moesten we daarom speciaal naar Banjul? Kon dat echt niet aan de grens?? Ok het is allemaal onderdeel van “the real Africa experience”!

 

Onderweg kwamen we een grote basisschool tegen. Omdat we lekker vroeg klaar waren besloten we om deze school eens binnen te lopen in de hoop dat ze misschien interesse hebben in Kids in contact, een project van stichting Mirre. We werden zeer vriendelijk onthaald door de directrice die zich vooral op Jorina richtte. De school heeft 600 leerlingen die met name uit arme gezinnen komen. In tegenstelling tot veel scholen wordt er hier van de ouders geen eigen bijdrage verwacht. De school heeft een paar computers en had ooit een internet aansluiting, totdat de rekening niet meer betaald kon worden. De directrice is erg geïnteresseerd in KIC. Laten we hopen dat dit nog een vervolg krijgt.

In de middag zijn we even naar Tanji gereden, Dit pittoreske vissersdorpje is vaak één van de levendigste plaatsjes in Gambia. Er schijnt nu echter een probleem te zijn met het aanbod van vis (wellicht door Tobaski) daardoor leek Tanji wel een slaapdorpje.

We zijn ook nog even naar Gunjur gereden. Even voorbij Gunjur kun je de grens met Zuid-Senegal over. Net voor Gunjur werd onze hele auto even op zijn kop gezet door, jawel, de narcoticabrigade….. Na afloop heb ik besloten om me toch maar weer wat vaker te gaan scheren. Nog napratend over dit bijzondere voorval rijden we verder. Vijf kilometer verderop worden we staande gehouden bij een politiepost. Terwijl oom agent gebaart dat we verder mogen komt er een pief met een iets te blij shirt aan. Hij moet wat van ons, sterker nog, hij wil de bagage checken. Ik vraag het eerst maar eens naar zijn legitimatie, als elke man met een blij shirt onze auto wil checken dan komen we niet veel verder elke dag. De man legitimeert zich als zijnde van…… de narcoticabrigade… had ik me nu toch maar geschoren… Ik begin tegen te sputteren en leg de man uit dat we net van boven tot onder onderzocht zijn (de auto althans) en dat dit wat mij betreft niet nog een keer nodig is. Na wat gesoebat neem de man er genoegen mee als ik even de klep achter open maak. Daar is niks te zien natuurlijk omdat er dichte kisten in staan, maar ja dat was de deal. Ondertussen probeer ik de man uit te leggen dat het een beetje vreemd is dat je de hele narcoticabrigade in heel Gambia niet tegen komt behalve twee stuks in een dun bevolkt gebied met slechts vijf kilometer er tussen. Op deze manier wist ik de man aan mijn zijde te krijgen, hij was het helemaal met me eens, maar ja hij werd ook maar gestuurd….

 

Groetjes,

Ons

 

Laatste dag aan de kust

Geplaatst door Gerrit en Jorina ma, december 07, 2009 09:02:08

 

Dag 30; dinsdag 1 december

 

Vandaag was onze laatste dag aan de kust van Gambia. Morgen willen we naar het oosten vertrekken om dan weer Senegal in te rijden. Voor het zover is hebben we nog het één en ander te doen langs de kust. In het kader van “Kids in contact” hebben we vandaag nog twee scholen bezocht. Eén in Brufut en de andere in Bakau. Op de school in Brufut werd ik naar mijn mening iets te uitbundig ontvangen, zeg maar gerust bijna plat geknuffeld. De directeur, type sumoworstelaar, is namelijk dol op Nederlanders. Op zich is dat prima, maar om je bezoekers uit te knijpen als een tube tandpaste dat is misschien weer net iets te gek.

De school in Brufut krijgt vrij veel steun uit Europa. Dit is ook goed te zien, De school staat op een grote lap grond en is ruim opgezet. Op het schoolterrein wordt door een aantal vrouwen groente verbouwt, hetwelk weer verwerkt wordt in de maaltijden die op school worden aangeboden. De opbrengst wordt gebruikt voor de verdere opbouw en het onderhoud van de school. De school heeft een indrukwekkend computerlokaal met zestig laptops die gesponsord zijn door een bedrijf uit Noorwegen. Zestig computers in één lokaal lijkt erg veel, maar de school heeft een klas waar tachtig leerlingen in zitten. In totaal zitten er bijna twaalfhonderd leerlingen in de leeftijd tussen dertien en eenentwintig.

