Mali 3-10 december

© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina

Together on tour

Mali

Geen saai dagje

Posted by Gerrit en Jorina Wed, December 09, 2009 12:13:34

 

Dag 33; vrijdag 4 december

 

Gisteravond hebben we nog eens goed naar de landkaart gekeken. Globaal zijn er twee routes om vanuit Kayes in Bamako te komen. Een noordelijke en een zuidelijke. Van de noordelijke is bekend dat deze weg in een vrij goede staat is. Daar staat tegenover dat de zuidelijke route korter is en landschappelijk wat mooier is. Over de staat van de weg verschillen de meningen. Na wat vragen aan mensen onderweg besluiten we de zuidelijke route te nemen. Deze route zal over het algemeen wat slechter zijn dus daarom trekken we twee dagen uit voor het stuk van ruim 500km. Dat moet te doen zijn.

We vertrekken ook vandaag weer lekker op tijd en vragen onderweg aan een vriendelijke agent nog even naar de staat van de weg. De man wijst naar onze trouwe auto en zegt dat het met zo’n goede auto makkelijk te doen is. Nog even tanken en gaan met die banaan.

 

Zodra we Kayes uit zijn houdt ook het asfalt op, op zich is dat prettig, want veel onverharde wegen rijden prettiger dan de asfaltwegen met al die gaten er in. Het eerste stuk weg is een wasbordweg. Even zoeken naar een prettige snelheid en dan zoef je als het waren over de venijnige ribbels. Het landschap is werkelijk prachtig. We passeren dorpjes waar iedereen je begroet en staat na te zwaaien en we rijden langs prachtige rotsformaties. Na een paar uur rijden komen we uit een dorp en pakken de verkeerde afslag, de weg wordt smaller totdat er niet veel meer overblijft als een ezelskarrenspoor. Hoe breed dat is volgt verderop in het verhaal nog wel. Volgens de route in de gps gaan we nog steeds de goede kant op. We komen mensen tegen die eerst verbaast kijken en daarna ons hartelijk begroeten. We vragen hen of we op de route richting Bafoulabé zitten. Dat blijkt het geval dus knorren we maar weer door, onszelf een weg banend door het hoge gras en langs de vele boompjes en prikstruiken.

Na een paar kilometer komen we weer in een dorpje en dus ook weer op de normale piste. Blij dat we de smalle piste gehad hebben rijden we opgetogen verder.

We komen langs een afslag die ons langs een stel bekende watervallen moet lijden. We nemen de afslag en volgen het smalle pad. Aan de begroeiing te zien komen hier niet elke week auto’s langs. Na een paar kilometer gaat de weg behoorlijk omhoog en aangezien de piste slechts bestaat uit los gesteente vinden we het niet verantwoord om door te gaan, dan maar geen watervallen…

 

We rijden via een ander pad terug naar de weg waar we vandaan kwamen. Het pad wat we volgen houd drie meter voor de weg op, het enige wat ons nog scheid van de weg is een greppel van een kleine meter breed. “Gelukkig”, denk ik, “dan komen de rijplaten toch nog van pas deze reis”. De rijplaten blijken echter niet bestand tegen het gewicht van onze zwarte olifant en buigen precies in de vorm van de greppel. Met wat moeite bereiken we toch de weg. Daar maken we eerst de rijplaten weer recht door en een paar keer over heen te rijden en we kunnen weer op zoek naar een ander weggetje. Tijdens het greppelincident komt een mannetje bij ons kijken, nadat we hem een blikje cola hebben gegeven weet hij ons ook een alternatieve piste aan te wijzen. We volgen zijn aanwijzingen en vinden inderdaad een piste. Weer even aan iemand vragen of dit de goede is. Als we een kilometer op de piste zitten zien we een brede geul. Waarschijnlijk is de piste tijdens afgelopen regenseizoen weggeslagen. We kunnen er onmogelijk doorheen, er omheen blijkt ook niet te doen.

 

Wat nu? Dit zijn de enige twee pistes die direct naar Bafoulabé gaan en beide kunnen we niet over. We gaan weer terug naar de grote piste. Deze grote piste loopt weliswaar een stuk de verkeerde kant op, maar uiteindelijk gaat deze piste ook naar Bafoulabé. Aangezien deze weg behoorlijk breed is wagen we de gok en volgen we deze route. Na een aantal kilometer komen we op een prachtige nieuwe onverharde weg. Achteraf denken we dat het misschien een landingsbaan was, de weg begon en eindigde namelijk in het niets en was 3 km lang en zeker 15 meter breed.

