Ghana 26 dec-11 januari

© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina

 

Ghana

Mole Park

Geplaatst door Gerrit en Jorina di, januari 05, 2010 18:17:01

 

Dag 56 en 57; zondag 27 en maandag 28 december

 

Het was gisteren te laat om nog het park in te rijden, daarom rijden we vandaag een klein stukje verder en gaan naar het kampeerterrein in het park. Vanaf de camping heb je een mooi uitzicht over het park.

 

We wandelen rond in het park en zien wrattenzwijnen, bavianen, drie soorten antilopen, krokodillen oogjes, kleine groene aapjes en één olifant. De ontmoeting met onze eerste wilde olifant was boeiend. Het grote mannetje was zwaar gehavend uit een gevecht gekomen en had daardoor een grote wond aan een poot en miste een slagtand. Het beest keek er triest en had een gelaten indruk. Hij was wel erg relaxed en liet ons toe in zijn omgeving (meter of 7 afstand) zonder dreigend te grommen of ander tekenen van ontevredenheid te laten zien. Het dier was heel erg dicht bij een paar huisjes en daardoor was het voor ons niet echt heel bijzonder omdat we eigenlijk geen foto konden maken met een natuurlijke achtergrond. Al met al was het wel een aardige wandeling alleen we hadden gehoopt dat we meer olifanten zouden zien.

 

Er werd ons verteld dat in deze periode er nauwelijks grote groepen te zien zijn. Deze groepen met vrouwtjes en jongen zitten nu nog diep in het park en laten zich pas zien aan het einde van de droge periode als er diep in het bos geen water meer is. Nu zwerven er alleen losse mannetjes rond. Terwijl we op het terras bij het hotel naast de camping wat zitten te eten duikt er een grote mannetjes olifant op bij de waterpoel. Het is een enorm beest en blijft uren rond de waterpoel hangen. Toch wel nieuwsgierig geworden vragen we of het mogelijk is om het dier op te gaan zoeken en van dicht bij te gaan bekijken. Dat kan, dus aan het einde van de middag gaan we samen met een gids op olifanten jacht. Aangekomen bij de waterpoel blijkt de olifant vertrokken. Ok zegt de gids er achteraan dan maar. Samen gaan we de bush in en zoeken naar verse poep en ruiken of we een olifant in de buurt is. Na enige tijd vinden we verse poep. Een paar minuten later verraad de olifant zich doordat hij een beetje in zichzelf loopt te grommen. Het gekke is dat je hem ondanks het enorme gewicht niet hoort lopen. We horen alleen de ademhaling af en toe. Hieruit maakt de gids op dat hij een beetje boos is, dus super dichtbij zit er niet in. Alleen al het speuren naar zo’n beest is super. De olifant ziet niet echt uit naar een ontmoeting met ons en begint steeds verder weg te lopen. We maken en omtrekkende beweging door de bosjes en staan dan oog in oog met een volwassen mannetje van een ton of vier. Het is een geweldige ervaring en zijn dan ook blij dat we dit hebben meegemaakt.

 

’s Avonds maken we vroeg een potje klaar, omdat in het donker de bavianen nog weleens op stroperspad gaan. We liggen vrij vroeg op bed en horen ’s nachts een paar keer beesten langs onze tent lopen en een baviaan die heel hard een rondje rond onze auto rent, waarschijnlijk om te intimideren.

De volgende morgen gaan we vroeg op pad. We hebben met een ranger afgesproken om een safaritocht te gaan maken met onze eigen auto diep het bos in. We hopen daardoor meer olifanten tegen te komen en wellicht ook nog wel buffels en andere grote dieren.

We komen hele grote roan antilopen en hartebeests tegen, we zien verse uitwerpselen van buffels en pootafdrukken van een hyena. Op de weg terug zien we een olifant. Deze is echter zo schuw dat het ons niet lukt om een foto te maken.

Al met al twee leuke dagen al hadden we wel wat meer groot wild verwacht. We gaan het park uit en overnachten weer bij het gezin in Larabanga waar we nog wat spelen met de kinderen en leuke foto’s van ze maken.

