© 2016 Togetherontour - Gerrit&Jorina
Mauritanië
Door Mauritanië...
Geplaatst door Gerrit en Jorina di, november 24, 2009 10:28:02
Dag 15 t/m 18; maandag 16 t/m donderdag 19 november.
Na de vermoeiende laatste dagen nemen we maandag eerst een dag rust. Er moeten een paar klusjes gedaan worden en we hebben veel vuile was. Verder zijn we ook een beetje door de verse groenten en fruit heen. Dat kunnen we in Nouadhibou mooi weer aanvullen. Iris en Roderick en Joke en Frans besluiten om verder te rijden en vertrekken ’s morgens via de asfaltroute naar Nouackchott.
Dinsdag willen we vertrekken vanuit Nouadhibou om via de Atlantische route door Parc Banc d’Arguin naar Nouackchott te rijden. Deze tocht duurt drie dagen, is bijna 500 km lang en bestaat uit zand, gravel en strandpistes. Het betekent ook dat we dan door en over zandduinen moeten rijden. We hebben hier erg veel zin in. We zullen de tocht met drie auto’s gaan maken. De Duitsers, de drie maatjes en wij.
Maandag heb ik (Gerrit) iets in mijn rechteroog gekregen, of het nu simpel zand is of iets anders is niet te achterhalen. Feit is dat het oog erg geïrriteerd is. Eenmaal op weg naar de piste begint het steeds pijnlijker te worden, doordat het stoffig en heet is. De oogdruppels die we hiervoor bij ons hebben hielp nauwelijks. Voordat we de piste op gaan plakt Jorina het oog dicht, zodat er niet nog meer vuil in kan komen. Het is echter teveel en na een paar kilometer schitterende pisten moeten we helaas besluiten om terug te gaan en goede zalf te halen. Mark en Marga gaan mee terug, omdat de dynamo van hun auto waarschijnlijk de geest gegeven heeft. Ook voor ons is het fijn dat we niet alleen terug moeten.
In de apotheek bij een ziekenhuis hebben we zalf gehaald. De toevallige aanwezige dokter wilde eigenlijk nog een betere zalf meegeven maar die hadden ze niet. Jorina kijkt als volleerde zuster of we geen rommel meekrijgen. Terug op de camping ben ik lekker naar bed gegaan met een goed zalfje in mijn oog. ’s Avonds even eten en weer vroeg naar bed met een vers zalfje in mijn ooglid. De nacht brengt veel verbetering en ’s morgens besluiten we om naar Noackchott te rijden (helaas via het asfalt;-(). Het oog gaat weer achter het gaasje en Jorina gaat weer achter het stuur. Onderweg komen we erachter dat een gaasje of een gesimuleerde wond wel handig is bij politie en douane posten, bijna overal wordt er zeer vriendelijk gevraagd of alles goed is en wordt er een goed reis gewenst. Mark en Marga stellen dan ook voor dat we het ooglapje er in houden. Ik ben het inmiddels wel zat met het doekje en woensdagavond verklaar ik mezelf genezen na nog een laatste keer met een zalfje te gaan slapen.
De camping waar we deze nacht doorbrengen is er één van vergane glorie. De locatie is erg mooi, pal aan zee, midden in de duinenrij. De gebouwtjes zijn oud en stoffig. Gelukkig is er wel water en een boiler, alleen die is dan weer niet aangesloten op de rest van het sanitair. Het resultaat is dat er koude douches zijn en geen toiletten waar water op is aangesloten. Onze wensen zijn niet heel groot, maar een wc of latrine moet je wel kunnen doorspoelen, al is het maar met een emmer…
Donderdag besluiten we dan ook om de biezen te pakken en op zoek te gaan naar een betere camping in Nouackchott. Daar gaan we weer wassen en we willen de website bijwerken.
Helaas lukte het ‘s middags niet om onze tekst op onze site te plaatsen. We moeten het even uitpluizen wat er aan de hand is en hopen het te kunnen uploaden bij een volgend internet stopje.
Op naar Senegal...
Geplaatst door Gerrit en Jorina di, november 24, 2009 10:47:02
Dag 19; vrijdag 20 november.
Vrijdagmorgen staan we lekker vroeg op, we hebben er zin in. Vandaag gaan we op weg naar Senegal. De afstand van Nouackchott tot Senegal is nog geen 300km dus dat moet goed te doen zijn. De normale route vanuit Mauritanië naar Senegal loopt via de grensplaats Rosso. Rosso is een zeer beruchte grensovergang en wordt veelal gezien als de meest corrupte van Afrika en volgens sommigen van de hele wereld. We hebben dan ook besloten om naar een andere grenspost te gaan. Omdat we willen overnachten op de Zebrabar is het voor de handliggend dat we bij Diama de grens overgaan. De normale route daarheen loopt over een piste vanaf Rosso naar het oosten. Tijdens één van de ontmoetingen met wat andere overlanders afgelopen week hebben we een waypoint gekregen van een afslag ver voor Rosso. Dat betekent dat we een heel stuk afsnijden en dus ook geen last hebben van mannetjes onder weg die je proberen richting de grens van Rosso te sturen. Dat laatste gebeurt trouwens al als je 100km van Nouackchott vandaan bent. Toen wij bij één van de vele controleposten werden aangehouden probeerde de politieman Mark wijs te maken dat we toch echt naar Rosso moesten. Het werd zelfs zo sterk dat de man ging bellen met een “gids”. Mark moest de “gids” telefonisch te woord staan om het vervolg van onze reis door te spreken. Na wat heen en weer gepraat gaf Mark de telefoon weer terug aan oom agent en zei zeer beslist dat we niet naar Rosso zouden gaan.