Nadat deze “weg” stopt zijn we weer terug bij af. Geen weg meer, geen piste meer, alleen een ezelskarrenspoor is wat er overblijft. We zijn te ver van Kayes af om nog terug te keren. We moeten wel door. In de (valse) hoop dat het pad breder wordt vervolgen we onze weg. Het pad wordt niet breder, de begroeiing wordt niet minder. Nee sterker nog we komen zelfs bijna geen dorpjes meer tegen. Toch maar doorgaan, we gaan nog steeds de goede kant op en we rijden nog steeds. We hebben nog geen bomen of takken hoeven af te zagen dus zo slecht gaat het nu ook weer niet.

 

We maken ons wel een beetje zorgen over de rivier die we straks gaan tegenkomen. Zal er een brug liggen? Een veerpont misschien? Of moeten we een doorwading maken? Hoe breed is de rivier, hoe diep? Allemaal vragen waar het antwoord op uit blijft. Na uren door de bush slalommen komen we bij de rivier. Er is geen brug, de rivier is erg breed, en zo te zien aan de mensen die met een piroque aan het punteren zijn is het ook best wel diep. Nu maar hopen dat er een pontje is.

Gelukkig, aan de overkant ligt een pontje. Wanneer die ons komt halen weet niemand. We wachten geduldig af, Jorina gaat een vrouw helpen wassen in de rivier en ik vermaak me met de kinderen die als vliegen op ons af komen. Na klein half uur zien we beweging in het pontje. De redding is nabij, de pontbaas komt ons halen en brengt ons naar Bafoulabé waar we lekker kunnen slapen…

De pontbaas heeft alleen heel andere plannen. Eerst wordt ons gigantisch hel vel over de oren getrokken, de prijs die we uiteindelijk betalen is zeker 10 keer de normale prijs. Er valt niks te regelen, betalen of terug rijden…. Het wordt betalen. Eenmaal onderweg heeft onze redder nog een verrassing, hij gaat niet naar de overkant. Hij brengt ons naar een landtong in de rivier, Hij legt uit dat er problemen zijn met de brug die wij anders morgen moeten nemen, er kunnen geen auto’s meer over dus daarom brengt hij ons, voor ons eigen bestwil, naar een andere plaats. Hij legt uit dat er nog 9 kilometer piste komt en daarna komen we in een vrij groot dorp, daarvandaan loopt een goede piste naar Manantali, daar kunnen we overnachten. Bij elkaar is dat zeker nog 100km en we zijn al helemaal gebroken. We zijn hier beide best wel ziek van. Toch maar doorzetten. Het is nog maar 9 km. Het blijken alleen wel de 9 slechtste kilometer te zijn. Na 2,5 km komen we bij een rotspartij, na wat voorzichtig manoeuvreren loopt de auto vast. Niet verder rijden, eerst uitstappen, kijken of er een oplossing vooruit is, zo niet achteruit terug. Zo hebben we het op de 4x4 cursus geleerd. Alleen toen waren we fit, relaxed en in gezelschap. Voor Jorina is dit de druppel, al haar energie is op. Ik stap uit en zie dat we niet vooruit kunnen. Nu eerst maar eens kijken of er een alternatieve route is. Dat blijkt niet het geval. Terwijl ook bij mij de batterij leegloopt komen er in ganzenpas een stuk of 7 mannen met een fiets aan de hand aan gelopen. Ze vragen hoe ik hier kom, nadat ik met handen en voeten uitleg dat ik met de auto ben en dat we vast zitten. Ik neem ze mee naar Jorina en de auto, daar aangekomen leggen ze als één man de fiets neer en zwijgzaam klauteren ze mee naar boven. Er ontstaat een discussie tussen de mannen en uiteindelijk beslist de oudste hoe we het gaan doen. Eerst gaan ze me terug omhoog duwen… Ik weet nog net op tijd uit te leggen dat de auto op eigen kracht wel terug omhoog komt, ze hebben de mouwen al opgestroopt.

 

Ok, de auto staat weer met de buik van de grond. Nu gaan we een spoor verzinnen. De mannen staan te gebaren en wijzen me een bepaald pad. Ik ben al lang blij dat men bereid is te helpen dus knik driftig van yes. We gaan het aangewezen spoor eerst uitvullen met losse stenen, dat we daar zelf niet aan dachten….? Als het spoor gemaakt is rijden we zachtjes naar beneden. Ik zet de luchtvering in de hoogste stand en we zijn weer door. Opgelucht rijden we stapvoets achter de mannen aan. Tweehonderd meter verder komt er een nog vervelender “afstapje” Hier kunnen we door de bush omheen rijden. Volgens de mannen zijn we nu uit de problemen. We bedanken hen voor hun hulp en gaan verder.