 

Op naar het zuiden

Geplaatst door Gerrit en Jorina do, januari 07, 2010 16:42:08

 

Dag 58 t/m 60; dinsdag 29 t/m donderdag 31 december

 

Om half 8 zijn we vertrokken op weg richting Nkoranza. De omgeving begon steeds groener te worden. Veel palmbomen, bananenbomen en mangoplantages. In Kintampo zagen we een bordje dat er een grote waterval te zien zou zijn. Aangekomen zagen we een camper met Nederlanders. Deze waren uitbundig aan het zwaaien en blij om ook eens Nederlands te kunnen praten. Na wat gebabbeld te hebben zijn we naar de waterval gelopen. Het was erg mooi, een wild stukje jungle met lianen. Het leek wel een westerse dierentuin…

 

We zijn weer vertrokken en richting Nkoranza gereden. Hier zouden we op zoek gaan naar een kindertehuis ‘Let Kids Smile’ waar ook een Nederlandse werkt. We hadden geen adres of waypoint, dus was het veel vragen onderweg waar het kindertehuis te vinden zou zijn. We werden naar een ziekenhuis gestuurd en daar wisten ze te vertellen dat het vlakbij was. We reden verder en hebben vaak de weg moeten vragen. Dit omdat de ghananen ons maar een paar meter vooruit stuurden en dan zeiden ze; ‘rij maar een stukje door en vraag het weer een ander’. Uiteindelijk kwamen we bij een gebouw, maar dit bleek niet de juiste te zijn. Onderweg hadden we gelukkig even op het internet gekeken wat het telefoonnummer zou zijn. Het bleek dat de Nederlandse in Tamelé zat voor haar werk, dus hebben we besloten om een andere keer weer contact met haar op te nemen en misschien op onze terug reis langs te gaan.

Inmiddels was het al 16 uur en besloten we om aapjes te gaan kijken in het Monkey Sanctuary. Hier hebben we een wandeling gemaakt en kwamen we leuke aapjes tegen. De apen leven in de vrije natuur, maar worden naar ons idee teveel door toeristen gevoerd.

 

We konden hier ook camperen, dus hebben we heerlijk gekookt en zijn vroeg ons tentje ingedoken.

Op woensdag zijn we om half zeven vertrokken. Eerst hadden we een stuk piste, daarna dachten we een goede asfaltweg te hebben ,maar later bleek dat de kaart niet helemaal klopte en dat we aan het omrijden waren. Gelukkig was het een mooie route, veel groen gras, bomen en struiken. Wel hadden we nog steeds het gevoel dat het wel over zou gaan en dat er weer zand zou komen…. Maar nee, hierna is het groen en zal het verder naar het zuiden zo blijven.

Na Kumasi werd de weg erg slecht en waren er veel potholes. We konden dus niet zo hard rijden en het was uitkijken geblazen. Het was erg benauwd en voelde broeierig aan. We zagen op een plek dat men aan het goudzoeken was. We hebben even een foto genomen vanaf de straat, maar dit werd niet in dank afgenomen. Er werd iets naar ons geschreeuwd, dus zijn we maar weer verder gereden.

Even later reden we door een flauwe bocht en Gerrit haalde een busje in wat langzaam de weg op kroop. We zagen daardoor geen bord 50, maar Gerrit zag wel een agent met een lasergun. Ja hoor, we moesten stoppen. Een vrouwelijk agente schreeuwde tegen Gerrit dat hij moest betalen en anders zou hij naar de stad terug moeten en voor het gerecht moeten komen enz. Gerrit bleef eerst beleefd en zei; sorry, ik ben fout geweest, wat is een redelijke prijs voor een boete van 16 km te hard rijden. De vrouw begon met 400 Cedi. Wij vonden dit belachelijk en Gerrit werd boos. Hij vroeg eerst maar even zijn rijbewijs terug, die de vrouw al snel gaf. Niet zo slim van madammetje. Later had ze het over 50 Cedi. We zeiden tegen haar dat ze ons niet mag oplichten en zeker niet als politieagent. De vrouw kon niets meer met ons beginnen en wij bleven gewoon staan wachten. Toen kwam er een collega aan en we vroegen wat hier de normale prijs was. De man had het over 20 of 10. We waren een beetje moe dus de keuze was snel gemaakt, 10 Cedi en doorgassen maar. We kregen een beetje de pé erin. We hadden hoge verwachtingen van Ghana, maar als het zo begint…

 

Om 16 uur kwamen we aan op de Green Turtle Lodge. Hier mochten we op het strand staan naast de mooie palmbomen en voor een woeste zee.

 

Na een heerlijke nacht te hebben geslapen en een lekker ontbijtje ontmoeten we de twee Belgische overlanders Lode en Dries die we al eerder hadden ontmoet in Burkina. Ook ontmoeten we de Duitse overlanders Tanja en Jan.