Al vrij snel daarna kwamen we bij het waypoint van de afslag die we moesten nemen om zonder omweg naar Diama te rijden. De piste reed lekker en ging door een sterk glooiend landschap. In de piste zaten veel korte maar steile heuveltjes.
Boven op deze heuveltjes heb je een mooi uitzicht over het savannelandschap. Onderweg stoppen we even voor een lunch. Tijdens de lunch komen twee nieuwsgierige dromedarissen een kijkje nemen. Aan het einde van de piste komen we in een dorpje waar we even moeten zoek naar de juiste weg. Even vragen aan een man, en we gaan weer verder. Dan draaien we de dijk op die van Rosso naar Diama loopt. De dijk is onverhard en van klei gemaakt. Tijdens het afgelopen regenseizoen is de piste behoorlijk kapot gereden. Het is dus veel sturen en slalommen. Jorina doet haar werk als navigator uitstekend en waarschuwt bij elke kuil of hobbel.
De dijk voert door een natuurgebied wat wel een beetje lijkt op de natuurgebieden in de Hollandse uiterwaarden. We hebben van overlanders gehoord dat er veel trekvogels overwinteren en dat er behalve pelikanen ook veel flamingo’s zitten. En als je een beetje geluk hebt kom je er wrattenzwijnen en vleesetende varanen tegen.
We blijken geluk te hebben. Wij rijden voorop en waarschuwen Mark en Marga als we weer iets zien. Het probleem is wel dat als wij voorbij rijden en een foto hebben gemaakt de meeste dieren geen zin hebben om op de Maatjes te wachten totdat zij ook een foto gemaakt hebben. Nadat wij een varaan van zeker anderhalve meter gespot hebben en ook deze weer wegrent zodra Maatje met piepende remmen tot stilstand is gekomen vinden we het een beetje lullig en laten de Maatjes voorbij in de hoop dat zei ook nog een paar mooie foto’s kunnen schieten. Als we het park uitrijden hebben we alle eerder beschreven dieren gezien en mooi kunnen fotograferen.
Bij de uitgang staat een mannetje die wil dat we betalen omdat we door het park gereden zijn. Ik probeer me nog van de domme te houden en heel verbaast te reageren als hij zegt dat we een park gepasseerd zijn, het helpt niet en we moeten betalen omdat we via de openbare weg door een park gereden zijn. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat het wel wat waard is om dit park te behouden het is er erg mooi en een aanrader voor vogelaars. Of onze parkbijdrage gebruikt wordt voor de instandhouding van het park zullen we wel nooit te weten komen.
Na nog een kilometer of zes goede piste komen we aan bij de grens. De grens is hier wat kleiner opgezet als bij Marokko en we hoeven maar vier kantoortjes langs in totaal. Ons is verteld dat deze grens wat minder corrupt is als bij Rosso. Toch moet er ook hier tegenwoordig tussen de vijftig en honderd Euro betaald worden. We zijn van plan om te bezuinigen op grenskosten dus het kan wel weer eens een lange grensovergang worden.
Het grote voordeel hier ten opzichte van Marokko is dat we de enige twee auto’s zijn bij de grens. Toevallig komt er vanaf Senegal nog een auto met in Mauritanië wonende Nederlanders. Kort en zakelijk vertellen ze wat hier de prijzen zijn en wie we wel en wie we niet moeten betalen, dat steunt ons in ons doel om hier weinig uit te geven.