 

Na nog 6 kilometer komen we op de lang beloofde weg. Zo snel als mogelijk rijden we naar Manantali waar we onderdak vinden bij een vervallen hotelletje/hostel. We zijn beide nog nooit zoooo blij geweest met een vervallen hotelletje. De eigenaar en zijn zoon zijn super vriendelijk en vertellen ons veel over de omgeving en de toestand van de wegen in de regio. Dat de piste vanaf Kayes slecht is wisten ze ons ook te vertellen. Het verbaast de zoon dat we dit stuk in één dag hebben weten af te leggen.

In totaal hebben we ruim 11 uur gereden en nog geen 200km afgelegd. De “middle of nowhere” hadden we in de Sahara al gevonden, vandaag hebben we iets gezien en gevoeld van hoe hard Afrika kan zijn.

Het antwoord op de vraag hoe breed een ezelskarrenspoor is; iets smaller als een Nissan Navara. Het resultaat daarvan zijn een behoorlijk aantal authentieke Afrikaanse bushhantekeningen aan alle kanten van de auto.

Nu, vijf dagen later, vinden we dat het de moeite waard is geweest. Dit waren de binnenlanden van Afrika waar we voor kwamen. De mensen en de natuur onderweg waren fantastisch, hier geen gezeur om pennen, ballonnen, bonbons, 2000CFA, water of mobieltjes. Nee, hier alleen onvoorwaardelijk vriendelijke mensen, kinderen en volwassenen, die zwaaien, je toezingen en begroeten.

 

 

Door naar Bamako

Posted by Gerrit en Jorina Wed, December 09, 2009 12:17:33

 

Dag 34; zaterdag 5 december

 

Vandaag is het Sinterklaas, Gisteren zijn we er achter gekomen dat hier niets wordt weggegeven. Ook vandaag zal er wel geen cadeautje in zitten voor ons. Dat geeft ook niet, ondanks alle niet geplande zaken is elke dag hier weer een cadeau.

Vandaag willen we vanuit Manantali in één keer doorrijden naar Bamako. Gisteravond heb ik samen met de zoon van de hoteleigenaar de kaart bekeken en wat tips gekregen over de route. De eerste 104km is gedeeltelijk piste, gedeeltelijk verhard. Dan komt er een stuk van 40km wat gloednieuw is en daarna volgt er een stuk van bijna 185km wat ook een goede tolweg moet zijn.

 

Al met al toch wel een hele rit dus ook vandaag gaan we weer op tijd op pad. Eerst brengen we de banden op asfaltspanning omdat we gisteren de druk behoorlijk verlaagd hadden. We hebben goed geslapen en beginnen dus lekker fit aan de 104km piste. Als we wegrijden komen we langs een grote stuwdam in de Senegal rivier. De stroom die hier wordt opgewekt wordt ondermeer verkocht aan Mauritanië. De piste loopt aardig, op sommige stukken kunnen we tachtig terwijl we op ander plaatsen slechts stationair in de eerste versnelling kunnen. Onderweg moeten we een stroompje van 20cm diep doorwaden en op plaatsen is het slalommen geblazen. Na een uurtje of drie door een schitterend landschap met schilderachtige dorpjes gereden te hebben komen we op de nieuwe weg. De weg is wel 15meter breed en er rijd praktisch niemand. Prima voor ons, wij kunnen lekker gassen. Bij de dorpjes even het gas er af en de rest tegen de 100/uur. Onderweg maken we een paar fotostops en in Kita doen we even inkopen. De olifant heeft dorst en wij hebben honger. Dan gaat het verder naar Kati, deze voorstad van Bamako staat al 165 van te voren aangegeven terwijl Bamako niet op de paaltjes staat. Afrikaanse logica wellicht. De zoon van de hoteleigenaar had de weg goed beschreven, de weg loopt lekker en het landschap is mooi. We zien vandaag opvallend weinig dieren, geen apen en weinig vogels. Wel zien we veel jagers op brommertjes rondknorren met het dubbelloops op de rug. Ook zien we langs de kant van de weg veel kinderen met katapults, hiermee schieten ze op vogels en hagedissen, vlees is vlees…

Om een uur of vier komen we aan in Bamako waar we het weekend zullen blijven. We gaan naar een camping aan de Niger. het uitzicht is prachtig hier houden we het wel even uit.