Na wat gekletst te hebben zijn we naar Takoradi gereden om wat inkopen te doen. Het is een erg drukke stad, veel taxi’s en veel lopende mensen op de weg. We zochten een grote supermarkt, maar gingen eerst even tanken. We draaiden om in een straat, maar werden bijna schreeuwend aangevallen door 4 mannetjes. Die vertelden dat we daar niet mochten draaien. Gerrit was beleefd en zei dat er geen bord stond dat hij niet zou mogen keren. Het antwoord van de man was; ‘er staat geen bord dat het wel mag!’. Gerrit werd boos en vond het grote onzin. We vroegen ons af wat voor mannetjes het waren. Toen hij zijn kaartje liet zien bleek het een soort stadwacht te zijn. De discussie werd heftiger en liep hoog op. Opeens werd er aan mijn kant de deur open gedaan en stond er een mannetje in m’n nek te hijgen. We werden alle twee woedend! Ik heb de deur dicht moeten trekken en deden hem op slot. We hebben geschreeuwd dat we met hem niets meer te maken wilden hebben en dat hij aan onze privacy spullen kwam. Hij wist dat hij goed fout zat en liep weg. Tegen een andere man hebben we gezegd dat we dit zat zijn en door gaan rijden. Iedereen maakt weleens een foutje toch?

Boos zijn we doorgereden en hebben getankt en boodschappen gedaan.

 

Terug op de Lodge zijn we heerlijk gaan relaxen, even in de woeste zee gaan zwemmen en hebben lekker gegeten op de Lodge.

Iets voor twaalven in de nacht wilden we met de gehele camping en Lodge gaan aftellen om het nieuwjaarsvuur aan te steken. Echter, het had die avond zo hard geregend dat de bamboe erg nat was geworden….. We moesten meerdere keren aftellen, dus met veel gelach en gezelligheid werd het op z’n Afrikaanse tijd (Don’t worry!) 2010!

 

Genieten!!!

Geplaatst door Gerrit en Jorina do, januari 07, 2010 16:45:48

 

Dag 61 t/m 66; vrijdag 1 t/m woensdag 6 januari 2010

 

Wij willen iedereen een gelukkig en een gezond 2010 wensen!!!

 

Vrijdag, zaterdag en zondag hebben we heerlijk van de zee en het strand genoten. De wasjes zijn weer gedaan en de auto schoongemaakt. De cocosnoten werden geplukt en gegeten. Gerrit heeft zijn bijl uit de kist gehaald en kon ze zelf ontmantelen.

Langs de zee zagen we kinderen een soort mosselen zoeken die ze zouden koken en opeten. We dachten dat wij dat ook wel zouden kunnen. Dus wij hebben volop gezocht en hadden er wel 300 en hebben er heerlijke spaghetti bij gekookt. Samen met Dries, Lode, Tanja en Jan hebben we ze heerlijk opgegeten.

 

Maandag zijn we op zoek gegaan naar een Nissan garage om onze olie te vervangen. Helaas had de dealer nog vakantie en kwamen we bij een Mitsubishi garage. Deze waren vriendelijk en wilden ons wel helpen.

Daarna zijn we weer heerlijk naar de Green Turtle Lodge gegaan.

Uitgerust zijn we na een klein weekje heerlijk strand en luxe op weg gegaan naar Elmina. Uitgezwaaid door de andere overlanders die we onderweg nog weleens zouden kunnen ontmoeten.

In Elmina hebben we een oud Fort bezocht wat in het verleden ook van de Nederlanders is geweest. We vonden het een raar idee dat er zoveel slaven hebben gezeten en zijn verkocht of hier zijn dood gegaan. Ook beschamend dat ooit onze voorouders daar de macht hebben gehad en dat dit heeft bijgedragen aan onze gouden eeuw. Onder de indruk hiervan zijn we door gereden naar Hans Botel. Hier mogen we camperen en hebben we eindelijk weer internet.

 

Woensdag 6 januari;

 

Vanmorgen zijn we om half zeven vertrokken om naar het Kakum Nationaal Park te gaan in de hoop wat wild te kunnen zien. Het was wilde jungle, met wat touwbruggen. Helaas maar een paar aapjes, maar het was mooi om de jungle en alle begroeiingslagen te kunnen zien.

Na een wandeling van twee uur zijn we naar Cape Coast gereden om wat inkopen te doen, te pinnen en mogelijk nog even bij het Fort te kijken. We liepen om het gebouw heen en zagen een deur open staan. Gerrit zei; ‘kom laten we naar binnen gaan’. Ik vond het maar niets, had niet zo’n zin om weer te betalen. Maar we hebben een eindje gewandeld en zijn wat deurtjes en poortjes door gegaan. Later stiekem het achterdeurtje weer uitgegaan…

Volgens Gerrit staat het fort op de Unesco lijst, daar betalen we genoeg aan zonder dat we er iets van te zien krijgen.

Vanaf morgen hopen we via het oosten naar het noorden te rijden. We hopen in volgende week weer in Burkina te zijn.

 

Verder willen we iedereen bedanken voor de berichtjes en mails. Het lukt ons niet om ze allemaal nu te beantwoorden, maar leuk dat jullie met ons meereizen!