Aangezien Mark de enige is die in staat is te discussiëren in het Frans geven we hem de paspoorten mee. Mark gaat eerst naar de douane. Daar wordt Mark getrakteerd op een bakkie verse muntthee terwijl de douanier alle gegevens overschrijft in het grote boek. Nadat alles op papier staat vraagt de beste man tien Euro per auto, soort handelingskosten. We zijn niet van plan om onze Euro’s zomaar weg te geven dus Mark krijgt Mauritaans geld mee ter waarde van een tientje. Na wat morren gaat de man accoord. Het betalen om over de grens te mogen staat me helemaal niet aan, maar ja ook de Nederlanders die we tegenkwamen zeiden dat dit hier heel normaal is. Mark gaat weer op pad en verdwijnt in het kantoor van de politie. Binnen heerst een serene rust en even later blijkt ook waarom. Iedereen ligt te slapen. Nadat Mark oom agent gewekt heeft wordt weer alles van voor af aan op geschreven in het grote boek. De man is, zo blijkt, uitgeslapen en vraagt ook weer een tientje per auto. Omdat Mark geen zakgeld had meegekregen van ons kwam hij terug en hield zijn verhaal. Het werd mij een beetje te gek en ik besloot mee te gaan voor de harde onderhandeling, Mark zou vertalen. Binnen gekomen vroeg ik of en waarom er problemen waren. Volgens meneer agent waren er geen problemen maar we moesten gewoon betalen. Waarom? Vroeg ik hem. Voor de auto, was het antwoord. Ja meneer dat snap ik, maar waarom? Daarom. Nee ik wil weten waarom. Dat ging zo een tijdje door en de man werd iets minder gelukkig en wenste waarschijnlijk dat wij nooit de weg naar Diama gevonden hadden. Hij liep weg en kwam terug met een papiertje met stoere stempels. Ik neem aan dat dit een soort van autorisatie moest voorstellen. De agenten begonnen een bak met pasjes door te spitten om er nog iets van een badge of zo bij te zoeken, maar de juiste bleek er niet tussen te zitten. Ondertussen zat ik geduldig te wachten en voelde mezelf steeds rustiger worden. Ik had de tijd en was niet van plan om nog maar iets te betalen zonder de reden te kennen en zonder bewijs van betaling.
Blijkbaar zaten we op het goede spoor want toen het juiste pasje niet in de bak bleek te zitten keek de agent me recht in de ogen aan en maakte ons met samengeknepen lippen duidelijk dat we eruit moesten en heel snel… Hij wees nog naar een ander hokje waar een man zat die een bijdrage vroeg voor het dorp wat we in verte zagen liggen. Dat was een goede deal vond ik. Want terwijl Mark binnen was had ik al even gekeken wat dit mannetje wilde. Het bleek om een bijdrage van ongeveer anderhalve Euro te gaan. Dat was beter als een tientje voor de binnenzak van oom agent. De man schreef netjes een bonnetje uit en opende de slagboom.
We zijn nu uit Mauritanië en gaan op weg naar Senegal. Om daar te komen moet je een stuwencomplex over. Dit complex is gebouwd om de Senegal te stuwen om zo vruchtbaar land te creëren. Het complex is mogelijk gemaakt door een bijdrage vanuit de EU.
Op de brug die we over rijden staat een slagboom die pas wordt opengemaakt als we betaald hebben. We proberen de aardige jongeman duidelijk te maken dat we onze bijdrage allang hebben geleverd doordat we uit Europa komen. Zelfs nadat ik de brug technisch heb beoordeeld en vind dat de brug eerst moet worden opgeknapt voordat we betalen, blijft de knaap voet bij stuk houden. Ook hier is het tientje bekend en het enige wat betaald kan worden. Het mag trouwens ook voor vierduizend CFA (Senegalees geld t.w.v. 6,50), maar dat hebben we nog niet. Na wat gereken en gestoei besluiten we om toch maar in CFA te betalen. Omdat we nog geen CFA’s hebben rekenen we het om naar Euro’s. Samen geven we vijftien Euro en zo hebben we toch weer een voordeel van vijf Euro.
Aan de Senegaleese kant verloopt verder alles netjes. De politie vraagt alleen om een cadeautje en als we dat niet hebben vind hij het ook best. We geven hem een paar pennen voor zijn schoolgaande kinderen en gaan naar de douane. Ook daar geen problemen. Ook hier willen ze weer een paar pennen en vijf Euro voor een doorvoerdocument voor de auto. Dat zijn hele normale prijzen. Terwijl de douanier bezig is komt één van zijn hulpjes naar me toe met een digitale camera. Hij legt met handen en voeten uit dat hij wel foto’s kan maken maar dat hij ze dat niet meer kan terug kijken. Samen met hem ga ik wat aan het toestel rommelen en druk op wat knopjes. Op een gegeven moment na een keer of zes het verkeerde knopje ingedrukt te hebben verschijnt de gemaakte foto op het scherm. De jongen is helemaal door de dolle en begint me als een held te bedanken. Nadat hij is afgekoeld wil hij het zelf proberen. Het leuke is dat hij precies onthouden had hoe ik het deed. Hij drukte eerst zes keer op het verkeerde knopje en daarna op de juiste. Hij is helemaal door de dolle en begint van alles en iedereen foto’s te maken, de chef, de muur, Jorina en ik… we moeten er allemaal aan geloven. Ik probeer nog uit te leggen dat het terugkijken van de gemaakte foto’s ook kan door in één keer op het goede knopje te drukken maar dat vind geen ingang meer. Hij laat zich niks wijs maken door zo’n domme Hollander.
Vervolg; Senegal
Together on tour