Even uitblazen

Posted by Gerrit en Jorina Wed, December 09, 2009 12:18:42

 

Dag 35 en 36; zondag 6 en maandag 7 december

 

De zondag brengen we door met wat lezen, stukje wandelen en hier en daar een praatje maken. We krijgen “visite” van een aantal lokalen zoals verkopers, een taxichauffeur, een geïnteresseerde auto-inkoper en iemand die onze was wel wil doen. Verder verloopt de dag rustig en praten we wat na over de afgelopen dagen.

Maandag doet Jorina eerst nog even een wasje voordat we naar de ambassade van Burkina Faso gaan om het visum te regelen. Onderweg naar de ambassade staat er veel file, door Bamako stroomt de Niger. Dit is barrière voor al die mensen die van de ene naar de andere kant willen. Er liggen slechts twee bruggen over de Niger. Deze bruggen staan het grootste gedeelte van de dag vast. Als we eindelijk de brug over zijn worden we ingehaald door Impi. (www.impi-adventures.nl) Ze hebben, blijkt later, hun auto vol zitten met overlanders die allemaal op visumjacht gaan. Eén van hen, de Nieuwzeelander Darren, komen we tegen in de ambassade van Burkina. We raken met hem aan de praat en hij nodigt ons uit om naar de camping te komen waar hij, Impi en Daffie staan (www.metdaffieopreis.nl)

 

Het aanvragen van het visum is een stuk relaxter als de chaos bij de Mauritaanse ambassade in Rabat, hier geen hordes met mensen, hier niet buiten blijven wachten. We mogen de ambassade in en in de hal kunnen we in luie stoelen de papierwinkel invullen. Alles in drievoud. Dit wordt niet gekopieerd maar wij moeten het gewoon drie keer overschrijven. Het lijkt wel strafwerk. Terwijl wij bezig zijn komen er nog vier Nederlanders binnen. Ze zijn op de motor en gaan tot Ghana. Daarvandaan vliegen ze terug en de motors gaan op het schip.

Als alles is ingevuld moeten we afrekenen en dan kunnen we gaan. ’s Middags om 15:30 kunnen we de paspoorten weer ophalen.

In tussentijd gaan we terug naar de camping om al onze spullen op te halen zodat we ’s middags door kunnen rijden naar camping Le Cactus, waar de andere Nederlanders ook zitten.

Verder rijden we wat rondjes door Bamako, ondanks dat het een grote stad is doet het niet kolossaal aan. Alles is ruim opgezet en tussen de gebouwen is veel groen aangelegd. We proberen ook nog een keer of 10 te pinnen, elke keer zonder resultaat. Waaraan het ligt weten we niet, we hopen dat het in een andere plaats wel lukt.

Aan het einde van de middag halen we de paspoorten weer op en gaan naar Le Cactus. Daar drinken we met Henk-Jan, Maureen, Iris, Roderick en Darren een lekker biertje en praten wat over de verschillende reizen tot nu toe en de plannen voor de komende dagen.

Daffie en Impi blijven nog even op Le Cactus, wij willen morgen verder naar Segou.

 

Segou

Posted by Gerrit en Jorina Wed, December 09, 2009 12:24:56

 

Dag 37 en 38; dinsdag 8 en woensdag 9 december

 

Dinsdag willen we naar Segou. Het is ongeveer 250km dus niet echt een bijzondere rit. We vertrekken om 7:30, de weg is goed en buiten Bamako komen we weinig verkeer meer tegen. Het landschap wordt een beetje eentonig, veel struiken en hoog gras ontnemen ons het zicht op de omgeving.

Aangekomen in Segou gaan we eerst nog een keer proberen te pinnen Het is gelijk raak. Gelukkig dat is dus ook weer opgelost.

We rijden wat verder door Segou en komen bij hotel Badala. Na wat vragen mogen we op de parkeerplaats kamperen. Dit hotel ligt strak aan de Niger en heeft een terras aan het water. Het uitzicht is super. De voorzieningen zijn goed, al krijgt Jorina de kraan niet meer dicht als ze gedoucht heeft. Ondanks dat het er leuk en netjes uitziet zijn we de enige gasten.

Ook woensdag blijven we nog hier. We willen de website updaten en wat mailtjes beantwoorden.

Donderdag willen we proberen om in één keer vanuit Segou naar Burkina Faso te rijden. Als de wegen zijn zoals ons verteld is dan moet het lukken.

 

Ps;

Beste allemaal!

helaas kunnen we op dit moment even geen mails versturen en geen foto's uploaden... Hopelijk dat het aanstaand weekend wel gaat lukken in Burkina Faso.