 

De school in Bakau is nog groter als de school in Brufut, de school heeft 29 klassen in totaal, verschil is wel dat hier behalve pennen, schriften en potloodjes geen steun gegeven wordt vanuit Europa. De directeur is deze dag een beetje ziek en dus afwezig, Het adjuncthoofd geeft ons de contactgegevens van de directeur.

 

We hebben goede hoop dat één of meerdere door ons bezochte scholen kan deelnemen aan “Kids in contact”

Verder hebben we bij een supermarkt onze proviandkast maar weer eens bijgevuld, water voor de komende dagen ingeslagen en de auto nog maar eens nagekeken. We zijn klaar voor de tocht naar het warme oosten.

Vandaag was ook de dag dat er toch echt afscheid genomen moest worden van Mark, Marga en Maatje. De Maatjes willen nog wat meer gaan zien in Gambia en er moet nog wat aan de landrover geklust worden. Bij wijze van afscheid zijn we in Kololi gaan eten. Kololi ligt midden in het toeristengebied en is daardoor nauwelijks nog Afrikaans te noemen. Er zitten goede restaurants met leuke bediening dus zijn we toch maar die kant opgegaan. Tijdens het eten wordt je elke minuut weer herinnert aan de verschillen tussen arm en rijk. Er trekt een stoet van verkopers, bedelaars, prostituees en gigolo’s aan ons voorbij, allen op zoek naar enige vorm van verdienste of nog beter een Europeaan(se) aan de haak slaan. Hoewel we dit elke keer als we in Gambia waren gezien hebben, het went nooit, het blijft de harde keerzijde van dit leuke landje.

 

Groetjes,

Gerrit en Jorina

 

De zuidroute

Geplaatst door Gerrit en Jorina di, december 08, 2009 14:29:54

 

Dag 31; woensdag 2 december

 

Vanmorgen zijn we vroeg vertrokken om naar het oosten van Gambia te rijden. Het is voor ons de tweede keer dat we naar het oosten gaan. De eerste keer was in 2007. We zijn toen bij Banjul overgestoken en via de noordoever via Georgetown naar Basse Santa Su gegaan. Omdat je in Gambia kunt kiezen uit een noord of zuidroute hebben we besloten om nu de zuidroute te gaan doen. Er gaan nogal verschillende verhalen over de staat van onderhoud van deze weg. Over één ding is iedereen het wel eens; de weg is er slecht aan toe en gelukkig is men reeds begonnen met het vervangen van de weg. Tot hoever men ermee is en wat de precieze omstandigheden zijn weet niemand ons te vertellen.

 

Het eerste gedeelte van de route is goed te doen, de politie posten doen hun werk nog niet echt serieus als de zon laag staat dus dat is voor ons dan wel weer gunstig. Het wegdek wordt pas na Brikama slechter, er komen meer gaten in en vaak rijden we dan ook naast i.p.v op de weg. Onderweg zien we wegwerkers van een grote firma uit Libië. Overal ligt de weg open en over een lengte van tientallen kilometers gebeurt er plaatselijk wat werk. Dit gaat zo door tot aan Soma. Achter Soma is het vervangen van de weg aan een andere aannemer gegund. De Nederlandse firma Ballast Nedam. Gelijk vallen ook de verschillen op. De totale klus voor Ballast is 170km lang, er wordt in grote blokken gewerkt en er zijn goede wegen gemaakt waar we tijdelijk op moeten rijden. Deze onverharde wegen laten het toe om 70 tot 80km/h te rijden. Dat betekent wel veel stof happen. Hoeveel stof er binnenkomt blijkt pas als we ’s avond de achterklep openmaken. Gelukkig zijn de kisten wel stofdicht dus het eten, keukengerei en de kleding blijven lekker schoon. Na een tocht van ruim 300km komen we aan in Basse Santa Su. We overnachten op het terrein van Traditions, een hotel, althans daar moet het voor doorgaan. De zetbaas van dit hotel probeert ons over te halen om te investeren in Traditions om het weer op de been te krijgen. En zodra hij in de gaten heeft dat wij een bijdrage leveren aan waterpompen in Burkina Faso wil hij er ook wel genoegen mee nemen als we bij hem een pompje laten plaatsen. We proberen de man subtiel uit te leggen dat we gekke Henkie niet zijn en dat we geen particulieren helpen, maar bij voorkeur dorpen of gemeenschappen. Ondanks dat blijft hij toch maar doordrammen. Het is een typisch geval van nooit geschoten is altijd mis. Mede omdat ons bezoek toch niet zo gezellig is beginnen we al vroeg te gapen en besluiten we om maar lekker vroeg onder het lakentje te kruipen, morgen weer vroeg op pad en de grens over naar Senegal.