 

Het oosten

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, januari 20, 2010 16:00:10

 

Dag 67; donderdag 7 januari

 

Vanmorgen hebben we het vertrekrecord met bijna een uur gebroken, nog voor half zes zaten we in de auto op weg naar Lake Volta.

De verbinding vanaf de kust met de Volta regio is erg goed alleen we moeten eerst door Accra heen. Accra is een te grote stad voor de aanwezige infrastructuur, gevolg? Een groot gedeelte van de dag staat het verkeer vast op de doorgaande wegen. Daarom zijn we extra vroeg vertrokken. We hopen dat we vroeg genoeg in Accra zijn zodat we niet uren vast staan.

Ondanks het vroege tijdstip is het erg druk in de stad. We rijden om half acht de stad in en doen er vervolgens ruim een uur over om een paar kilometer verder te komen. Dat schiet dus niet op. Met de kaart op schoot maken we een alternatieve route, eerst een stuk omhoog richting Kumasi en dan een paar keer naar rechts en een paar keer naar links. De nieuwe route lijkt over een paar pistes te gaan, maar het kan niet zo zijn dat dit meer tijd in beslag neemt als door Accra rijden.

De weg richting Kumasi is snel gevonden. De weg blijkt echter over een lengte van een kilometer of tien opgebroken. We komen dus van de regen in de drup. Eenmaal door de wegwerkzaamheden heen rijd het lekker door. De politiestops onder weg zijn vandaag wat gecompliceerder als de laatste dagen. De politie vraagt namelijk altijd waar je vandaan komt en waar je heen gaat. Aangezien we vandaag een alternatieve route rijden van Cape Coast naar Akosombo moeten we elke agent uitleggen waarom we “verkeerd” rijden.

 

Ondanks het oponthoud in Accra en het rijden van de pistes komen we vroeg in de middag aan bij de dam in Lake Volta. Het blijkt mogelijk om de dam te gaan bekijken. Later blijkt dat het ook mogelijk was geweest om (als civiel ingenieur) in de dam te gaan. We waren hier echter deze dag te laat voor. We besluiten om naar de dam te gaan en bekijken en bewonderen de gigantische constructie van klei en rotsen. Het is bijzonder om te zien dat in deze dam bijna geen beton gebruikt is. De reden hiervoor is dat er een aardbevingsrisico bestaat in dit gebied. Een dam van beton zou kunnen breken terwijl deze rots en kleidam waarschijnlijk alleen maar wat inklinkt. De dam is vanaf de bodem 124 meter hoog en achter de dam staat 114 meter water. De lengte is ruim 400 meter. Verdere info zie Wikipedia. We vragen de gids de oren van het hoofd, maar zijn veel info al weer vergeten.

De avond en nacht brengen we door aan de rivier stroomafwaarts van Lake Volta. In de avond komen er wat nieuwsgierige vissers in hun bootje langs, maar iedereen laat ons met rust en we slapen heerlijk in deze prachtige omgeving.

 

De Wli Falls

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, januari 20, 2010 16:01:30

 

Dag 68; vrijdag 8 januari

 

Vandaag gaan we de brug over de Voltarivier over om oostelijk van Lake Volta naar het noorden te gaan. De boeken die we gelezen hebben over Ghana zeggen allemaal dat het een moeizame tocht is en dat het vanaf Akosombo tot Tamale wel een dag of drie rijden is. Aangezien er op de route geen grote bezienswaardigheden zijn verwachtten wij dat er weinig toeristen zijn die via deze route omhoog gaan. Dat heeft volgens ons een groot voordeel omdat daardoor de mensen vaak vriendelijker zijn. Het klinkt raar, maar na 14.000km is dit onze conclusie; hoe meer toeristen er in een gebied komen, hoe meer de autochtonen verpest zijn. Dit uit zich vaak in onvriendelijk gedrag en zeuren om allerlei dingen. Ook de straatverkopers zijn in de toeristenregio’s brutaler. Voor ons is dit een reden om een beetje uit deze buurten te blijven terwijl we zelf ook toeristen zijn.