We vinden het erg leuk om jullie berichtjes en emails te lezen. Het is voor ons helaas niet mogelijk om iedereen te beantwoorden...

 

'n Lieve groet,

Gerrit en Jorina

 

Alweer de grens over

Posted by Gerrit en Jorina Wed, December 16, 2009 10:30:10

 

Dag 39; donderdag 10 december

 

Vanmorgen zijn we tegelijk met de zon opgestaan, dat wil zeggen rond een uur of zes/half zeven. We wilden vandaag verder rijden richting Burkina Faso. Of we Burkina vandaag konden halen was afhankelijk van de wegen. We hebben uitvoerig met mensen hier gesproken en daar wordt je niet veel wijzer van. De één zegt dat de weg super is terwijl de ander zijn hoofd schud en je een andere route aanbeveelt. Daarom hebben we besloten om de kortste weg te nemen vanuit Segou gezien. We gaan de weg op richting Mopti, slaan dan af bij Bla de weg op richting Koutiala. Bij Koutiala zijn we een stukje richting Sikasso gereden, na een kilometer of tien slaan we linksaf richting Kouri. Daar kun je de grens over naar Burkina Faso.

Onderweg is ook vandaag weer niet zo heel veel te zien, we zien al een paar dagen geen apen meer en ook het aantal vogels is minder als b.v. in Senegal. De vele jagers/stropers op hun brommertjes verklaren wellicht waarom er hier minder “wild” zit. De weg is voor Afrikaanse begrippen goed, af en toe moet je flink in de remmen voor een diep gat om daarnaa weer op te trekken naar 100km per uur.

 

Om een uur of elf komen we aan in Kouri, de Malinese kant van de grens. Volgens onze gps is het zeker een kilometer of tien naar de werkelijke grens maar hier worden de eerste zaken al afgehandeld. Onze Malinese autopapieren worden weer ingenomen en we krijgen een bewijsje dat we wel degelijk alle papieren bij ons hadden. Nu we Mali uitrijden kunnen we concluderen dat Mali een prettig land is om doorheen te reizen. We zijn niet één keer gecontroleerd. Dat was in de landen die achter ons liggen wel anders. We kunnen op zoek naar de volgende post. Dit blijkt een douanepost te zijn, de mannen zitten lekker te eten dus wij dachten dat het nog wel even ging duren voordat we verder konden. Eén van de heren blijkt echter zijn buik net vol te hebben dus die gaat ons wel even helpen. Uiteraard niet voordat hij de hand waarmee hij in de rijst met prutje had zitten graaien een beetje heeft afgelikt, anders kun je je gasten natuurlijk geen hand geven.

Misschien leuk om even uit te leggen; Eten en handen geven doe je met rechts en op het toilet gebruik je links. Ter verduidelijking; bestek en wc-papier gebruiken de mensen hier niet. Men “wast” zich overigens wel 5 keer per dag, voor elk gebed.

 

Bij de douane gaat het erg snel, meneer vond het leuk dat we in Mali waren en hoopt dat we nog eens langs komen. Deze vriendelijkheid is kenmerkend voor heel Mali. Ook bij de Malinese politie gaat het vlot, effe stempelen en we zijn het land uit. Nu op weg naar Faramana, het grensdorp aan Burkinese zijde. Daar worden we hartelijk ontvangen en gaan voor op een bus met vijftig inzittenden. Zowel bij douane als politie is men heel hartelijk en vind men het leuk dat we helemaal vanuit de “Pays Bas” met de auto hierheen gekomen zijn. Een agent vraagt of we met de boot zijn, op mijn wedervraag of er hier water is komt een bulderlach als antwoord.

Dit is onze zevende grensovergang, maar wel de eerste waar we niks geen onzinnige dingen moesten betalen. Het is ook de eerste grensovergang waar de beambten ons behalve het bekende “bonjour” ook een bonne arrivé, bonne route, bonne voyage en een bonne séjour wensten. Al met al een prettig binnenkomen in het land waar we veel van verwachtten. Na de grens rijden we naar Bobo Dialasso. Kortweg Bobo genoemd. Bobo is de tweede stad na Ouagadougou. In Bobo heerst een relaxte sfeer, auto’s rijden er nauwelijks, de stad is ruim opgezet en de mensen zijn erg rustig.

We brengen de nacht door bij Casa Africa, een Auberge waar ook een stuk of drie overlanders kunnen staan. Casa Africa is bekend onder rugzaktoeristen.

 

Vervolg; Burkina Faso

 

 

 

Mali
Mali
Mali
Mali