 

3 Landen in 1 dag!

Geplaatst door Gerrit en Jorina di, december 08, 2009 14:36:01

 

Dag 32; donderdag 3 december

 

Als om 6 uur de wekker afloopt dan doet het wel even zeer. Het is nog donker en de enige geluiden die in de tent doordringen zijn die van ezelskarren die te veld gaan en een schorre omroeper in de moskee. Ondanks dat hij niet goed bij stem is probeert hij ons zijn kant op te lokken. We drukken de wekker maar eens op snooze en smokkelen zo nog 10 minuten. Dan is het toch echt tijd om op te staan. We willen vandaag in ieder geval tot in Tambacounda, Senegal zien te komen. Het eerste stuk van 14km is slechte piste, daarna zou het beter moeten zijn. Tambacounda is vanaf Basse Santa Su maar 120km rijden dus het moet gek lopen willen we dat niet halen.

 

De piste is makkelijk te vinden. Het is een breed pad en om het minst slechte spoor te kiezen slalommen we als volleerde skiërs van rechts naar links. Op plaatsen is de piste dusdanig slecht dat er een soort bypass gemaakt is buiten de oorspronkelijk bedoelde weg.

 

Om half acht bereiken we de Gambiaanse kant van de grens, er staat een prachtig nieuw gebouw aan de grens, daar is echter niemand te bekennen. Dan maar aan de overkant van de weg kijken. Er staan een paar krotjes naast elkaar en er zijn mensen. Zij weten vast wat de bedoeling is. Dat klopt ook, de krotjes zijn namelijk de grensposten. Beetje dom van ons dat we dat niet gelijk door hadden. In één van de krotjes worden we vriendelijk geholpen door een douanier. Op de vraag waar de politie zit komt een verrassend antwoord, die is er niet maar de douanier neemt de honneurs waar en heeft alle stempels van de politie gekregen. Het blijkt dat we wat aan de vroege kant zijn en dus eigenlijk al geluk hebben dat er één persoon aanwezig is. Het afhandelen van de paperassen gaat lekker vlot, de man zeurt nog wat over een verkeerd visumstempel. We hebben een vliegtuigvisum in ons paspoort. Dus de vraag aan ons is of wij met het vliegtuig gekomen zijn. Ja natuurlijk, en die auto daarbuiten, dat is een opblaasbare…..

Schijnbaar hebben ze aan de grens bij Karang een foutje gemaakt. De douanier zegt dit waarschijnlijk om te vissen naar een fooitje als hij een oogje dichtknijpt en het voor ons oplost. Ik help hem uit de droom door te zeggen dat zijn trouwe collega’s in Karang dit geregeld hebben en dat hij die maar even moet bellen als er iets niet klopt. In Karang kunnen ze dan heel gemakkelijk terugbladeren in het grote boek om alles te checken. De douanier zucht een keer en stempelt ons netjes uit.

Aan de Senagalese kant gaat het wat stroever, dit mede omdat daar geen engels gesproken wordt. We krijgen een nieuw passavant voor de auto en deze moet perse in CFA’s betaald worden. Wij willen graag in Dalassie betalen want die hebben we nog over. De man wil niet meewerken. Een toevallige bezoeker wel. Hij wil onze Dalassies wel om wisselen. Das mooi, wat is de koers? Na wat gereken komt er een koers uitrollen die echt van geen kant klopt. Netto zouden we nog geen vijf procent krijgen van wat de echte koers is. Dan maar niet wisselen. Jorina heeft in al haar zuinigheid nog wat CFA’s en dat blijkt genoeg te zijn om door te mogen.