Nadat we vroeg in de ochtend de tolbrug (prijs 4 Eurocent) overgingen zijn we via Ho naar Hohoe gereden. Vanaf Hohoe loopt er een leuke piste naar Wli. Wli staat bekend om zijn watervallen. Het zijn de hoogste watervallen van Ghana, de onderste trap is een vrije val van circa 60 meter. Aangekomen bij de watervallen moet er natuurlijk weer het nodige betaald worden aan entreegelden. Op zich is daar niks mis mee, maar we hebben tijdens onze reis nog geen bezienswaardigheid gezien waar de afgelopen 20 jaar ook maar enige vorm van onderhoud gedaan is. Waar gaat al dat geld dan heen? Blijkbaar ziet men er hier het nut niet van in om bankjes te repareren, bruggetjes op te knappen, afvalbakken te plaatsen of leuke infoborden te maken. Mijn handen jeuken als ik al deze niet benutte kansen zie. West Afrika en zeker Ghana heeft zeker potenties als het gaat om (eco)toerisme. Een grote groep reizigers heeft er behoefte aan om niet alleen de hoofdsteden en kustregio’s te bezoeken. Veel toeristen willen iets zien van het normale leven en ervaren hoe het er aan toe gaat in het pure binnenland. Zeker toeristen als wij, overlanders, willen “onontdekte” plaatsen bezoeken.

 

Ok ik dwaal weer eens iets te ver af, we waren onderaan de Wli Falls gebleven. Zoals gezegd betaalden we het gevraagde entree bedrag om naar de waterval te kunnen. Ook bij deze watervallen zegt men ons dat het verplicht is om een gids te nemen. Jorina stribbelt nog wat tegen en zegt dat het waarschijnlijk niet zo heel moeilijk zal zijn om het pad te volgen zonder gids. Maar de gids moet en zal mee. Uiteraard zit deze niet bij de prijs inbegrepen dus.

 

De gids probeert onderweg nog wat zinnigs te doen voor zijn geld door bananenplanten en Papaja’s aan te wijzen. Als ik hem uitleg dat we bananen in onze tuin hebben en dat we al een paar duizend kilometer door Afrika rijden dus dat de Papaja ook niet echt een bijzondere verschijning meer is houd hij beledigd zijn mond. Onderweg passeren we negen bruggetjes, acht zijn er volledig van hout. De gids begrijpt er maar niks van dat ik bijna van elk bruggetje een foto maak. Als ik hem uitleg dat houten bruggetjes een groot gedeelte van mijn werk is ontdooit de jongen weer en kunnen we weer een fatsoenlijk gesprek voeren. Bij de meeste bruggetjes liggen resten van bruggetjes die in het verleden op deze plaats lagen. Ook de huidige bruggen zijn in een slechte staat van onderhoud en maken al met al een rommelige onverzorgde indruk. De gids vraagt aan mij wat ik van de bruggetjes en het wandelpad vind, dat had hij beter niet kunnen doen. Liegen en mooie woordjes prevelen kan/wil ik in zo’n situatie nu eenmaal niet. Ik leg de jongen uit dat het misschien beter was als hij en zijn collega gidsen die normaal onder de boom bij de ingang liggen te slapen iets aan deze rommel zouden doen. Zodra ze met toeristen teruglopen vanaf de waterval kunnen ze elke keer een stuk afvalhout mee nemen. Het mes snijd aan twee kanten, omdat het langs het pad dan netter is en omdat de gids dan gratis brandhout heeft. Op de momenten dat er geen of weinig toeristen zijn kunnen de gidsen in groepjes van drie of vier regulier onderhoud aan wandelpad en bruggetjes plegen.

 

Al keuvelend komen we aan bij de waterval. Het is een prachtgezicht, het water stort als één grote waterdruppel naar beneden en laat een grote sluier met nevel achter. De nevel waait tegen de rotsen uiteen op deze rotsen groeien bijzondere planten die deze speciale biotoop nodig hebben. Er staan mooie Varen soorten en prachtige blauwe bloemetjes.

Rondom de waterval zijn ook heel veel verschillende soorten vlinders te zien. Op de weg naar de waterval hebben we er wel 30 verschillende geteld. Het schijnt dat er in dit gebied 400 soorten zitten. Waar zoveel insecten zitten zijn ook jagers te vinden. Ook hier is dat niet anders. De bovenste overstekende rotsen bij de waterval hangen helemaal vol met vleermuizen. Het zijn er werkelijkwaar duizenden. Het schijnt dat als je hier tegen het avond worden komt dat het een bijna luguber gezicht is.

Na wat gerust te hebben lopen we dezelfde route van 45 minuten weer terug. De gids die op de heenweg aandachtig luisterde naar mijn ideeën om het hier wat mooier te maken heeft goed geluisterd. Aangekomen bij een bruggetje waar veel houten balken liggen te rotten zoekt hij een mooie uit en sjouwt hem op zijn hoofd nog zo’n 35 minuten mee naar voren. Voordat we in het zicht zijn van zijn collega’s gooit hij hem in de bosjes met daarbij de vermelding; I finish it tonight. Goed idee, anders moet de balk in zeven stukjes gezaagd worden.

Bij de uitgang snuffelen we wat in de boetiekjes. De prijzen zijn niet echt heel hoog maar we vinden het toch net iets te gek. Bij het een na laatste winkeltje zien we een jongen die zelf beeldjes en maskers maakt. Dit zie je niet zo vaak. De meeste verkopers zijn slechts handelaren. We vragen de jongen de oren van het hoofd over hoe lang het kost om bepaalde zaken te maken en hoe hij aan zijn ideeën komt en meer van dat soort interessante vragen. We zien wat leuke dingetjes en besluiten om wat bij hem te kopen. We gaan alvast in de onderhandelingshouding staan en vragen naar wat prijzen. Deze zijn zo laag dat we besluiten om vandaag maar niet te onderhandelen maar op zoek gaan naar nog meer leuke dingetjes. Al pratend komen we er achter dat deze jongen voor een hele dag werken omgerekend € 2,50 rekent. Als je dan nog durft te onderhandelen over de vraagprijs ben je wel heel erg bot.

Met een goed gevoel rijden we terug naar Hohoe waar we even tanken bij de vrienden van Total. De brandstof is tijdens onze reis van slechte kwaliteit. De enige twee merken waar we nog een goed gevoel over hebben zijn Shell en Total. Hoewel ook deze brandstof in de verste verte niet lijkt op wat we thuis gewend zijn.

Tijdens het tanken komen de Belgen Dries en Lode aangescheurd. Ze hebben het risico genomen en zijn naar een Afrikaanse kapper geweest. Deze kende echter maar één model….. Ik durf nog niet zo goed.

 

Van Hohoe rijden we dezelfde dag nog naar Nkwanta. Daar brengen de we nacht door op de parking van een hotel. De eigenaar begrijpt maar niet dat we buiten bij de auto willen blijven. Op een gegeven moment denkt hij dat we de auto moeten bewaken, omdat er waardevolle spullen in liggen. Uiteindelijk gaan ze accoord tegen een acceptabel tarief. Voor onze douche en toilet bezoeken opent men een kamer voor ons.

 

Een kleinigheidje...

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, januari 20, 2010 16:02:50

 

Dag 69 en 70; zaterdag 9 en zondag 10 januari

 

Zaterdag zijn we lekker op tijd vertrokken, we hopen dat we vandaag Tamale kunnen halen. We hebben gelezen dat de weg van Yendi naar Tamale vrijwel nieuw is dus dat stuk zou snel moeten kunnen gaan. Tot aan Yendi is alleen maar piste. De kwaliteit van de piste wisselt nogal. Overwegend is de piste in een slechte staat van onderhoud. Tijdens het rijden komen er weer allerlei ideeën bij ons boven om deze piste op te kunnen knappen zonder dat het veel geld kost. Het is voor oost Ghana de belangrijkste route. Sterker nog, als de piste heel erg goed was of als er een goede asfaltweg zou liggen dan zou het hele noorden deze weg kunnen gebruiken voor transporten naar Tema (haven van Ghana) en naar het oosten van Accra. De transporten naar de haven worden de komende jaren belangrijk aangezien er in noord Ghana grote agrarische projecten opgezet zijn met export potenties.

Via Bimbila gaan we een mooie grote brug over die ons op de piste naar Yendi brengt. Deze piste is een stuk beter onderhouden en de snelheid is dan ook wat constanter te houden. Rond de middag komen we aan in Yendi. Gebroken door ruim 200km piste maken we ons op voor de laatste 100km naar Tamale. De piste hebben we ingeruild voor de nieuwe asfalt weg en op sommige stukken kunnen we zelfs lekker de cruisecontrol gebruiken. Dat is bijna te mooi om waar te zijn dachten we. Nou dat klopt ook. Na 15 of 20 km merk ik dat het sturen een stuk zwaarder gaat. Na nog wat testen zetten we de auto langs de kant en kijken eens heel wijs onder de auto. Ons technische oog signaleert overal olie. Aangezien dat normaal gesproken ergens in een reservoir hoort te zitten weten we dat we nu echt een uitdaging erbij gekregen hebben.

 

We maken de motorkap open en tijdens het checken van de stuurbekrachtigingsolie weet ik genoeg. We hebben een lekkage in het systeem. Het boekje maakt ons ook niet veel wijzer dan dat de olie giftig is en niet in het milieu mag komen, sorry daarvoor milieu…

Graag wil ik doorrijden naar Tamale. Ik weet dat daar een dealer zit dus die zou het moeten kunnen maken. Voor de zekerheid bellen we maar weer eens met autobedrijf Huibers International. Gelukkig voor ons wordt de telefoon opgenomen. Het is zaterdagmiddag dus niet vanzelfsprekend dat een garage de telefoon opneemt. Sander geeft me tips en laat mij checken of de v-snaar alleen maar de stuurbekrachtigingspomp aandrijft. Gelukkig is dat het geval. Met de tips van Sander lukt het me om de riem te verwijderen waardoor de pomp werkeloos wordt. Nu kan die in ieder geval niet meer kapot. Met een gematigde snelheid en een hoofd vol vragen rijden we naar Tamale.