 

Bij de politie begint men over een overschrijfvergoeding. Ja, want de agent moet het volgnummer van het passavant in het grote boek schrijven. En daar moeten wij dan omgerekend een euro of drie voor betalen. Dit is echt onzin, we zijn nog fit dus samen gaan we de strijd aan. De man heeft alles al in het grote boek geschreven en maakt ons duidelijk dat het voor ons eigen bestwil is als we betalen. Zonder duidelijke verklaring betalen we niets. Ook goed zegt de agent en krast ons weer door in het grote boek. Ook prima. We hebben alle stempels en mogen door de slagboom.

 

We volgen nog een stuk de piste tot aan Vellingara. Daarvandaan gaan we een slechte weg op richting Tambacounda. De slechte weg gaat over in een weg die net nieuw is. Langs en op de weg zien we aapjes en prachtige vogels.

Veel eerder als we verwacht hadden komen we aan in Tambacounda. Het is pas elf uur, zonde om nu al te stoppen. Op de kaart zien we dat er na 125km een hotelletje of hostel zit. Stel dat de weg slecht is dan rijden we daar 5 uur over, we besluiten het er op te wagen. Eerst even pinnen en groente kopen en dan op pad maar weer. Daar steekt echter Mike een stokje voor. We komen hem tegen op de markt. Mike is een Liberiaanse jongen die gevlucht is. Mike is behoorlijk overstuur en zit al een week in Tambacounda zonder onderdak en zonder geld. Hij wil naar Dakar om daar de vluchtelingenstatus aan te vragen. Van ons wil hij het geld voor de taxi naar Dakar. We proberen hem wat tot rust te brengen en uit te leggen dat hij al vanuit Liberia gezien een hele grote afstand heeft afgelegd, dan moet dat stukje naar Dakar ook te doen zijn. Het is moeilijk om iemand af te moeten wijzen. Wat moet je dan doen? Moet je iedereen die geld vraagt dan zomaar wat geven? Volgens ons kan dat niet. Wie zegt dat hij met dat geld wel echt naar Dakar gaat? Hij smeekt ons in the name of Jesus Christ om te helpen. We geven hem een klein bedrag zodat hij wat te eten kan kopen. Het raakt ons beide als we dit soort mensen ontmoeten. Gevlucht uit eigen land, niet welkom in een ander land.

 

De weg na Tambacounda is erg goed, bijna overal kun je 100 per uur dus dat schiet lekker op. Politieposten zijn er nauwelijks, en die er wel zijn doen niet vervelend. Jorina heeft een nieuw trucje geleerd. Zodra er een agent ten tonele verschijnt pakt Jorina de kaart en vraagt heel onschuldig of we op de goede weg zitten. De agent kruipt dan in de rol van hulpverlener en denkt er niet meer aan om onze papieren of bagage te checken. Tot op heden werkt het bijna overal, dus die houden we er in.

Voor we het weten hebben we een paar honderd kilometer afgelegd en staan we voor de grens van Mali. We besluiten om deze dan ook maar vandaag over te steken. Aan de Senegalese kant gaat het soepel. We moeten een stuk terug rijden naar het hoofdbureau om uit te stempelen. Daar gaat het een beetje mis, omdat oom agent de verkeerde stempel pakte. Volgens hem kwamen we Senegal in, terwijl wij er juist uit wilden. Met een diepe zucht veranderd hij het even in het paspoort...

Ook aan Malinese kant gaat het vrij vlot. Er staan honderden vrachtwagens voor de grens te wachten. Maar bij de politie en douane staat er geen rij met mensen. Bij de politie willen we een visum kopen. Dat kan wel, maar we moeten ook een terplaatse verzonnen boete betalen omdat we zonder visum het land in kwamen. Normaal kost dit 9000 CFA p.p. nu mogen we zelf de hoogte van de boete bepalen. Omdat we beide toch wel een beetje moe begonnen te worden geven we de man een fooitje wat rechtstreeks zijn broekzak in gaat;-).

Na de grens gaan we een tolweg op. Op zich een goede weg maar af en toe zitten er hele grote diepe gaten. Nog voor het donker wordt komen we aan in Kayes, de heetste stad van Afrika. Er is in Kayes geen camping dus gaan we voor één nachtje een hotelletje in.

 

Liefs vanuit een warm Mali...

 

Vervolg; Mali

 

Together on tour

Gambia
Gambia
Gambia
Gambia