 

Het rijden in Tamale met zo’n zwaar beladen auto zonder stuurbekrachtiging valt nog niet mee. De dealer zit dicht op zaterdag dus we kunnen maandag pas terecht om uit te zoeken wat er mis is.

 

We gaan naar het Katholieke guesthouse in Tamale om hier het weekend door te brengen. Omdat ik bang ben dat we iets beschadigd hebben op de piste laat de lekkage me niet los. Wachten tot maandag duurt wel heel lang. Ik kruip onder de auto en kijk waar het hoogste punt is wat nat is van de olie. Na wat sleutelen ontdek ik een moer die ik zeker twee slagen kan aandraaien. Ik kan bijna niet geloven dat dit alles is, maar het ziet er wel goed uit zo. Vol goede moed ga ik te voet op zoek naar olie. Dat is hier op zich al een avontuur. Tijdens het lopen bedenk ik dat het voor jullie weleens leuk zou zijn als jullie live met ons mee konden kijken. Veel dingen zijn niet in woord of beeld vast te leggen, terwijl juist dat de dingen zijn die het hier zo bijzonder maken. Het zoeken naar de olie begint zodra ik de poort uitloop. Na een stukje lopen zie ik een winkeltje waar autospullen verkocht worden. In het winkeltje hebben ze de juiste olie, althans dat beweert de man. Ik zoek speciale olie voor stuurbekrachtiging, de man vindt een restantje 15W40 een prima alternatief. Zijn motieven om mij dit te verkopen? Iedereen gebruikt het, het is goedkoper en het is toch ook olie. Ik probeer een goede reden aan te dragen om dit goedje niet te hoeven kopen dus ik zeg met een geleerd gezicht dat de samenstelling van deze olie niet overeenkomt met de olie die ik zoek. Dat begrijpt de man helemaal, want de olie die ik zoek is rood of groen en dit is zwart. Ik tijfel of ik nog moet zeggen dat het mij niet om de kleur maar om de samenstelling gaat. Maar het gezicht van de man vertelt mij dat deze redenering toch geen ingang gaat vinden. Daarom verontschuldig ik mezelf dat ik nog niet zo lang hier ben en dat ik nog een beetje moet wennen aan de lokale gebruiken. Dat had de man ook wel door zei hij. Hij vind het dan ook geen probleem als ik even verder ga winkelen. Terwijl ik wegloop bromt de man wat tegen wat andere klanten. Uit de toon maak ik op dat er net een blanke wegloopt die verstand denkt te hebben van olie en dat die te eigenwijs is om iets te kopen.

Na wat andere shops waar ook het juiste goedje niet te vinden is kom ik bij de Shell. Die heeft alle oliesoorten die ik maar hebben wil en daar geen gezeur over gelijkwaardige alternatieven.

Terug bij het guesthouse gaat de olie er beetje voor beetje in, v-snaar er weer om en testen maar. De eerste tests zien er goed uit. We laten de olie de hele nacht er in zitten en dan kijken we morgen nog maar eens hoe het zit.

Zondag zijn we al weer vroeg wakker, nog voor het ochtendplasje kruip onder de auto en zie tot grote tevredenheid dat er geen nieuwe leksporen zijn.

 

We laten de auto een tijd stationair draaien en na een kort proefrondje besluiten we dat we morgen niet naar de garage gaan maar vol gas naar Burkina Faso.

 

Een grensovergang is nooit saai!

Geplaatst door Gerrit en Jorina wo, januari 20, 2010 16:05:37

 

Dag 71; maandag 11 januari

 

Vanmorgen zijn we uit Tamale vertrokken om verder te rijden naarBurkina Faso. Op weg naar de grens bedachten we dat we nog wat Cedi’s (Ghanees geld) hadden en deze maar beter even konden opmaken. We zijn naar Sirigu gereden, een klein dorpje vlak bij de grens. Hier verkochten ze veel gebakken potjes en schaaltjes. We zochten een hele mooie pot uit, maar die was zó goedkoop dat we nog lang niet alle Cedi’s ophadden, dus moesten we toch nog wisselen aan de grens.

Onderweg naar de grens stelden we onszelf veel vragen; hoe moeilijk zouden ze nu weer doen zonder ons carnet de passage, wat gaat dat weer kosten, hoelang hebben we er voor over om te wachten enz.

 

Aangekomen bij de grens werd de desbetreffende tussenpersoon gebeld die ons ook bij het inkomen van het land had geholpen…. Nou ja, geholpen; wat geld had afgetroggeld. Toen we binnenkwamen werden we meteen herkend (zeker door de prettige samenwerking toen we Ghana in kwamen) en Gerrit werd door een agent gewenkt, hij had zijn huiswerk gedaan en zou de lijst tonen waarop staat vermeld dat een carnet verplicht zou moeten zijn in Ghana. Ik mocht niet mee naar binnen. Ondertussen kwam de desbetreffende tussenspersoon die onze zaakjes zou moeten regelen, maar die wilde eerst Gerrit spreken.

Na 5 minuten kwam Gerrit lachend uit het kantoortje. Die ene agent die wel zou kunnen laten zien dat een carnet verplicht is in Ghana, kon het zelf niet meer vinden op internet. Gerrit wilde hem de Duitse ADAC website laten zien en bewijzen dat het juist niet noodzakelijk is, maar hier wilde echter de agent niets van horen. Het waren zijn regels, dus het was verplicht!

De corrupte tussenpersoon die onze papieren moest regelen nam ons mee naar zijn kantoortje. Hier ontstond een verhitte discussie. We vertelden hem dat het nu gratis is, omdat hij, toen we Ghana in wilden, zei dat alleen bij de intree het geld kost. De man begon van alles te zwetsen. Hij moest er veel werk voor doen en hij zou garant staan voor ons etc. Gerrit speelde de boze man en ik suste het soms. Met als resultaat dat hij niet meer naar Gerrit wilde luisteren en ik met hem in contact bleef. We vroegen de prijs, wat het nu dan wel niet zou kosten. Na meerdere keren ernaar gevraagd te hebben kregen we daar geen antwoord op.

 

We moesten mee naar de office en moesten wachten op een agent die iets zou moeten tekenen. Onze tussenpersoon hield waarschijnlijk niet zo van wachten en zei ons dat als de agent er was, wij hem maar even moesten roepen. Na een paar minuten gewacht te hebben, zei Gerrit; ‘Hé daar komen blanken aan’! We gingen naar buiten en zagen Tanja en Jan, de Duitse overlanders die we in Green Turtle Lodge hadden ontmoet. Zij hadden ook geen carnet, dus ook teveel betaald bij intree van Ghana. Tanja zag haar ‘regelagente’ van toen en gaf het autodocument en vroeg de agente of het nu gratis was, dit was zo volgens de madam dus Jan en Tanja wilden door. Er werd wat gebabbeld, het hek werd open gedaan en Jan en Tanja reden door! Wij waren verbouwereerd en Gerrit liep op een agent af en vroeg aan hem hoe dit nu kan. Wij wachtten al anderhalf uur en zij mochten door! We begrepen dat de dame die Tanja en Jan hadden doorgelaten een foutje had gemaakt… Gerrit hoorde wat gemompel tussen een paar hoge agenten dat ze wat vriendelijker tegen toeristen moeten zijn van de baas, anders zouden er geen meer komen.

 

En, ja hoor, we mochten door. We zijn snel ingestapt en reden naar de politie. Hier lieten we ons uitstempelen. Eén agent snauwde mij af! We waren perplex en vroegen of het iets vriendelijker tegen een toerist kon! Daarna lieten we ons uitstempelen. Een agent vroeg wat we van Ghana vonden. Gerrit vertelde dat we het “een niet altijd plezierig land” vonden. Veel mensen zijn agressief, intimiderend en troggelen geld van toeristen af. Dit wilde de agent echter niet horen. Gerrit vertelde hem dat hij er dan niet naar moet vragen…

 

Gelukkig; we zijn Ghana uit en onze tussenpersoon…. Die hebben we niet meer gezien, de arme jongen.

Bij de politie van Burkina lieten we ons instempelen en werden we vriendelijk welkom geheten! Voor het kopen van een laissez passer(een papiertje voor de auto) moesten we naar de douane. Echter de douanier was even naar zijn dorp voor een siësta. Deze zou om 15 uur terug zijn. Na een lekker colaatje te hebben gedronken en een uurtje met Tanja en Jan gekletst te hebben, konden we ons papiertje halen (=kopen) en besloten we om gezamenlijk naar het Nazinga Park te rijden. Op zoek naar de olifanten!

Na de ingang was het nog 40 km rijden naar de lodge waar we zouden overnachten. Onderweg zagen we diverse antiloopsoorten, veel vogels en roken we de geur van olifanten. Na een tijdje zagen we een grote mannetjesolifant. Langzaam zijn we er voorbij gereden.

 

We kwamen om 18.30 uur aan bij de lodge, hebben heerlijk gekookt en zijn het bed ingedoken.

 

Vervolg; Burkina Faso

 

Together on tour

Ghana
Ghana
Ghana
Ghana